Jopie Huisman: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
FotoDutch (overleg | bijdragen)
FotoDutch (overleg | bijdragen)
Regel 13:
==Citaten van Jopie Huisman - chronologisch==
=== Citaten, 1978 - 1981===
{{Citaat
| tekst = Dit zijn de schoenen van oude Yde, een vrijgezel. Veertig jaar lang heeft hij ze gedragen. Van onder en van boven, van binnen en van buiten heeft hij ze opgelapt. Ik mocht ze van hem hebben, hij een liter brandewijn, ik de schoenen. Ze beschermden zijn voeten veertig jaar lang. Gingen ze stuk, hij lapte ze op en trok ze weer aan. Hij had wel nieuwe kunnen kopen, want hij trok al van [[w:Willem Drees|Drees]], maar hij was met zijn schoenen getrouwd.
| bron = {{aut|Jopie Huisman}}, circa 1980
| aangehaald = {{aut|Rutger Kopland}}, ''Jopie Huisman'', tekst en redactie, Rutger Kopland; uitgeverij De Toorts, Haarlem 1981, p. 37; {{ISBN|97 8906 020 3491}}
| opmerking = Opmerking van Jopie Huisman terwijl Rutger Kopland zwijgend naar een schilderij zit te kijken in het atelier
}}
 
