Matthijs Maris: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
aanvulling citaat |
nieuw citaat, 1914 |
||
Regel 37:
| bron = {{aut|Matthijs Maris}}, brief, London, 4 januari 1892, aan [[w:Philip Zilcken|Philip Zilcken]]
| aangehaald = RKD: 'Maris, Matthijs, 1892-01-04', in ''Negentiende-eeuwse Atelierpraktijk''
| opmerking = Maris verwijst naar de antieke [(gips)modellen die in die jaren eindeloos moesten worden gekopieerd door de studenten. Sowieso wilde Matthijs niet naschilderen
}}
{{Citaat
| tekst = Als een barbier je hoofd opknapt en verfraait met je haren te knippen en baard te schrappen, wordt dan je hoofd eigendom van den barbier? Maar de dealer-ploert moet op zijn donder hebben om er mijn naam op te plakken.
| bron = {{aut|Matthijs Maris}}, brief, 14-16 januari 1914
| aangehaald = {{aut|P. Haverkorn van Rijsewijk}}, [https://www.dbnl.org/tekst/_onz021191901_01/_onz021191901_01_0026.php 'Matthijs Maris VII. De jaren 1877 tot 1888 bij Cottier'], in ''Onze Kunst'' jaargang 18, 1919, p. 95
| opmerking = Op verzoek van zijn kunstdealer had Maris in de jaren 1880 een al bestaand schilderijtje van een ander beschilderd; daarom ontstond de discussie of het nu een werk van Matthijs mocht heten. Voor Maris was het toen slecht geld verdienen, en meer niet
}}
==Citaten over Matthijs Maris - chronologisch==
{{Citaat
| |||