Gerrit Benner: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
FotoDutch (overleg | bijdragen)
FotoDutch (overleg | bijdragen)
Regel 195:
 
{{Citaat
| tekst = ..Gerrit Benner moet provinciaals blijven. Het is niet waar wat zijn catalogusinleider [Jos de Gruyter] zegt, dat Amsterdam hem niet heeft geschaad; Amsterdam is bezig zijn wereld uit te hollen, is bezig hem te internationaliseren..
| tekst = Op een keer wilde Benner een spotprent maken over de sociale misstanden in Brabant, waar de boeren onder de plak van de kerk zaten. Hij wilde een kruipende boer uitbeelden met de pastoor op zijn rug, die hem mende. [..] Ik heb toen de boer gespeeld door op mijn knieën over de zolder te kruipen. [..] Hij was anarchistisch en ik ging tegen hem in.
| bron = {{aut|YpkLambert van der FearSjoerd SipmaTegenbosch}}, 'De libbenswei fanBenner in Jongfries:het Sjoerdvan Rintsjes SipmaAbbemuseum', in ''AlternatyfDe Volkskrant'', 1976,13 p.januari 1956 13
| aangehaald = {{aut|DoekeHan SijensSteenbruggen}}, ''Gerrit Benner'', tekstredred. Paul Klarenbeek & Stijn ten Hoeve; Fries Museum & Museum Belvedere, 2014, p. 1089 {{ISBN|978-90-71139-22-2}}
| opmerking = Er was in die jaren een stevige discussie tussen kunstcritici of de verhuizing van Benner naar Amsterdam de kracht en oorspronkelijkheid van zijn kunst zou hebben geschaad, zoals hier tussen [[w:Jos de Gruyter|Jos de Gruyter]] en [[w:Lambert Tegenbosch|Lambert Tegenbosch]]
| opmerking = In 1917 werd Benner ingeloot voor militaire dienst en was gelegerd in Halsteren, Noord-Brabant. Ook Sipma was daar soldaat. Benner maakte toen veel snelle portretten van zijn maten die hij voor een paar centen verkocht
}}
 
Regel 221:
| tekst = Na een lange lifttocht met [[w:Corneille (kunstschilder)|Corneille]] naar Friesland – waar we na de oorlog voor 't eerst kwamen (1946) – leerden we Gerrit kennen, een rasschilder met een noordse fabelachtige kant in zijn werk. We werden bij de Friese potkachel ontvangen met geurige koffie en ik tuurde over de weilanden met abstracte koeien wat zijn schilderijen waren. We noemden elkaar meteen bij de juiste naam, ook later als we elkaar tegenkwamen en zeiden: 'hee ouwe rover, hoe gaat het?'
| bron = {{aut|Karel Appel}} (1971)
| aangehaald = {{aut|Erik Slagter}}, ''Gerrit Benner, werken uit de periode 1944-1948'', ed. Erik Slagter; tentoonstellingscatalogus, Stedelijk Museum, Amsterdam, 1991, p. 19 ([https://www.demoanne.nl/benner-en-bregman/ zie ook:]
| opmerking = [[w:Karel Appel|Karel Appel]] beschrijft zijn speciale band met de oudere schilder. Benner zou ook vanaf 1956 Karel Appel's atelier in Amsterdam gaan gebruiken. En in 1971 schreef Appel in de catalogus van de Benner-tentoonstelling in het Stedelijk Museum in Amsterdam: voor 'Gerrit, een oude vriend'}}
 
{{Citaat
| tekst = Op een keer wilde Benner een spotprent maken over de sociale misstanden in Brabant, waar de boeren onder de plak van de kerk zaten. Hij wilde een kruipende boer uitbeelden met de pastoor op zijn rug, die hem mende. [..] Ik heb toen de boer gespeeld door op mijn knieën over de zolder te kruipen. [..] Hij was anarchistisch en ik ging tegen hem in.
| bron = {{aut|Ypk van der Fear & Sjoerd Sipma}}, 'De libbenswei fan in Jongfries: Sjoerd Rintsjes Sipma', in ''Alternatyf'', 1976, p. 13
| aangehaald = {{aut|Doeke Sijens}}, ''Gerrit Benner'', tekstred. Paul Klarenbeek & Stijn ten Hoeve; Fries Museum & Museum Belvedere, 2014, p. 10 {{ISBN|978-90-71139-22-2}}
| opmerking = In 1917 werd Benner ingeloot voor militaire dienst en was gelegerd in Halsteren, Noord-Brabant. Ook Sipma was daar soldaat. Benner maakte toen veel snelle portretten van zijn maten die hij voor een paar centen verkocht
}}
 
==Externe links==