Piet Mondriaan: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
FotoDutch (overleg | bijdragen)
correctie bron
FotoDutch (overleg | bijdragen)
Regel 183:
| aangehaald = {{aut|Joosten & Welsh}}, ''Piet Mondrian Catalogue Raisonne'' deel II, Abrams 1998, p. 454
| opmerking = Jan Kalff bekritiseerde Mondriaan dat er nauwelijks meer een herkenbare verwijzing naar de werkelijkheid te vinden is in zijn schilderkunst, waarmee deze buiten de wereld van de kunst treedt. Dit citaat illustreert zo de overgang naar zijn volledig abstracte kunst uit 1913-14
}}
 
{{Citaat
| tekst = Het is daarom verkeerd, wanneer Mondriaan in zijn artikel "Huis, straat, stad", schrijvende over de abstracte kunst en hare mogelijkheden het volgende zegt: "Met een beetje goeden wil zal het niet zoo onmogelijk zijn een aardsch paradijs te scheppen". Niet de kunst bepaalt de ontwikkeling van onze maatschappij, maar de maatschappelijke ontwikkeling wordt in de eerste plaats bepaald door de economische verhoudingen.
| bron = {{aut|Peter Alma}}, 'Kunst en samenleving'. Internationale Revue ''i10'', no.7, juli 1927, pp. 241-244
| aangehaald = {{aut|Lodewijk Albert Veen}}, [http://dspace.library.uu.nl/handle/1874/204683 'Deel II: De toelichtingen', in ''Het geschreven werk van Piet Mondriaan''], dissertatie, Utrecht University Repository, 2011, p. 198
| opmerking = Mondriaan en [[w:Peter Alma|Peter Alma]] kenden elkaar goed uit de jaren in Laren, circa 1914-1916. Hier gaf de marxistische Alma echter stevige kritiek op zijn vroegere vriend; hij zocht naar een kunst die de arbeidersklasse kon dienen
}}
 
Regel 188 ⟶ 195:
| tekst = ..Mondriaan die met zijn vakjesschilderen alweer ouderwetsch is en waarlijk niemand meer boeit, wil met geweld tusschen dit steriel en cerebraal gepas-en-gemeet, en de jazz, verband zien, een verband dat mij ook na lezing van zijn artikel volkomen ontgaat [..] Al die theorieën zijn zoo goedkoop. Er zijn ook in dezen tijd duizenden en nog eens duizenden die geheel buiten de sfeer van jazz, bar en dancing leven, inderdaad nog altijd een meerderheid. Tellen zij niet mee? Integendeel, ik geloof dat zij dubbel tellen, en altijd dubbel hebben geteld.
| bron = {{aut|Cornelis Veth}}, in ''Maandblad voor Beeldende Kunsten'' 5, no.3, maart 1928, pp. 81-82
| aangehaald = {{aut|Lodewijk Albert Veen}}, [http://dspace.library.uu.nl/handle/1874/204683 'Deel II: De toelichtingen', in ''Het geschreven werk van Piet Mondriaan''], dissertatie, Utrecht University Repository, 2011, p. 208
| opmerking = [[w:Cornelis Veth|Cornelis Veth]] bekritiseert het artikel 'De Jazz en de Neo-plastiek' van Mondriaan, waarin hij relaties legde tussen zijn ('vakjes')-kunst en de jazz (eigenlijk de [[w:Charleston (dans)|charleston]], waar hij zelf graag en vaak op danste). Veth verweet Mondriaan dat de meeste mensen helemaal buiten het selecte mondaine leven van jazz en dancings leefden
}}