Eugène Brands: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
FotoDutch (overleg | bijdragen)
FotoDutch (overleg | bijdragen)
→‎Citaten, vanaf 1960: nieuwe citaten, 1991
Regel 80:
| tekst = ..een oude op het [[w:Waterlooplein (Amsterdam)|Waterlooplein]] gevonden spiegel, met het door verwering veroorzaakte craquelee, deze ronde diepblauwe deksel binnen de lichtkegel van de straatlantaarn, associeerde mij onmiddellijk aan de wereldruimte, het universum; een overzichtelijk heelal onder handbereik, wie zou zich niet bukken en het oprapen. De volgende morgen kocht ik een busje witte rijwiellak (merk Orion) en binnen betrekkelijk korte tijd had ik mijn heelal voorzien van een compleet melkwegstelsel.
| bron = {{aut|Eugène Brands}}, ''De beet van Cobra, '48-'51'', catalogus Rotterdamsche Kunstkring, 1964
| aangehaald = {{aut|ErikEric Slagter}}, [https://www.dbnl.org/tekst/_str005196901_01/_str005196901_01_0110.php 'De kunst na de bevrijding: experimenten in woord en beeld]', in ''Streven'', jaargang 23, oktober 1969, p. 799
| opmerking = Dit citaat van Brands over zijn assemblage 'Deksel des Hemels' uit 1946 illustreert goed dat het oneindige heelal het kijkraam was, waarmee hij zijn leven lang de dagelijkse werkelijkheid bekeek
}}
 
{{Citaat
| tekst = Eerder dan linnen en verf heb je je ogen nodig om te kunnen schilderen. Het 'zien' is het gevolg van een uiterst gecompliceerd proces dat ons van buitenaf is gegeven. [..] iets stelt mij in staat om te zien. Zo is het dus ook met mijn schilderijen: ik maak geen schilderijen, ik geef slechts de gelegenheid te ontstaan.
| bron = {{aut|Eric Slagter}}, uit notities van Eric Slagter, 1991
| aangehaald = {{aut|Gerda Dijkstra-van-der-Wel}}, [https://issuu.com/mooirood/docs/14069-catalogus-brands-mag-210-pres 'Hfst. 9.'in ''Mysterie van de Kosmos''], Arti Legi b.v. Gouda, 2017; {{ISBN|9789082161724}}
| opmerking = De laatste zin van dit citaat geeft treffend zijn houding tegenover het 'scheppen' aan
}}
 
{{Citaat
| tekst = Bij mij is het schilderen een proces van toezien op wat er zo onbewust mogelijk op het canvas of papier gebeurt, vormen en kleuren die tijdens het schilderen ontstaan, accentueren of juist afzwakken, een voortdurende wijziging, verandering. Het is inderdaad inherent aan [[w:Panta rhei (Heraclitus)|'panta rhei]] van de oude Grieken.
| bron = {{aut|Eric Slagter}}, uit notities van Eric Slagter, 1991
| aangehaald = {{aut|Adri Colpaart}}, ''Eugène Brands – Schilderijen'', Stichting Eugène Brands, Amsterdam, 2001, p. 161
| opmerking = In dit citaat van Brands schemeren nog oudere opvattingen van het Surrealisme door, vergelijkbaar als bij de Deense Cobra-kunstenaar [[w:Asger Jorn|Asger Jorn]]
}}
 
Regel 120 ⟶ 134:
{{Citaat
| tekst = Mijn hele leven was ik wars van koeien. Het associeerde mij aan typisch Hollands, aan roze uiers, rinkelende emmers, aan het ergste naturalisme van 'huisje, boompje, beestje'. Echter, sinds ik als bij 'ingeving' vanuit een rijdende trein er plotseling, boeiende abstrakte schilderijen in zag, intrigeren deze uiterst spannende zwart-wit contrasten mij in hoge mate.
| bron = {{aut|EricAd Wingen}}, ''Eugène Brands. Schilderijen'', Amsterdam 2001, p. 110
| aangehaald = {{aut|Antoon Erftemeijer}}, [https://www.franshalsmuseum.nl/wp-content/uploads/2017/12/zohollands_eindversie_def_1.pdf ''Zó Hollands - Het Hollandse landschap in de Nederlandse kunst sinds 1850'']; Frans Hals museum / De Hallen, Haarlem 2011, pp. 82-84
| opmerking = Brands was vanaf 1967? docent aan de kunstacademie Den Bosch. Hij reisde er per trein naar toe en keek zo veel over het vlakke landschap. In de zwart-wit-formaties van een groepje liggende koeien herkende hij de letter 'M', van 'Mysterie'