Pyke Koch: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
nieuw citaat, 1939 |
citaat 1933 |
||
Regel 25:
| aangehaald = {{aut| Claartje Wesselink}}, 'Collaborerende kunstenaars - Het Fascisme van Pyke Koch', in [https://www.academia.edu/22803133/Kunstenaars_van_de_Kultuurkamer_Geschiedenis_en_herinnering ''Kunstenaars van de Kultuurkamer''], proefschrift, Universiteit van Amsterdam, 2014 p. 132
| opmerking = Koch kreeg dergelijke kritiek voortdurend naar zich toe in de kunst-recensies van die jaren en maakte zich er flink kwaad over
}}
{{Citaat
| tekst = ..antipathieke, domme, beginsellooze jodenhaterij', dat ’t voor een Jood niet erg is ergens vandaan verdreven te worden (al heeft hij daar zijn vrienden, z’n werkplaatsen, z’n materiaal en alles wat een mensch behalve z’n nationale gevoel aan ’n plek kan binden). [..] Een Jood wiens familie al lang er [..] woonde dan de jouwe hier in Holland ([..] antwoord me s.v.p. niet dat een niet-Ariër zich onmogelijk in de loop van vier eeuwen aan een Europeesche bodem kan hechten.)
| bron = {{aut|Pyke koch}}, brief 23 november 1933, aan George Labouchère; privéarchief A. Koch
| aangehaald = {{aut| Claartje Wesselink}}, 'Collaborerende kunstenaars - Het Fascisme van Pyke Koch', in [https://www.academia.edu/22803133/Kunstenaars_van_de_Kultuurkamer_Geschiedenis_en_herinnering ''Kunstenaars van de Kultuurkamer''], proefschrift, Universiteit van Amsterdam, 2014 p. 136
| opmerking = Tijdens een bijeenkomst van zijn club [w:Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen|'Verdinaso'] waar ook Labouchère bij aangesloten was, werden Freud en Einstein zwart gemaakt op grond van hun jood-zijn. Koch kritiseerde dit fel, maar 'een rigoureus antisemitisme' zag hij daarentegen wél als 'een rechtvaardige zaak'
}}
| |||