Willem Elsschot: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
PAvdK (overleg | bijdragen)
aanvulling
Regel 14:
| bron = Het gedicht ''[[w:Het Huwelijk|Het Huwelijk]]'', 7 mei 1910.
| aangehaald = [http://focus.knack.be/entertainment/boeken-strips/de-vele-gezichten-van-willem-elsschot/article-normal-210873.html ''De vele gezichten van Willem Elsschot''], Knack-Focus, 7 mei 2013.
| opmerking = Toen hij bespeurde hoe de nevel van den tijd<br>in d'oogen van zijn vrouw de vonken uit kwam dooven,<br>haar wangen had verweerd, haar voorhoofd had doorkloven<br>toen wendde hij zich af en vrat zich op van spijt.<br><br>Hij vloekte en ging te keer en trok zich bij den baard<br>en mat haar met den blik, maar kon niet meer begeeren,<br>hij zag de grootsche zonde in duivelsplicht verkeeren<br>en hoe zij tot hem opkeek als een stervend paard.<br><br>Maar sterven deed zij niet, al zoog zijn helse mond<br>het merg uit haar gebeente, dat haar tòch bleef dragen.<br>Zij dorst niet spreken meer, niet vragen of niet klagen,<br>en rilde waar zij stond, maar leefde en bleef gezond.<br><br>Hij dacht: ik sla haar dood en steek het huis in brand.<br>Ik moet de schimmel van mijn stramme voeten wasschen<br>en rennen door het vuur en door het water plassen<br>tot bij een ander lief in eenig ander land.<br><br>Maar doodslaan deed hij niet, ''want tusschen droom en daad<br>staan wetten in den weg en praktische bezwaren'',<br>en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren,<br>en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat.<br><br>Zoo gingen jaren heen. De kindren werden groot<br>en zagen dat de man dien zij hun vader heetten,<br>bewegingsloos en zwijgend bij het vuur gezeten,<br>een godvergeten en vervaarlijke' aanblik bood.
| opmerking =
| opmerking2 =
}}