Louis Couperus: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
De Wikischim (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
De Wikischim (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 14:
}}
 
==Briefpassages==
{{Citaat
| tekst = Enfin, dat scharrelen met geld zal ik wel tot mijn dood moeten doen, denk ik
Regel 47 ⟶ 48:
| opmerking = Couperus over zijn roman ''De Stille kracht''.
}}
 
{{Citaat
| tekst = (...) de tragedie van alle de duistere, ons nauwelijks bekende, gewetene machten, die onze lichamen-en-ziel als een onscheidbare uniteit beheersen, tyrannisch domineren tot wij niets meer zijn dan de hijgende prooi in de klauwen van het verschrikkelijke Noodlot.
| bron = {{aut|L.Couperus}}, [http://www.dbnl.org/tekst/coup002onge02_01/coup002onge02_01_0055.php ''Intieme impressies''], 1923.
| aangehaald = [http://www.scholieren.com/boekverslag/47766 ''Van oude mensen, de dingen die voorbij gaan''], scholieren.com<br />{{aut|Thomas Vaessens}}, ''Geschiedenis van de moderne Nederlandse literatuur'', Uitgeverij Vantilt, Amsterdam en Nijmegen, 2013, ISBN 9789460041334, p. 198.
| opmerking = Couperus over de roman ''Thérèse Raquin'' van [[Émile Zola]], van wie hij een groot bewonderaar was.
| opmerking2 =
}}
{{Citaat
| tekst = Toen [[Lodewijk van Deyssel|Van Deyssel]] mij toesprak, ben ik in mijn innerste zeer bewogen geweest. Hij zei mij gevoelens, die ik niet wist, dat die zo innig bestonden in de harten der Voormannen van '80 voor hun medebroeder, die zich misschien steeds wat te ver van hen heeft afgehouden, om geen andere reden, dan dat hij eigenlijk, trots al zijn reputaties, een stil mens is, die geen strijder is vaninatuur als zij waren en die alleen wenste onafhankelijk te arbeiden zoals hij verkoos. Ik herhaal, deze houding is misschien een fout geweest; innerlijk was ik toch van dezelfde mentaliteit als die daar in Amsterdam. Maar - het is vreemd - het scheen, dat Amsterdam in die dagen vér van Den Haag lag, en ik beken het eerlijk, dat is misschien jammer geweest.
Regel 105 ⟶ 100:
| bron = {{aut|Louis Couperus}}, [http://dbnl.org/tekst/coup002vane03_01/coup002vane03_01_0031.php ''Van en over alles en iedereen''], p.185.
| aangehaald = {{aut|Marcel Broersma}}, [http://www.historischnieuwsblad.nl/nl/artikel/6486/stille-getuigen.html ''Stille getuigen''], Historisch Nieuwsblad, 2004.
}}
 
==Intieme impressies==
{{Citaat
| tekst = (...) de tragedie van alle de duistere, ons nauwelijks bekende, gewetene machten, die onze lichamen-en-ziel als een onscheidbare uniteit beheersen, tyrannisch domineren tot wij niets meer zijn dan de hijgende prooi in de klauwen van het verschrikkelijke Noodlot.
| bron = {{aut|L.Couperus}}, [http://www.dbnl.org/tekst/coup002onge02_01/coup002onge02_01_0055.php ''Intieme impressies''], 1923.
| aangehaald = [http://www.scholieren.com/boekverslag/47766 ''Van oude mensen, de dingen die voorbij gaan''], scholieren.com<br />{{aut|Thomas Vaessens}}, ''Geschiedenis van de moderne Nederlandse literatuur'', Uitgeverij Vantilt, Amsterdam en Nijmegen, 2013, ISBN 9789460041334, p. 198.
| opmerking = Couperus over de roman ''Thérèse Raquin'' van [[Émile Zola]], van wie hij een groot bewonderaar was.
| opmerking2 =
}}