{{Citaten|
{{Citaat
| titel = Citaten uit publicatie ''Jopie Huisman'', tekst en redactie, Rutger Kopland
| tekst = Voorheen heb ik ook wel eens wat geschilderd, maar omdat ik toen geen antwoord kreeg, ben ik ermee gestopt. Als het een ander niets te zeggen heeft, stop ik ermee. Ik ben geen idioot die in zichzelf zit te praten en naar de punt van het penseel zit te staren. Schilderen doe je met elkaar.
| opmerkingopmerking0 = OpmerkingDe onderstaande opmerkingen van Jopie Huisman geeft hij terwijl Rutger Kopland zwijgend naar eenzijn schilderijwerken zit te kijkenbekijken in het atelier
| bron = {{aut|Jopie Huisman}}, circa 1980
| aangehaaldbron = {{aut|RutgerJopie KoplandHuisman}}, ''Jopienotities Huisman'',uit teksthet ensamen-zijn redactie,met Rutger Kopland; uitgeverij De Toorts, Haarlem 1981, p. 57; {{ISBN|97 8906 020 3491}} 1978-1980
| opmerkingaangehaald = Opmerking{{aut|Rutger vanKopland}}, ''Jopie Huisman'', terwijltekst en redactie, Rutger Kopland; zwijgend naar een schilderij zit teuitgeverij kijkenDe inToorts, hetHaarlem atelier1981
| teksttekst1 = Dit zijn de schoenen van oude Yde, een vrijgezel. Veertig jaar lang heeft hij ze gedragen. Van onder en van boven, van binnen en van buiten heeft hij ze opgelapt. Ik mocht ze van hem hebben, hij een liter brandewijn, ik de schoenen. Ze beschermden zijn voeten veertig jaar lang. Gingen ze stuk, hij lapte ze op en trok ze weer aan. Hij had wel nieuwe kunnen kopen, want hij trok al van [[w:Willem Drees|Drees]], maar hij was met zijn schoenen getrouwd.
| aangehaald1 = p. 37
| opmerking1 = Huisman maakte deze prent in 1973
| teksttekst2 = Voorheen heb ik ook wel eens wat geschilderd, maar omdat ik toen geen antwoord kreeg, ben ik ermee gestopt. Als het een ander niets te zeggen heeft, stop ik ermee. Ik ben geen idioot die in zichzelf zit te praten en naar de punt van het penseel zit te staren. Schilderen doe je met elkaar.
| aangehaald2 = p. 57
| opmerking2 = Al in 1963 had Jopie Huisman een expositie van zijn schilderijen in Harlingen
| teksttekst3 = In 1973 raakte ik plotseling in grote privéproblemen. Ik was helemaal op mezelf teruggeworpen. Toen vond ik tussen de rommel die broek. Een afgetobde, tachtig keer verstelde, smerige melkersbroek. Ik zag mijzelf daarin, hij weerspiegelde de toestand van mijn ziel. Toen heb ik hem meegenomen en geschilderd [titel van schilderij: 'Broek van een koemelker']. Ook omdat andere mensen zich erin herkenden, is het mijn redding geweest. Ik heb er mijn identiteit door teruggevonden. Eigenlijk een zelfportret.
| aangehaald3 = p. 60
| opmerking3 = het schilderij 'Broek van een koemelker' heeft Jopie Huisman in 1975 gemaakt
| teksttekst4 = ..uit zelfbehoud, egoïsme en drang naar geluk heeft de liefde in mij de overhand gekregen en zo wordt alles betoverd en wordt een oude vieze, weggesmeten pop een ding dat je ontroeren kan. De aandacht die ik er aan gegeven heb [aan zijn schilderij 'Lappenpop', uit 1975], samen met de aandacht die u [Rutger Kopland, die kijkt] er aan geeft, zorgt ervoor dat het niet meer verdoemd is, niet meer alleen. Als er een achtergrond bij mijn werk hoort, dan is het dat wel.
| aangehaald4 = p. 66
| opmerking4 =
| teksttekst5 = Maandenlang heb ik aan dit schilderij [titel: 'De steenkruiwagen van C. Adema', 1977] gewerkt en die putemmer bijvoorbeeld op de kruiwagen, heb ik wel twintig keer geschilderd en is precies zo opgebouwd als de natuur hem gevormd heeft. Ik wil het mezelf steeds moeilijker maken. Zo kan het wel – bestaat niet voor mij. Verdieping, daar gaat het om. Ik wil nog eens een keer een schilderijtje zo maken, dat ik haast niet meer kan zien dat het geschilderd is, dat het er gewoon is, zo, zonder meer. Iets heel eenvoudigs.
| aangehaald5 = p. 80
| opmerking5 =
| teksttekst6 = Hoe kleiner de wereld, hoe beter ik me voel. Het riet om mij heen, dan is het kwade de wereld uit. Volgend jaar zal ik dat riet schilderen, ik heb het mij heilig voorgenomen. Een stukje riet met een stukje water eronder. En dan komt het er precies zo op dat je er stil van wordt. Ik schilder het buiten, want fantasie heb ik niet en dat zou ik trouwens een grote brutaliteit van mijzelf vinden. Ik heb er niets aan toe te voegen, ik heb niets in mij en ik geloof dat ik dat mijzelf goed bewust moet zijn, want als gevolg van mijn tijdelijkheid is dat mijn beperktheid.
| aangehaald6 = p. 118
| opmerking6 = Huisman zwierf vaak in zijn boot over het water van de Holle Mar bij Workum, met "mijn shaggie, m'n bootje en m'n hengel."
| tekst7 =
| aangehaald7 =
| opmerking7 =
| tekst8 =
| aangehaald8 =
| opmerking8 =
| tekst9 =
| aangehaald9 =
| opmerking9 =
| tekst10 =
| aangehaald10 =
| opmerking10 =
}}
 
{{Citaatmenu}}
| tekst = In 1973 raakte ik plotseling in grote privéproblemen. Ik was helemaal op mezelf teruggeworpen. Toen vond ik tussen de rommel die broek. Een afgetobde, tachtig keer verstelde, smerige melkersbroek. Ik zag mijzelf daarin, hij weerspiegelde de toestand van mijn ziel. Toen heb ik hem meegenomen en geschilderd [titel van schilderij: 'Broek van een koemelker']. Ook omdat andere mensen zich erin herkenden, is het mijn redding geweest. Ik heb er mijn identiteit door teruggevonden. Eigenlijk een zelfportret.
| bron = {{aut|Jopie Huisman}}, circa 1980
| aangehaald = {{aut|Rutger Kopland}}, ''Jopie Huisman'', tekst en redactie, Rutger Kopland; uitgeverij De Toorts, Haarlem 1981, p. 60; {{ISBN|97 8906 020 3491}}
| opmerking = Opmerking van Jopie Huisman terwijl Rutger Kopland zwijgend naar een schilderij zit te kijken in het atelier
}}
 
