Pierre Alechinsky: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
FotoDutch (overleg | bijdragen)
FotoDutch (overleg | bijdragen)
Regel 29:
| tekst = ..als we het erover eens zijn dat een schilderij een spontane emotie moet opwekken, heeft geen van ons, schilder noch toeschouwer, de uitwendige voorstelling van de dingen nodig om te communiceren.
| bron = {{aut|Pierre Alechinsky}}, 'Abstraction faite / Voltooide abstractie', in ''Cobra'', nr. 10, Brussel 1951
| aangehaald = {{aut|Michel Draguet}}, tentoonstellingscatalogus ''Alechinsky van A tot Y'', Lannoo Brussel, 2007, p. 145; {{aut|ISBN|978-90-209-7401-3}}
| opmerking = Een schilderij hoeft voor Alechinsky en voor de aan hem verwante Cobra-kunstenaars uit die periode niet langer een afbeelding in beeld te zijn van een vooraf gekozen onderwerp
}}
Regel 36:
| tekst = Wat Pollock ook doet, er schemert bij hem altijd een cryptische kennis van de tekening door; een tekening [..] die bevrijd is, die de priegelende fase ontgroeid is, vanzelfsprekend. Vrije en bestudeerde krullen ( een tekening van de gebaren van de danser)...
| bron = {{aut|Pierre Alechinsky}}, 'Abstraction faite', in ''Cobra'', nr. 10, Brussel 1951
| aangehaald = {{aut|Michel Draguet}}, tentoonstellingscatalogus ''Alechinsky van A tot Y'', Lannoo Brussel, 2007, p. 150; {{aut|ISBN|978-90-209-7401-3}}
| opmerking = Voor het eerst van zijn leven zag Alechinsky in Brussel in 1951 los-geschilderde werken van de Amerikaanse schilder [[w:Jackson Pollock|Jackson Pollock]]; ook het werk [[w:Max Ernst|Max Ernst]] maakte daar toen grote indruk op hem
}}
Regel 43:
| tekst = De theoretici van de academische abstractie proberen het publiek warm te laten lopen voor de rode schijf van [[w:Ivan Pavlov|Pavlov]], zij verzinnen het 'gelukkige huis' dat duistere heilzame reflexen teweegbrengt en de mens installeert in de zekerheid (en de productiviteit) [..] Wij zijn elders, precies om te beletten dat de deur van deze mierenhoop dichtklapt als een graf.
| bron = {{aut|Pierre Alechinsky}}, 'Tendances de la jeune peinture', in ''Preuves'', nr. 68, Parijs 1956
| aangehaald = {{aut|Irene Smets}}, tentoonstellingscatalogus ''Alechinsky van A tot Y'', Lannoo Brussel, 2007, p. 26; {{aut|ISBN|978-90-209-7401-3}}
| opmerking = Dit citaat komt uit zijn antwoord op een enquête van Alain Jouffroy, 1956; hij bekritiseert de toenmalige abstracte kunst die ontstond vanuit een concept of theorie, waarvan hij expliciet afstand nam
}}
Regel 50:
| tekst = [[w:Cobra (kunst)|Cobra]] was mijn leerschool. Ik was tweeëntwintig, toen ik de schrijver [[w:Christian Dotremont|Christian Dotremont]] en de schilders [Asger] Jorn, [Karel] Appel en Corneille ontmoette. Het groepswerk, de publicatie van een tijdschrift, vechten tegen de rechtse, kille abstractie en het linkse 'socialistisch realisme' waren tot 1951 mijn meest ontspannende bezigheden.
| bron = {{aut|Jaques Putman}}, in gesprek met Putman 'Conversation dans l'atelier', in tijdschrift ''L'oeil: revue d'art mensuelle'', nr. 82, 1961, pp. 34-39
| aangehaald = {{aut|Katja Weitering}}, ''Pierre Alechinsky post Cobra'', Silvana Editiriale, Milano / COBRA museum, Amstelveen, 2016, p. 13; {{aut|ISBN|978-88-366-3518-4}}
}}
 
Regel 56:
| tekst = Ik was hier zo door gepassioneerd dat ik, achteraf bekeken, eigenlijk nauwelijks geschilderd heb in die periode [voor 1951]. Dit heeft me ervan weerhouden om slechte schilderijen te maken, die ik ongetwijfeld geschilderd zou hebben. Nadien, toen ik meer ervaren was, voelde ik mij in mijn werk minder oud, meer schilder bedoel ik, dat is normaal.
