Bram van Velde: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
nieuw citaat, 17 november 1930 |
→Citaten van Bram van Velde - chronologisch: citaat verbeterd, brief aan E. H. Kramers, 14 november 1927, en citaat uit brief Bremmer samengevoegd |
||
Regel 20:
{{Citaat
| tekst = ..de kunst is er toch niet voor het persoonlijk genoegen van de een of ander [..] Kunst wil alles teruggeven wat in ons leeft. Hoe omvattender de kunstenaar dus het leven tegenover staat [..] zo machtiger zal zijn werk spreken, en geeft een kunstwerk dus een maatstaf van de geestelijke omvang van zijn schepper.
| bron = {{aut|Bram van Velde}}, ''brief aan E. H. Kramers, 25
| aangehaald = {{aut|Erik Slagter}}, ''Bram van Velde een hommage'', Museum De Lakenhal in Leiden, Stedelijk museum Schiedam, Museum De Wieger in Deurne, 1994, p. 44; {{ISBN|90-70940-15-9}}
|opmerking = In contact met de vele nieuwe kunststromingen in Parijs c. 1926 onderkende Van Velde veel 'dilettantisme' - met name bij de Nederlandse kunstenaars van die tijd, die volgens hem vaak voor hun eigen genoegen werkten
}}
{{Citaat
| bron = {{aut|Bram van Velde}}, ''brief aan E. H. Kramers, 14 november 1927
| aangehaald = {{aut|Erik Slagter}}, ''Bram van Velde een hommage'', Museum De Lakenhal in Leiden, Stedelijk museum Schiedam, Museum De Wieger in Deurne, 1994, p. 46; {{ISBN|90-70940-15-9}}
}}
{{Citaat
| tekst = Ben ik aan het schilderen, door levendige spanningen gedreven, dan wil ik tot uitdrukking brengen wat er in me leeft. Is die spanning nu uitgewerkt, is dat leven wat in me was zichtbaar geworden, dan is er gebeurd wat er gebeuren moest. Steeds weer opnieuw beleef je een werk wat zo ontstaan is. Wat is er gebeurd? Moeilijk te zeggen. Want het was niet mijn verstand wat de leiding had maar de innerlijke wens die zijn innerlijk leven openbaarde. Leven en verstand staan voortdurend in conflict. [..] Ik wil vreugde, zekerheid. Dat bereik ik niet door verstandelijke overwegingen, in tegendeel, deze voeren tot zekere vertwijfeling van de innerlijke mens. Niet wat hij denkt houdt de kunstenaar bezig, maar wat hij voelt.
| bron = {{aut|Bram van Velde}}, brief van Corsica 17 november 1930, aan [[w:Henk Bremmer|H.P. Bremmer]]; Gemeentearchief Den Haag, documentatie H.P. Bremmer
| aangehaald = {{aut|Erik Slagter}}, ''Bram van Velde een hommage'', Museum De Lakenhal in Leiden, Stedelijk museum Schiedam, Museum De Wieger in Deurne, 1994, p. 44; {{ISBN|90-70940-15-9}}
Regel 35 ⟶ 38:
}}
* (1944/45) over zijn kommervolle jaren in Parijs tijdens de oorlog: De treurige jaren die nu achter ons liggen brachten mij en ontelbare anderen in een wanhopige toestand. Het is wel te danken aan de volle ernst waarmee ik mijn werk als kunstenaar al vele jaren vervolg en verdiep, dat ik niet ondergegaan ben.. ..Maar nu kunnen en moeten we weer opnieuw beginnen, want de kunst ofschoon niet eetbaar is even noodzakelijk als brood. De kunst is het gezicht van een tijdperk; heel mijn werk als schilder en al mijn energie als mens gaf ik aan dit mooi en groot probleem.. ..de intensiteit waarmee ik schilder is zo groot als mogelijk en put mij uit. Zo had ik geen kracht meer om mijn werk voort te zetten na herfst 1941. Ik was te zwak geworden om op te vangen wat ik door zou moeten geven maar zo noodzakelijk zijn deze ontladingen dat ik nog jaren daarop kon leven.. ..(ik wil geen schilderijen maken en verkopen maar de belangrijke spanningen van mijn leven verwerkelijken, vrij van alle berekening).
|