{{DEFAULTSORT:Huisman, Jopie}}
{{Citaat
[[Categorie:Nederlands schilder]]
| tekst = ..uit zelfbehoud, egoïsme en drang naar geluk heeft de liefde in mij de overhand gekregen en zo wordt alles betoverd en wordt een oude vieze, weggesmeten pop een ding dat je ontroeren kan. De aandacht die ik er aan gegeven heb [aan zijn schilderij 'Lappenpop', uit 1975], samen met de aandacht die u [Rutger Kopland, die kijkt] er aan geeft, zorgt ervoor dat het niet meer verdoemd is, niet meer alleen. Als er een achtergrond bij mijn werk hoort, dan is het dat wel.
| bron = {{aut|Jopie Huisman}}, circa 1980
| aangehaald = {{aut|Rutger Kopland}}, ''Jopie Huisman'', tekst en redactie, Rutger Kopland; uitgeverij De Toorts, Haarlem 1981, p. 66; {{ISBN|97 8906 020 3491}}
| opmerking = Opmerking van Jopie Huisman terwijl Rutger Kopland zwijgend naar een schilderij zit te kijken in het atelier
}}
 
{{Citaat
| tekst = Maandenlang heb ik aan dit schilderij [titel: 'De steenkruiwagen van C. Adema', 1977] gewerkt en die putemmer bijvoorbeeld op de kruiwagen, heb ik wel twintig keer geschilderd en is precies zo opgebouwd als de natuur hem gevormd heeft. Ik wil het mezelf steeds moeilijker maken. Zo kan het wel – bestaat niet voor mij. Verdieping, daar gaat het om. Ik wil nog eens een keer een schilderijtje zo maken, dat ik haast niet meer kan zien dat het geschilderd is, dat het er gewoon is, zo, zonder meer. Iets heel eenvoudigs.
| bron = {{aut|Jopie Huisman}}, circa 1980
| aangehaald = {{aut|Rutger Kopland}}, ''Jopie Huisman'', tekst en redactie, Rutger Kopland; uitgeverij De Toorts, Haarlem 1981, p. 80; {{ISBN|97 8906 020 3491}}
| opmerking = Opmerking van Jopie Huisman terwijl Rutger Kopland zwijgend naar een schilderij zit te kijken in het atelier
}}
 
{{Citaat
| tekst = Hoe kleiner de wereld, hoe beter ik me voel. Het riet om mij heen, dan is het kwade de wereld uit. Volgend jaar zal ik dat riet schilderen, ik heb het mij heilig voorgenomen. Een stukje riet met een stukje water eronder. En dan komt het er precies zo op dat je er stil van wordt. Ik schilder het buiten, want fantasie heb ik niet en dat zou ik trouwens een grote brutaliteit van mijzelf vinden. Ik heb er niets aan toe te voegen, ik heb niets in mij en ik geloof dat ik dat mijzelf goed bewust moet zijn, want als gevolg van mijn tijdelijkheid is dat mijn beperktheid.
| bron = {{aut|Jopie Huisman}}, circa 1980
| aangehaald = {{aut|Rutger Kopland}}, ''Jopie Huisman'', tekst en redactie, Rutger Kopland; uitgeverij De Toorts, Haarlem 1981, p. 118; {{ISBN|97 8906 020 3491}}
| opmerking = Opmerking van Jopie Huisman terwijl Rutger Kopland zwijgend naar een schilderij zit te kijken in het atelier
}}
 
==Citaten over Jopie Huisman- chronologisch==