| bron = {{aut|Jaques Putman}}, in gesprek met Putman 'Conversation dans l'atelier', in ''L'oeil: revue d'art mensuelle'', nr. 82, 1961, pp. 34-39
| aangehaald = {{aut|Katja Weitering}}, ''Pierre Alechinsky post Cobra'', Silvana Editiriale, Milano / COBRA museum, Amstelveen, 2016, p. 13; {{aut|ISBN|978-88-366-3518-4}}
| opmerking = Alechinsky rekende zichzelf in 1961 al tot de 'na-Cobra' generatie. In zijn Cobra-jaren tot c. 1951 was hij vooral bezig met teksten schrijven en organiseren van Cobra-activiteiten - vaak in contact met [[w:Christian Dotremont|Christian Dontremont]]; hij kwam daardoor in die tijd weinig tot schilderen
}}
Regel 63:
| tekst = In de tekening zijn missers onherstelbaar [vergeleken met het schilderij]. Je leert ervan, gooit ze in de prullenmand. In de tekening moet alles zonder repentir [schaamte, berouw] worden opgetekend. De verlopen tijd is leesbaar, de ruimte is leesbaar, het idee. Ik begon mij dus te amuseren. Ik ging vooruit. Zonder dat ik dat zware schildermateriaal mee hoefde te slepen. Pen, papier, een beetje inkt, water. Schrijven, beschrijven.
| bron = {{aut|Jaques Putman}}, gesprek met Putman 'Conversation dans l'atelier', in tijdschrift ''L'oeil: revue d'art mensuelle'', nr. 82, 1961
| aangehaald = {{aut|Michel Draguet}}, tentoonstellingscatalogus ''Alechinsky van A tot Y'', Lannoo Brussel, 2007, p. 151; {{aut|ISBN|978-90-209-7401-3}}
| opmerking = Alechinsky vergeleek zijn moeizame, trage schilderen in olieverf uit de jaren 1949-1951 met het veel directere tekenen in inkt op papier
}}
Regel 70:
| tekst = 'Don't cross Central Park [in New York] at night' / 'Loop 's nachts niet door Central Park'
| bron = {{aut|Alechinsky}}, geschreven tekst in zijn werk met randillustraties: 'Verklarend schema van 'Central Park' ', 1965
| aangehaald = {{aut|Dominique Radrizzani}}, ''Pierre Alechinsky post Cobra'', Silvana Editiriale, Milano / COBRA museum, Amstelveen, 2016, p. 21; {{aut|ISBN|978-88-366-3518-4}}
| opmerking = Vanaf grote hoogte keek Alechinsky op het Central Park in New York. Al schetsend ontdekte zijn penseel een [https://fd.nl/fd-persoonlijk/1177781/in-vogelvlucht 'verschrikkelijk monster'] in het park. Daaromheen maakte hij randtekeningen, als een stripverhaal
}}
Regel 77:
| tekst = Neerhurken op een golfbreker, het afnemende tij dat steeds weer lange vlekken Oost-Indische inkt tekent.
| bron = {{aut|Pierre Alechinsky}}, ''Idéotraces'', uitgeverij Denoël, Parijs 1966
| aangehaald = {{aut|Irene Smets}}, tentoonstellingscatalogus ''Alechinsky van A tot Y'', Lannoo Brussel, 2007, p. 21; {{aut|ISBN|978-90-209-7401-3}}
| opmerking = Alechinsky doelt op het losse bewegen en het vrije karakter waarmee hij zijn kunst maakt
}}
Regel 84:
| tekst = Zou ik beginnen? Zou ik beginnen met lijntjes, kruisjes, puntjes of met iets groters dat gaat van daar naar daar, met een grote vlek die me in de gaten zal houden, met een idee? Zou ik beginnen met het doek te strelen dat ik droom als iets voltooids? Nee, ik begin.
