James Ensor: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
FotoDutch (overleg | bijdragen)
FotoDutch (overleg | bijdragen)
Regel 185:
 
{{Citaat
| tekst = ik [..] een kunsttentoonstelling zag. Ik kreeg er schilderijen van Ensor te zien (c. 1905-1906); ik ben ze nooit meer vergeten. Een van de sterkste indrukken van mijn leven. Nooit werd ik zo uit het lood geslagen en betoverd [..] Ensor toverde waarlijk een nieuwe wereld voor mijn ogen. Het was de schok die mijn ziel beroerde en wellicht mijn artistieke roeping bepaalde.
| tekst = Christus is niet langer de vergevingsgezinde, onthechte zoon van God maar een freak uit een lowbudgethorrorfilm, buiten zinnen en tuk op wraak. De kop van Ensor/Christus herinnert aan [[w:Quinten Massijs (I)|Metsys']] paneel waarvan de schilder in Antwerpen een reproductie heeft gekocht. Door de figuur in zijn oeuvre naar binnen te slepen, kan Ensor naar hartenlust provoceren. Zowel de weldenkende goegemeente als de vrijzinnige broeders kregen een trap in de onderbuik.
| bron = {{aut|EricLéon MinSpilliaert}}, ''James Ensor', in een''L'Art biografieLibre'', Meulenhoff1 Amsterdamapril / Manteau Antwerpen, 2008; {{ISBN|978 90 854204 9 1}}1919
| aangehaald = {{aut|ErikEva de SmedtBerghmans}}, [http://users.skynet.be/lit/MIN_James_Ensor_recensie_EdS.pdf 'ManZelfportret aanin dezwarte randzee', -in Eric''De Min: James EnsorStandaard'', Een7 biografie'],mei 2016 2009
| opmerking = De jonge [[w:Léon Spilliaert|Léon Spilliaert]] zocht Ensor in Oostende op; deze nam aanvankelijk wel een afstandelijke houding aan ten opzichte van Spilliaert
|opmerking = Maar ook: P.J. Hodin vroeg Ensor c. 1948 hoe hij zich God voorstelde. Hij antwoordde: 'Als een kracht, iets dat sterk is. [..] Het is een gewaad waarin wij onze naaktheid hullen. Wij weten niets van God, maar Christus heeft een betekenis die niet kan ontkend worden.
}}
 
Regel 195:
| bron = {{aut|Emma Lambotte}}, 'Hommage aan Franck', maart 1932
| aangehaald = {{aut|Eric Min}}, ''James Ensor – een biografie'', Meulenhoff Amsterdam / Manteau Antwerpen, 2008, p. 188; {{ISBN|978 90 854204 9 1}}
| opmerking = [https://kmska.be/nl/emma-lambotte-soulmate-van-ensor Emma Lambotte] bezocht Ensor in zijn atelier voor het eerst in 1904. Een drukke correspondentie volgde daarna. Ensor noemde haar al gauw 'mijn goede fee'. Zij bracht kort daarop de verzamelaar François Frank in contact met Ensor en zijn werk
}}
 
{{Citaat
| tekst = Christus is niet langer de vergevingsgezinde, onthechte zoon van God maar een freak uit een lowbudgethorrorfilm, buiten zinnen en tuk op wraak. De kop van Ensor/Christus herinnert aan [[w:Quinten Massijs (I)|Metsys']] paneel waarvan de schilder in Antwerpen een reproductie heeft gekocht. Door de figuur in zijn oeuvre naar binnen te slepen, kan Ensor naar hartenlust provoceren. Zowel de weldenkende goegemeente als de vrijzinnige broeders kregen een trap in de onderbuik.
| bron = {{aut|Eric Min}}, ''James Ensor – een biografie'', Meulenhoff Amsterdam / Manteau Antwerpen, 2008; {{ISBN|978 90 854204 9 1}}
| aangehaald = {{aut|Erik de Smedt}}, [http://users.skynet.be/lit/MIN_James_Ensor_recensie_EdS.pdf 'Man aan de rand - Eric Min: James Ensor, Een biografie'], 2009
|opmerking = Maar ook: P.J. Hodin vroeg Ensor c. 1948 hoe hij zich God voorstelde. Hij antwoordde: 'Als een kracht, iets dat sterk is. [..] Het is een gewaad waarin wij onze naaktheid hullen. Wij weten niets van God, maar Christus heeft een betekenis die niet kan ontkend worden.
}}