James Ensor: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
FotoDutch (overleg | bijdragen)
FotoDutch (overleg | bijdragen)
nieuw citaat, 1903
Regel 35:
 
{{Citaat
| tekst = [[w:De Intocht van Christus te Brussel|'De intochtintrede van Christus te Brussel in 1889']]
| bron = {{aut|James Ensor}} 1888, titel van schilderij
| aangehaald = {{aut|Ruud van Capelleveen}}, [https://www.cultuurarchief.nl/kunstenaars/ensorjames.htm 'James Ensor (1860-1949)'], website Cultuurarchief
| opmerking = Dit grote schilderij (circa 2,5 x 4 meter) heeft vele jaren in Ensors woonkameratelier gehangen, omdat hij er moeilijk afstand van kon doen. Pas in 1929 was het doek voor publiek te zien op een tentoonstelling in het [[w:BOZAR|Paleis van Schone Kunsten', te Brussel]]
}}
 
Regel 104:
| aangehaald = {{aut|Eric Min}}, ''James Ensor – een biografie'', Meulenhoff Amsterdam / Manteau Antwerpen, 2008, p. 178; {{ISBN|978 90 854204 9 1}} & ''La Ligue Artistique'', c. 1900-1901
| opmerking = Een tirade, doorspekt met krachttermen tegen de eigentijdse kunst, die haar eigen wortels heeft verraden en slechts buitenlandse voorbeelden navolgt uit commercieel gewin. Hiermee nam Ensor ook definitief afstand van veel kunstenaars om hem heen
}}
 
{{Citaat
| tekst = Ik houd erg veel van mijn grote schilderij Le cortège des masques (= [[w:De Intocht van Christus te Brussel|'De Intrede van Christus in Brussel']]), dat mij elke dag met vreugde vervult. Als een schetterende fanfare klinkt het op, achteraan in mijn atelier. De talloze ogen van de mensen op het doek kijken mij al zo lang mild en innemend aan. Ik verkoop het voor tweeduizend frank. Is dat te veel?
| bron = {{aut|James Ensor}}, brief 13 juli 1903, aan [[w:Edmond Picard|Edmond Picard]]
| aangehaald = {{aut|Eric Min}}, ''James Ensor – een biografie'', Meulenhoff Amsterdam / Manteau Antwerpen, 2008, pp. 184-185; {{ISBN|978 90 854204 9 1}}
| opmerking = Het is onduidelijk of Ensor op dat moment zijn grote doek van de Intocht van Christus, dat hij in 1892 afmaakte, ook werkelijk kwijt wilde, omdat hij vaak verkondigde dat hij er zo aan gehecht was. Pas in 1929 kreeg het grote publiek het doek voor het eerst te zien
}}