| bron = {{aut|Pierre Alechinsky}}, 'Franges', in ''Baluchon et ricochets'', Galimard, Parijs 1966, pp. 119-124
| aangehaald = {{aut|Irene Smets}}, tentoonstellingscatalogus ''Alechinsky van A tot Y'', Lannoo Brussel, 2007, p. 48; {{aut|ISBN|978-90-209-7401-3}}
| opmerking = Alechinsky beschrijft in woorden zijn werkproces wat hij volledig intuïtief wilde houden, met een volstrekt onvoorspelbaar proces en een open eind
}}
Regel 91:
| tekst = Ik heb veel geluk, waaronder dat om te laten graveren bij Robert Dutrou, een van de belangrijkste kopergraveurs van [[w: Joan Miró|[Joan] Miró]]. Onlangs moest ik in zijn atelier een reeks etsen maken om Jean Tardieu te illustreren, in het vernis voren trekken om het metaal bloot te leggen [..] Op tafel lag een venijnig verhakkeld mes [..] Dat mes en ik, wij hadden bijzonder schik in elkaar [..] – Dat was het geliefkoosde mes van Miró..
| bron = {{aut|Pierre Alechinsky}}, 'Pavane pour Miró', in ''Baluchon et ricochets'', Galimard, Parijs 1966, op. cit. p. 135
| aangehaald = {{aut|Irene Smets}}, tentoonstellingscatalogus ''Alechinsky van A tot Y'', Lannoo Brussel, 2007, p. 66; {{aut|ISBN|978-90-209-7401-3}}
| opmerking = De dichter [Jean Tardieu Jean Tardieu] en de schilder Alechinsky werkten al jaren samen aan een gezamenlijke publicatie van gekalligrafeerde gedichten en etsen, alle verbonden door een met de hand getrokken rode lijn
}}
Regel 106:
| bron = {{aut|Pierre Alechinsky}}, 'Calligraphie Japonaise' in ''Quadrum'', nr. 1, 1956, p. 56 (vertaling: Leen Vanderschueren)
| aangehaald = {{aut|Leen Vanderschueren}}, [https://libstore.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/162/376/RUG01-002162376_2014_0001_AC.pdf ''Cobra en Camera''], masterproef, Universiteit van Gent 2013-14, p. 20
| opmerking = De eerste act van creatie in de film 'Calligraphie Japonaise', is een gehurkt kind dat met zijn handen een tekening in het zand graaft van een gezicht - om het daarna direct weer uit te vegen. Er is duidelijke verwantschap met zijn eigen werkwijze
}}
 
Regel 127:
| tekst = Ik volg de bewegingen van het penseel, de snelheid. Heel belangrijk zijn de variaties in de snelheid van een penseelstreek, versnellen, afremmen. Stilstand. De lichte onuitwisbare vlek, de zware onuitwisbare vlek. [..] [[w:Walasse Ting|[Walasse] Ting]] aarzelt, dan opeens vlakweg is de oplossing daar, de kat die op haat pootjes terecht komt.
| bron = {{aut|Pierre Alechinsky}}, ''Roue libre'', uitgeverij Albert Skira, Genève 1971, p. 116
| aangehaald = {{aut|Michel Draguet}}, tentoonstellingscatalogus ''Alechinsky van A tot Y'', Lannoo Brussel, 2007, p. 151; {{aut|ISBN|978-90-209-7401-3}}
| opmerking = In oktober 1954 bekeek Alechinsky in Parijs heel intensief hoe Walasse Ting – van Chinese afkomst – tot een tekening kwam in inkt. Het was Ting die hem op het spoor bracht van de Chinese en Japanse kalligraffie; in 1955 bezocht hij Japan en maakte er een documentaire
}}
Regel 134:
| tekst = Wijde openingen tussen een dubbele penseelstreek. Een omarming op het laken-blad. Bladeren slingeren tussen een wirwar die verlicht wordt. [https://en.wikipedia.org/wiki/Sengai Sengai] zou zo getekend hebben in zulke omstandigheden, zonder veel na te denken, mijn penseel volgend, een verwaand idee, maar dat is dan maar zo. Zelfmystificatie. Ik vind een gebaar terug. Het gebaar van mijn meester Sengai, die in de 18e eeuw op het eiland Kyu-Shu leefde.
