Moraal
handelingen en gedragingen die als correct worden gezien
Het begrip moraal (of zeden) geeft de handelingen en gedragingen aan die in een maatschappelijke context als correct en wenselijk worden gezien:
- „Twee dingen vervullen het gemoed met steeds nieuwe en steeds toenemende bewondering en ontzag, hoe vaker en intenser het nadenken zich erop toelegt: de sterrenhemel boven mij en de morele wet in mij.”
- Origineel in het Duits:
“Zwei Dinge erfüllen das Gemüt mit immer neuer und zunehmender Bewunderung und Ehrfurcht, je öfter und anhaltender sich das Nachdenken damit beschäftigt: Der bestirnte Himmel über mir, und das moralische Gesetz in mir” - Bron: Immanuel Kant, Kritik der praktischen Vernunft H.34, 1788
- Aanhaling(en): Guy Verhofstadt, In gesprek met Etienne Vermeersch, VBK- Houtekiet, 2011, ISBN 9789089242006
- Origineel in het Duits:
- „Niets is gevaarlijker voor de persoonlijke moraal van een mens dan de gewoonte te commanderen.”
- Origineel in het Frans:
“Rien n'est aussi dangereux pour la morale privée de l'homme que l'habitude du commandement.” - Bron: Michail Bakoenin, Fédéralisme, socialisme et antithéologisme, 1867 (Œuvres, vol. I, 1895, p. 176)
- Aanhaling(en): Socialisme en Communisme, Harrowakker, ongedateerd.
- Origineel in het Frans:
- „Eerst komt het vreten, en dan de moraal.”
- Origineel in het Duits:
“Erst kommt das Fressen, und dann kommt die Moral.” - Bron: Kurt Weill en Bertolt Brecht, Die Dreigroschenoper, 1928
- Aanhaling(en): Bertolt Brecht: ‘Eerst komt het vreten, dan de moraal’, Socialisme.nu, 17 april 2010.
- Origineel in het Duits:
- „In feite zijn er twee soorten moraal naast elkaar: de moraal die wij preken maar niet praktiseren, en de moraal die we praktiseren maar zelden preken.”
- Origineel in het Engels:
“We have, in fact, two kinds of morality side by side: one which we preach but do not practice, and another which we practise but seldom preach.” - Bron: Bertrand Russell, Sceptical Essays, 1928.
- Aanhaling(en): Martin Cohen, 101 ethische dilemma's, 2004, p. 240; Uitgesproken door Theo Hendriks tijdens debat over het wetsvoorstel Wijziging van de Algemene Nabestaandenwet, 2 juli 1996.
- Origineel in het Engels: