Anton Mauve: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
FotoDutch (overleg | bijdragen)
FotoDutch (overleg | bijdragen)
enkele selectieve links naar Ned. Wikipedia, ter verheldering
Regel 19:
 
{{Citaat
| tekst = Goddelijk heerlijk schoon dat [[w:Wolfheze|Wolfhezerland]] met zijne beekje en dennen..
| bron = {{aut|Anton Mauve}},
| aangehaald = {{aut|Antoon Erftemeijer}}, [https://www.franshalsmuseum.nl/wp-content/uploads/2017/12/zohollands_eindversie_def_1.pdf 'Zó Hollands - Het Hollandse landschap in de Nederlandse kunst sinds 1850']; Frans Hals museum | De Hallen, Haarlem 2011, p. 31
| opmerking = Citaat is uit een brief van Mauve aan [[w:Willem Maris|Willem Maris]] (1864), met wie hij vaker samen buiten schilderde
}}
 
Regel 29:
| bron = {{aut|Anton Mauve}}, ''Anton Mauve 1838 - 1888'', exhibition catalog of Teylers Museum, Haarlem / Laren, Singermuseum, 2009, p. 133
| aangehaald = {{aut|De Bodt en Plomp}}, exhibition catalog of Teylers Museum, Haarlem / Laren, Singer, 2009, p. 133
| opmerking = Citaat is uit een brief van Mauve aan [[Willem Maris]] (vanvanuit [[w:Oosterbeek|Oosterbeek]], 1864), met wie hij vaker samen schilderde in en om Oosterbeek
}}
 
{{ Citaat
| tekst = Hoe gaat het met je werk, maak vooral een goed eenvoudig [en] waar dingetje.. ..ik geloof er een goed plaatsje voor te hebben. namelijk ik sprak den Heer [[w:Hendrik Willem Mesdag|Hendrik Mesdag]] over jou en hij drukte de wensch uit dat je hem iets goeds moet laten zien [voor eventuele aankoop]]..
| bron = {{aut|Anton Mauve}}, Brief van A. Mauve aan [[w:David de la Mar|David de la Mar]], 12 augustus 1881, locatie: RKD in Den Haag.
| aangehaald =
| opmerking = Citaat uit zijn brief aan voormalige leerling David de la Mar in 1866; het citaat illustreert Mauve als bemoedigend leraar en collega, zoals later ook bij zijn jongere neef [[Vincent van Gogh]]
Regel 41:
{{Citaat
| tekst = Waarde Vriend! Ik zit zoo als gij ziet nog altijd te Oosterbeek doch zal nu over 2 dagen vertrekken de laatste tijd heb ik aan twee kleine schilderijtjes besteed voor den Heer de Visser, ik heb ze onder een gelukkige atmosfeer geschilderd.. ..ik zend ze jou omdat ze nat waren toen ik ze afzond en ik dat moeyelijk aan den Heer de Visser kon doen, wilt gij ze s.v.p. met een eivernisje bestrijken en vindt gij ze hier of daar eene slecht geziene greep, of ziet gij gemakkelijk kans er nog eene geestige zet in te doen, och kerel ik bid je doe het, want als ze hem niet bevielen en ik krijg geen duiten dan zit ik er leelijk mee in, ik heb ze hoog noodig..
| bron = {{aut|Anton Mauve}}, Brief van A. Mauve aan Willem Maris, 4 Nov. 1867, locatie RKD Archief, Den Haag
| aangehaald =
| opmerking = Citaat uit de brief illustreert goed de handel met de schilderijtjes, gezien vanuit de kunstenaar die zijn levensonderhoud moest verdienen met schilderen
Regel 48:
{{ Citaat
| tekst = Ik maak tegenwoordig leelijke dingen, maar ik vind ze toch beter dan vroeger, meer uit me zelven, eenvoudig koeien met lucht en groenigheid.
| bron = {{aut|Anton Mauve}}, Brief van A. Mauve aan Willem Maris, 21 Jan. 1869, locatie RKD Archief, Den Haag
| aangehaald = {{aut|H.L. Berckenhoff}}, ''Anton Mauve, Etsen van Ph. Zilcken, met fascimiles naar schilderijen, teekeningen en studies'', Amsterdam 1890, ([https://rkd.nl/explore/excerpts/111 microfiche RKD-Archief] Den Haag: Berckenhoff, 1890, p. 20
| opmerking = Citaat geeft duidelijkheid over zijn verandering toen in te schilderen motieven
Regel 54:
 
{{Citaat
| tekst = ..zoo iets waar droevigs [eende atmosfeer bij [[w:Wolfheze|Wolfheze]] ] heb ik nimmer gezien. Een diepbedroefde moeder over het verlies van haar eenige kind is er niets bij. Een breede streep of strook vóór u, welke naar de horizon toe langer hoe zwarter wordt. een geheimzinnig getik en gesis van regendroppels welke halverwege de heiplant aan elk takje en uitspreitseltje blijft hangen..
| bron = {{aut|Anton Mauve}}, Brief van A. Mauve aan Willem Maris, 1860's
| aangehaald = {{aut|De Bodt en Plomp}}, in ''Anton Mauve'', (tentoonstellingscatalogus van het Teylers Museum, Haarlem / Laren, Singer museum), ed. De Bodt en Plomp, 2009, p. 33
Regel 83:
{{Citaat
| tekst = onze Godin [van het schilderen] is soms zoo grillig, juist als je haar wil spreken, houd zij zich schuil en als je niet direct aan haar dacht, komt ze onophoudelijk hándjes geven en is zoo vriendelijk, enfin - wij zullen zien..
| bron = {{aut|Anton Mauve}}, Brief van A. Mauve, vanuit Den Haag, 28 Dec. 1884, aan [[w:Willem Witsen|Willem Witsen]]; locatie, Koninklijke Bibliotheek, Den Haag
| aangehaald =
| opmerking = Citaat van Mauve beschrijft de grillige rol van creativiteit en inspiratie tijdens het schilderen
Regel 90:
{{Citaat
| tekst = Ik ben weer verschrikkelijk aan de gang met 7 schilderijen te gelijk, ik heb nog heel wat te doen, voor ik naar Laren [Noord-Holland] kan gaan wonen..
| bron = {{aut|Anton Mauve}}, Brief van A. Mauve, vanuit Den Haag, mei? 1885, aan [[Willem Witsen]]; locatie, Koninklijke Bibliotheek, Den Haag
| aangehaald =
| opmerking = Citaat van Mauve beschrijft zijn werkwijze van aan meerdere schilderijen tegelijkertijd werken in zijn atelier; hij werkte daar op basis van zijn schetsen die hij buiten had gemaakt