Ferdinand Domela Nieuwenhuis: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Linkin (overleg | bijdragen)
Twee aanhalingen toegevoegd en alle citaten in afzonderlijke citaat-sjablonen geplaatst
Regel 5:
| wikipedia = Ferdinand Domela Nieuwenhuis
| periode = 1846 - 1919
| beschrijving = was een Nederlandse sociaaldemocratische politicus en later een anarchist
}}
 
==De Libertaire Opvoeding==
{{Citaten
{{Citaat|
| titel = De Libertaire Opvoeding, 1899
| tekst =Wat de mens moet leren, dat is te [[leven]]. Dat verwondert u misschien, want gij zult zeggen: maar wij leven toch! Neen eigenlijk niet, althans wat de grote meerderheid betreft, wij leven niet, wij leiden een plantenleven, van ’s ochtends tot ’s avonds werken wij om zoveel te vergaren als ongeveer nodig is om de maag te vullen, dan slapen wij om onze krachten te herstellen en om nieuwe krachten op te doen om morgen ons werk te kunnen hervatten en zo gaat het steeds door tot de dood komt en ons wegneemt. Ik vraag u: is dat leven? Leven betekent toch al zijn hoedanigheden ontwikkelen, al zijn bekwaamheden verwezenlijken, niet alleen voor zich maar ook voor anderen. Het is daarvoor onontbeerlijk om te weten wat het zeggen wil mens te zijn.
| bron = [http://www.marxists.org/nederlands/domela/1899/1899opvoeding.htm ''De Libertaire Opvoeding''], 1899
| bron = {{aut|Ferdinand Domela Nieuwenhuis}}, [http://www.marxists.org/nederlands/domela/1899/1899opvoeding.htm ''De Libertaire Opvoeding''], 1899.
| opmerking0 =
| aangehaald = [https://www.marxists.org/nederlands/domela/ Marxistische Internet Archief]
| tekst1 = Wat de mens moet leren, dat is te [[leven]]. Dat verwondert u misschien, want gij zult zeggen: maar wij leven toch! Neen eigenlijk niet, althans wat de grote meerderheid betreft, wij leven niet, wij leiden een plantenleven, van ’s ochtends tot ’s avonds werken wij om zoveel te vergaren als ongeveer nodig is om de maag te vullen, dan slapen wij om onze krachten te herstellen en om nieuwe krachten op te doen om morgen ons werk te kunnen hervatten en zo gaat het steeds door tot de dood komt en ons wegneemt. Ik vraag u: is dat leven? Leven betekent toch al zijn hoedanigheden ontwikkelen, al zijn bekwaamheden verwezenlijken, niet alleen voor zich maar ook voor anderen. Het is daarvoor onontbeerlijk om te weten wat het zeggen wil mens te zijn.
| opmerking1opmerking =
| tekst2 = De [[liefde]] is een grote weldoenster, maar gij weet dat de liefde blind is en als zij niet wordt voorgelicht door de rede, kan zij veel kwaad veroorzaken.
| opmerking2 =
| tekst3 = Hoe kan men het betere bereiken, als men niet begint ontevreden te zijn met hetgeen men heeft? Het zijn niet de tevreden mensen, degenen die het voetspoor van de gewoonte volgen, die de wereld zullen vooruitbrengen.
| opmerking3 =
| tekst4 = Evenzo gaat het met tirannen. Het zijn niet de tirannen die een volk tot slaven maken, integendeel de slaafse geest van de volkeren maakt de tirannie mogelijk. Laat ons niet vergeten dat de tiran altijd hoger staat dan anderen, want anders zou hij geen tiran zijn. Het is gemakkelijk te schelden op tirannen, maar laat ons schelden op ons zelf, omdat onze lafheid, onze onverschilligheid de tirannen mogelijk maken. De fout ligt in ons en niet altijd in anderen, want meent gij soms dat een vrij volk een tiran zou dulden gedurende een week, gedurende een enkele dag? Onze slaafsheid, onze gedweeheid schenkt ons tirannen.
| opmerking4 =
| tekst5 =
| opmerking5 =
}}
 
{{CitatenCitaat|
| tekst =De [[liefde]] is een grote weldoenster, maar gij weet dat de liefde blind is en als zij niet wordt voorgelicht door de rede, kan zij veel kwaad veroorzaken.
| titel = De Geschiedenis van het Socialisme, 1901
| bron = {{aut|Ferdinand Domela Nieuwenhuis}}, [http://www.marxists.org/nederlands/domela/19011899/geschiedenis/index1899opvoeding.htm ''De GeschiedenisLibertaire van het SocialismeOpvoeding''], 19011899.
| opmerking0aangehaald =
| opmerking =
| tekst1 = [[Vrijheid]] is op zichzelf een ding zonder inhoud, iets negatiefs. Vrijheid is de atmosfeer waarin men wil ademen en leven. Vrijheid is de vorm, waarvan de inhoud is gelijkheid. Deze twee behoren bij elkaar en vormen als het ware een twee-eenheid. De gelijkheid draagt de vrijheid in zich. Wie zal zich bv. aan een ander onderwerpen, als hij dit niet behoeft? Alleen zij, die gelijkelijk onafhankelijk zijn en toegerust met gelijke machtsmiddelen, zijn vrij. En waarom? Omdat zij gelijk zijn. De gelijkheid draagt dus de vrijheid in zich, want ongelijkheid betekent willekeur en knechtschap.
| opmerking1 =
| tekst2 = Het schijnt dat de mens zelden zichzelf kan zijn. Steeds moet hij leunen op iemand of iets, zodat hij, geestelijk gesproken, altijd op krukken loopt. Nauwelijks heeft hij de ene kruk weggeworpen of hij voelt behoefte aan een nieuwe en meent zonder krukken helemaal niet te kunnen lopen. Vandaar dat het doodsuur van een oud dogma geregeld het geboorte-uur werd van een nieuw dogma. En de anarchist, die hem toeroept: werpt toch uw krukken weg en staat op uw eigen benen, wordt beschouwd als een gek of een dweper. Het is zo gemakkelijk als een ander voor ons denkt en handelt. Aan de menselijke traagheid en gemakzucht is het toe te schrijven dat de kerk en de Staat zoveel macht over de mens uitoefenen. Het is de kerk die bepaalt wat men moet geloven, het is de Staat die ons voorschrijft wat men moet doen. En tussen beiden als tussen twee molenstenen wordt het vrije initiatief van de mens plat gedrukt.
| opmerking2 =
| tekst3 =
| opmerking3 =
| tekst4 =
| opmerking4 =
| tekst5 =
| opmerking5 =
}}
 
