Frans Masereel: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
FotoDutch (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
FotoDutch (overleg | bijdragen)
Regel 144:
| tekst = In ''Mon livre d'heures'' gaat het Masereel om een plastische suggestie. Hij heeft de laatste trap zelfs overschreden: de aangrijpende beeldende kracht wordt beweging! Door welke onvermoede kunstgreep? Door welk wonder? Enkel door met grote lichtvlekken een opvallend "dynamisch schema" in elke figuur te brengen, waardoor een beweging ontstaat die blijft voortduren... Wat het verhaal betreft, er bestaat wel geen aangrijpender en mooier dan dit..
| bron = {{aut|Henry van de Velde}}, ''Genius'', 1920, Kurt Wolff Verlag, München
| bronaangehaald = {{aut|Hector Waterschoot}}, [https://www.dbnl.org/tekst/_ons003198901_01/_ons003198901_01_0063.php 'Frans Masereel in brieven'], in ''Ons Erfdeel'', Jaargang 32, 1989, p. 251
| opmerking = In zijn bijdrage in ''Genius'' had [[w:Henry van de Velde|Henry van de Velde]] het onder andere over een van de beeldboeken van Masereel, het in 1919 door Masereel zelf te Genève uitgegeven [https://artinflanders.be/nl/kunst/volledige-reeks-voorstudies-voor-mon-livre-dheures-4 ''Mon livre d'heures'']
}}
 
{{Citaat
| tekst = Wanneer alles te gronde zou gaan, alle boeken, monumenten, foto's en verslagen en alleen de houtsneden die Masereel gedurende tien jaren heeft geschapen zouden gespaard blijven, dan zou alleen al daaruit onze hele hedendaagse wereld gereconstrueerd kunnen worden.
| bron = {{aut|Stefan Zweig}}, essay 'Frans Masereel. Der Mann und Bildner', Neue Freie Presse, 1923; opgenomen in de bundel ''Begegnungen mit Menschen, Büchern, Städten'' 1937
| aangehaald = {{aut|Piet Wackie Eysten}}, [https://stefanzweig.nl/essay-frans-masereel-en-zweig/ 'Essay Frans Masereel en Zweig'], website Stefan Zweig genootschap, Nederland
| opmerking = Zweig wijdde aan het leven en werk van zijn 'broederlijke vriend' dit biografisch essay. Het werd, met 83 houtsneden van Masereel zelf en een inleidende tekst van Arthur Holitscher in 1923 uitgegeven bij Neue Freie Presse
}}