| bron = {{aut|Pierre Alechinsky}}, ''Roue libre'', uitgeverij Albert Skira, Genève 1971, pp. 90-93
| aangehaald = {{aut|Irene Smets}}, tentoonstellingscatalogus ''Alechinsky van A tot Y'', Lannoo Brussel, 2007, p. 53; {{aut|ISBN|978-90-209-7401-3}}
| opmerking = Sengai was een Japanse monnik van de Zen-boedhistische Rinzai school. Alechinsky onderging sterke invloed van de oosterse kalligrafie. Dit liet hij duidelijk zien in zijn documentaire [https://www.youtube.com/watch?v=GEhPOd1zApY 'Calligraphie japonaise'] die hij in 1955 in Kioto draaide
}}
Regel 141:
| tekst = De slangachtige kronkeling van een pad wordt ineenstrengeling, vrouwelijke ronding, vlucht..
| bron = {{aut|Pierre Alechinsky}}, een toegevoegde predella bij zijn werk 'Van Ver gekomen', 1975
| aangehaald = {{aut|Irene Smets}}, tentoonstellingscatalogus ''Alechinsky van A tot Y'', Lannoo Brussel, 2007, p. 61; {{aut|ISBN|978-90-209-7401-3}}
| opmerking = De schildering van het genoemde werk (200 x 300 cm) is met acrylverf op papier gemaakt; de daaronder geplaatste woord-[[w:predella|predella]] schreef hij in inkt
}}
Regel 148:
| tekst = Schilderen is het maken van beelden. Het is het maken van beelden met plezier. Het is wandelen met de hand. Wat ik zie staan zie ik pas na de lectuur van mijn eigen beeld; het heeft niets te maken met een tevoren afgesproken thema. Het is geen idee.
| bron = {{aut|F. de Vree}}, 'Alechinsky', in ''Kunstforum'', Schelderode, 1976, p. 34
| aangehaald = {{aut|Katja Weitering}}, ''Pierre Alechinsky post Cobra'', Silvana Editiriale, Milano / COBRA museum, Amstelveen, 2016, pp. 12-13; {{aut|ISBN|978-88-366-3518-4}}
| opmerking = Plannen, voornemens of concepten vooraf aan het schilderen wees Alechinsky resoluut af
}}
Regel 155:
| tekst = Ik had hem altijd geholpen, soms aandachtig, soms verstrooid [..] Verwijt [van zijn vriend Dotremnont] 'Ik heb je leren schrijven, jij hebt me niet leren tekenen' – zes jaar waarin we niets meer van elkaar zouden vernemen, tenzij onrechtstreeks: hij is schrift gaan tekenen (logogrammen), ik schreef tekeningen met tmesis (de 'remarques marginales', randillustraties) rond mijn schilderijen.
