Jozef Israëls: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
nieuw citaat, over zijn schilderij, 1880 |
→Citaten van Jozef Israëls - chronologisch: nieuw citaat |
||
Regel 29:
| tekst = Men [had er] van alles op te zeggen en wat ik er mee bedoelde vatte niemand. [..] men noemde het de apotheose van een schoudermantel, de figuur veel te groot voor het kader, enz. enz. Vreemd genoeg heeft het vervolgens bijna op alle tentoonstellingen zeer voldaan en wordt [het] nog voor een mijner besten gehouden.
| bron = {{aut|Jozef Israëls}}, ruim na 1880, ''De Haagse School'', R. de Leeuw / J. Sillevis / C. Dumas; Haags Gemeentemuseum, 1983, p. 193 {{ISBN|906522006}}
| aangehaald =
| opmerking = Aanvankelijk werd het schilderij 'Als men oud wordt' in 1880 (zie afbeelding, rechts) slecht ontvangen, het gold in die jaren als een van Israëls meest omstreden werken. Toch werd het schilderij het meest geëxposeerd van al zijn werken; hij maakte dan ook meerdere versies
}}
{{Citaat
| tekst = Er zijn er die vinden dat het [de Nachtwacht, in het net geopende Rijksmuseum in 1884] er prachtig is [hangt], - het blinkt, het schatert even als een kermisstuk, maar is dat de manier waarop die grootste kunst moet worden tentoongesteld? Het is immers onnoodig om iets bij te brengen aan het toch reeds zoo sterke effect en het saamgedrongene der compositie, maar men moet weten, kennen en voelen, waar het hem eigentlijk bij Rembrandt om te doen is. Het is geen pretmaker of een schreeuwleelijk, het is een ernstige en breede kunst..
| bron = {{aut|Jozef Israëls}}, brief aan [[w:Jan Veth|Jan Veth]], herfst van 1894
| aangehaald = [http://docplayer.nl/42488824-In-het-rijksmuseum-door-jan-veth-met-twee-brieven-van-jozef-israels-holkema-s-boekhandel-i-4-november-mdcccxciv.html ''In het Rijksmuseum'', Jan Veth; Holkema’s Boekhandel], Amsterdam, 1894, p. 13
| opmerking = Rembrandt was voor Jozef Israëls de grootste en inspirerende Nederlandse schilder, waardoor hij zich grote zorgen maakte over de presentatie van de 'Nachtwacht' in het Rijksmuseum. Hij schreef later hierover nog een brief naar de betreffende minister
}}
|