Matthijs Maris: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
FotoDutch (overleg | bijdragen)
FotoDutch (overleg | bijdragen)
Regel 13:
==Citaten van Matthijs Maris - chronologisch==
{{Citaat
| tekst = Zij..ik heb niets anders zitten maken als steenen. [..] nu ga ik allemaal mooie schilderijen maken. Ze hebben van mij mooie schilderijen willen zien en ik heb ze nog niet kunnen maken, [..]de eene illusie verdwijnt voor de andere, ik heb allesde inkoude dewerkelijkheid kagchelgemaakt gestopten [ik heb de waarheid gemaakt..] Is er een waarheid, ikde zitkoude erwerkelijkheid mijnis tijdook opeen tewaarheid, verknoeien.wat daartusschen lag, was baroque conventie.
| bron = {{aut|Matthijs Maris}}, brief, 20 mei 1867, aan M.M. aan Goossens (van Eijndhove)
| aangehaald = {{aut|KarinaP. Haverkorn van FoppeleRijsewijk}}, [https://www.academiadbnl.eduorg/35783658tekst/Matthijs_Maris_opvatting_van_de_schilderkunst_theorie_en_praktijk_onz021191801_01/_onz021191801_01_0017.php ''Matthijs Maris' opvattingIII. vanMatthijs' delaatste schilderkunst:jaren theoriein enDen Haag, praktijk'1862-1868'], scriptiein kunstgeschiedenis''Onze student.nr. 10289607Kunst'', 2017;augustus Faculteit Geesteswetenschappen Afdeling Kunstgeschiedenis, p.1912 12
| opmerking = Dit schreef hij vier jaar na het maken van zijn [https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Bestand:Stadsgezicht_Matthijs_Maris_1863.jpg 'Stadsgezicht'], dat hij in 1865 inzondhad ingezonden voor de [[w:Tentoonstelling van Levende Meesters|Tentoonstelling van Levende Meesters]] te Amsterdam. In het Handelsblad werd er zware kritiek op geleverd; twee jaar lang durfde hij geen werken meer in te zenden
}}