Eugène Brands: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
FotoDutch (overleg | bijdragen)
nieuw citaat, 1949
FotoDutch (overleg | bijdragen)
nieuw citaat, 1964
Regel 37:
| bron = {{aut|Eugène Brands}}, titel van zijn assemblage, gemaakt circa 1946
| aangehaald = {{aut|Leo Duppen e.a.}}, ''Eugène Brands – Collages en assemblages'', Stichting Eugène Brands, Amsterdam, 1997, p. 15
| opmerking = Deze assemblage maakte Brands van een op straathet Waterlooplein gevonden diepblauwediepblauw pannendekseldeksel; aan de binneekantbinnenkant ervan spoot hij met witte fietsenlak de sterrennevels, - zie titel
}}
 
Regel 66:
| aangehaald = {{aut|Piet Calis}}, 'Reflex en Cobra: 'er is een lyriek die wij afschaffen' ', in [https://www.dbnl.org/tekst/cali002elek01_01/cali002elek01_01_0003.php ''Het elektrisch bestaan. Schrijvers en tijdschriften tussen 1949 en 1951''], 2001, p. 25
| opmerking = Brands was blij met deze uitbreiding; hij onderkende dat ook andere gebieden van de kunst tegen 'hetzelfde dogmatisch formalisme' optrokken. Daarom was het noodzakelijk om voortdurend onderling uit te wisselen tussen de verschillende kunstvormen
}}
 
{{Citaat
| tekst = ..een oude op het [[w:Waterlooplein (Amsterdam)|Waterlooplein]] gevonden spiegel, met het door verwering veroorzaakte craquelee, deze ronde diepblauwe deksel binnen de lichtkegel van de straatlantaarn, associeerde mij onmiddellijk aan de wereldruimte, het universum; een overzichtelijk heelal onder handbereik, wie zou zich niet bukken en het oprapen. De volgende morgen kocht ik een busje witte rijwiellak (merk Orion) en binnen betrekkelijk korte tijd had ik mijn heelal voorzien van een compleet melkwegstelsel.
| bron = Eugène Brands, ''De beet van Cobra, '48-'51'', catalogus Rotterdamsche Kunstkring, 1964
| aangehaald = {{aut|Erik Slagter}}, [https://www.dbnl.org/tekst/_str005196901_01/_str005196901_01_0110.php 'De kunst na de bevrijding: experimenten in woord en beeld]', in ''Streven'', jaargang 23, oktober 1969, p. 799
| opmerking = Dit citaat van Brands over zijn assemblage 'Deksel des Hemels' uit 1946 illustreert goed dat het oneindige heelal het kijkraam was, waarmee hij zijn leven lang de dagelijkse werkelijkheid bekeek
}}