Pyke Koch: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
nieuw citaat, 1937 |
→Citaten over Pyke Koch: citaat, 1930-32 |
||
Regel 98:
| aangehaald = {{aut|Claartje Wesselink}}, 'Collaborerende kunstenaars - Het Fascisme van Pyke Koch', in [https://www.academia.edu/22803133/Kunstenaars_van_de_Kultuurkamer_Geschiedenis_en_herinnering ''Kunstenaars van de Kultuurkamer''], proefschrift, Universiteit van Amsterdam, 2014 p. 132
| opmerking = Dit was één van de vele recensies waarin kritiek gegeven werd op hoe kil, koud, afstandelijk, wreed, etc.. Pyke Koch zijn vrouwen afbeeldde
}}
{{Citaat
| tekst = Zijn werk wordt prachtig, ik ben zoo benieuwd naar wat er nog weer komt. Hij maakt het zich op dat gebied niet makkelijk. Zich binden of trouwen dat zal hij wel nooit. Geen geld en geen rust voor, en geen trouw genoeg [..] Maar nu neemt nog minder het leven dan wel de kunst hem innerlijk bijna geheel in beslag. En blijft er voor de menschen niet zooveel meer over. Hij hoopt maar dat hij nog 50 jaar zal kunnen schilderen..
| bron = {{aut|Minie Stärcke-Koch}}, ongedateerde brief circa 1930-32; RKD: Planten, inv.nr. 2
Collaborerende kunstenaars – Het Fascisme van Pyke Koch , p. 134-135, noot 36
| aangehaald = {{aut| Claartje Wesselink}}, 'Collaborerende kunstenaars - Het Fascisme van Pyke Koch', in [https://www.academia.edu/22803133/Kunstenaars_van_de_Kultuurkamer_Geschiedenis_en_herinnering ''Kunstenaars van de Kultuurkamer''], proefschrift, Universiteit van Amsterdam, 2014 pp. 134-135
| opmerking = Na zijn trouwen in 1934 zou ze heel anders schrijven: 'Hij is in veel opzichten wel veel rustiger dan vroeger, wordt een net heertje, ik bedoel ook z’n innerlijk deukt en voelt gewoner, niet zoo hemelbestormend'
}}
| |||