Jozef Israëls: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
FotoDutch (overleg | bijdragen)
start, Jozef Israëls
 
FotoDutch (overleg | bijdragen)
citaat over
Regel 1:
[[BestandFile:ThereseJozef SchwartzeIsraëls - PaulZelfportret Josephmet Constantinzieke Gabriëlvoet.jpg|thumb|zijn'zelfportret portretmet dooreen [[w:Thérèsezieke Schwartze|Thérèsevoet', aquarel op Schwartze]]papier, 1899]]
{{Koppelingen
| w = Jozef Israëls
Regel 23:
| aangehaald = Mayken Jonkman & Eva Geudeker, ''Mythen van het Atelier''', D'jonge Hond, Zwolle/The Hague, 2010 – {{ISBN|9789089102065}} en op [https://www.joodsvirtueelmuseum.nl/kunstenaar/jozef-israels/ Joods virtueel museum]
| opmerking = Het citaat van Jozef Israëls illustreert goed dat Jozef Israëls circa 1867 zelf nog op een vrij traditionele wijze schilderde, wat hij hier op het atelier overdroeg aan de jongere schilder David de la Mar
}}
 
==Citaten over Jozef Israëls - chronologisch==
{{Citaat
| tekst = ..de smaken waren toen [c. 1848] zóó zonderling, zóó anti-artistiek, dat eens, toen hij [= Jozef Israëls] een portret van een oude vrouw had gemaakt, [[w:Jan Adam Kruseman|Jan Kruseman]] tegen hem zei dat hij niet meer zulke leelijke menschen moest schilderen, omdat dit den goeden smaak bedierf.
| bron = {{aut|Ph. Zilcken}}, ''Peintres Hollandais Modernes''. Notes par Ph. Zilcken 1894 - 'Jozef Israëls'
| aangehaald = Max Rooses, '' Het schildersboek. Nederlandsche schilders der negentiende eeuw.'' Deel 1. p. 94; Elsevier, Amsterdam 1898 [https://www.dbnl.org/tekst/roos015schi03_01/roos015schi03_01.pdf pdf van volledige tekst]
| opmerking = In dit citaat beschrijft de veel jongere kunstschilder [[w:Philip Zilcken|Ph. Zilcken]] het Haagse dominerende schilders-klimaat rond 1850 en de positie van Jozef Israëls daarin
}}