| bron = {{aut|Pierre Alechinsky}}, 'Dernier jour', in ''Lettre suit'', 1979; op. cit. p. 120
| aangehaald = {{aut|Irene Smets}}, tentoonstellingscatalogus ''Alechinsky van A tot Y'', Lannoo Brussel, 2007, p. 39; {{aut|ISBN|978-90-209-7401-3}}
| opmerking = De opmerking illustreert de intensieve wederzijdse uitwisseling in beeld & tekst tussen de twee kunstenaarsvrienden, die vanaf c. 1948 al veel samenwerkten; de verwijdering duurde 7 jaar
}}
Regel 162:
| tekst = Mijn schilderijen kun je op twee manieren bekijken. De eerste manier: van ver. Het beeld in Oost-Indische inkt vervult de rol van recitant [verteller] terwijl het schilderij de muzikale begeleiding speelt.. [..] De tweede manier: naderbij komend zodat geleidelijk de details zichtbaar worden. [..] het zwart centraal, de kleuren en hun samenstellingen in de rand. (1984)
| bron = {{aut|Alechinsky}}, 'Scales', in '' Pierre Alechinsky: Important, Recent Large Paintings, Lefebre Gallery, New York, 1984
| aangehaald = {{aut|Dominique Radrizzani}}, ''Pierre Alechinsky post Cobra'', Silvana Editiriale, Milano / COBRA museum, Amstelveen, 2016, p. 21; {{aut|ISBN|978-88-366-3518-4}}
| opmerking = Alechinsky had al ruim een jaar zijn basisgegevens gewisseld; hij schilderde vanaf c. 1983 met de inkt het zwarte beeld in het midden van het doek, met de gekleurde rand-illustraties eromheen geplaatst
}}
Regel 169:
| tekst = Een plezierboot vaart langzaam de East River [in New York] af [..] opgedirkte vakantiegangers.. [..] ze gooien brood naar de vogels. Maar het oog blijft al hangen, [ik?] zou dit Narrenschip willen vasthouden... Niemand op het dek, slechts een hoop afval, tassen, kapotte dozen en kartons waaruit brokstukken puilen waar de meeuwen om vechten. Een vuilnisschip verlaat de stad.
| bron = {{aut|Pierre Alechinsky}}, 'L'autre main', in ''Des deux mains'', 1988, p. 146
| aangehaald = {{aut|Irene Smets}}, tentoonstellingscatalogus ''Alechinsky van A tot Y'', Lannoo Brussel, 2007, p. 66; {{aut|ISBN|978-90-209-7401-3}}
| opmerking = Alechinsky beschrijft het uitzicht vanuit zijn atelier in New York dat hij van 1979 tot in 1994 gebruikte. Het citaat beschrijft hoe zijn letterlijke waarnemen al snel overgaat in fantasiebeelden
}}
Regel 176:
| tekst = Het waren inderdaad Alechinsky [hijzelf dus] en [[w:Jaques Putman|[Jaques] Putman]] die de zegels van het huis aan het Museumplein 9 verbraken. De grot met de boeken! Een buitenkans. En zo heb ik hier het boek met de bister-heliogravures van [[w:Pieter Bruegel de Oude|Pieter Bruegel de Oude]] van Charles de Tolnay. Ik kijk er nog geregeld in.
| bron = {{aut|Pierre Alechinsky}}, 'Pollock et Guernica', in ''La Nouvelle Revue française'' nr. 484, Parijs 1994, pp. 62-68
| aangehaald = {{aut|Irene Smets}}, tentoonstellingscatalogus ''Alechinsky van A tot Y'', Lannoo Brussel, 2007, p. 21 ; {{aut|ISBN|978-90-209-7401-3}}
| opmerking = Kort na 1945, tijdens een open salon-expositie van Bram van Velde bij Luc Haesearts vonden de twee jonge kunstenaars oude boeken. Het werk van Brueghel zou zijn toekomstige werk mede beïnvloeden
}}
Regel 183:
| tekst = ..in Japan denken ze niet in termen van 'kalligrafie', ze zeggen shodo, de weg van het schrift. Een weg zoals Judo, de weg van de lenigheid. [..]
| bron = {{aut|Pierre Alechinsky}}, 'Dotremont et l'exogération', in ''Des Deux mains'', Mercure de France, Parijs 2004, p. 67
| aangehaald = {{aut|Michel Draguet}}, 'Tweede beweging', in tentoonstellingscatalogus ''Alechinsky van A tot Y'', Lannoo Brussel, 2007, p. 173; {{aut|ISBN|978-90-209-7401-3}}
| opmerking = Alechinsky zag als hoogste doel voor schrijvers om los te komen van een bepaald schoonheidsideaal en in volledige vrijheid ook het schrift zelf los te laten - met een expliciete verwijzing naar het [[w:Surrealisme|surrealisme]]
}}