{{CitatenCitaat|
| tekst =Hoe kan men het betere bereiken, als men niet begint ontevreden te zijn met hetgeen men heeft? Het zijn niet de tevreden mensen, degenen die het voetspoor van de gewoonte volgen, die de wereld zullen vooruitbrengen.
| titel = Van Christen tot Anarchist, 1910
| bron = {{aut|Ferdinand Domela Nieuwenhuis}}, [http://www.dbnlmarxists.org/tekstnederlands/dome001chri01_01domela/dome001chri01_011899/1899opvoeding.pdfhtm ''VanDe ChristenLibertaire tot AnarchistOpvoeding''], 19101899.
| opmerking0aangehaald =
| opmerking =
| tekst1 = Vrome kinderen, goede leerlingen zijn dezulken, die hun les prompt kunnen opzeggen zonder iets te vragen of aan iets te twijfelen, die altijd alles geloven wat dominee leert, terwijl weetgierige, onderzoekende, nadenkende kinderen, die bewijs geven van een zelfstandig oordeel, meestentijds worden uitgemaakt voor wijsneuzen, voor kinderen die opgroeien voor galg en rad, en tegen wier omgang dan ook als gevaarlijk gewaarschuwd was. Zoo wordt men van jongsafaan afkerig gemaakt van den twijfel en de meerderheid, die het spoor der gewoonte en van de sleur volgt, kiest het gemak boven den doornige weg van nadenken en onderzoek.
| opmerking1 =
| tekst2 = Overigens de ware [[vrijheid]] is verdraagzaamheid, is het verlenen van vrijheid aan anderen in de vaste overtuiging dat op den duur de vrijheid het meest zal winnen door de vrijheid.
| opmerking2 =
| tekst3 = Het partijleven oefent steeds een bedervende invloed uit, daar men de ogen sluit voor zoveel verkeerds in de partij om ze dubbel en dwars open te zetten voor de kleinste afwijkingen in andere partijen.
| opmerking3 =
| tekst4 =
| opmerking4 =
| tekst5 =
| opmerking5 =
}}
 
{{CitatenCitaat|
| tekst =Het zijn niet de tirannen die een volk tot slaven maken, integendeel de slaafse geest van de volkeren maakt de tirannie mogelijk. Laat ons niet vergeten dat de tiran altijd hoger staat dan anderen, want anders zou hij geen tiran zijn. Het is gemakkelijk te schelden op tirannen, maar laat ons schelden op ons zelf, omdat onze lafheid, onze onverschilligheid de tirannen mogelijk maken. De fout ligt in ons en niet altijd in anderen, want meent gij soms dat een vrij volk een tiran zou dulden gedurende een week, gedurende een enkele dag? Onze slaafsheid, onze gedweeheid schenkt ons tirannen.
| titel = Handboek van den Vrijdenker, 1922
| bron = {{aut|Ferdinand Domela Nieuwenhuis}}, [http://www.dbnlmarxists.org/tekstnederlands/dome001hand01_01domela/dome001hand01_011899/1899opvoeding.pdfhtm ''HandboekDe vanLibertaire den VrijdenkerOpvoeding''], 19221899.
| opmerking0aangehaald =
| opmerking =
| tekst1 = Denken doodt als het bij denken alleen blijft, de gedachte moet levend worden in het doen, het handelen.
| opmerking1 =
| tekst2 = Bij de behandeling van een onderwerp is het een eerste voorwaarde, om te trachten alle misverstand te voorkomen, tenzij men diplomaat is, want het geheim van een diplomaat bestaat daarin, om de zaken zo voor te stellen dat er althans zo nodig misverstand uit kan ontspruiten.
| opmerking2 =
| tekst3 =
| opmerking3 =
| tekst4 =
| opmerking4 =
| tekst5 =
| opmerking5 =
}}
 
==De Geschiedenis van het Socialisme==
{{Citaat|
| tekst =[[Vrijheid]] is op zichzelf een ding zonder inhoud, iets negatiefs. Vrijheid is de atmosfeer waarin men wil ademen en leven. Vrijheid is de vorm, waarvan de inhoud is gelijkheid. Deze twee behoren bij elkaar en vormen als het ware een twee-eenheid. De gelijkheid draagt de vrijheid in zich. Wie zal zich bv. aan een ander onderwerpen, als hij dit niet behoeft? Alleen zij, die gelijkelijk onafhankelijk zijn en toegerust met gelijke machtsmiddelen, zijn vrij. En waarom? Omdat zij gelijk zijn. De gelijkheid draagt dus de vrijheid in zich, want ongelijkheid betekent willekeur en knechtschap.
| bron = {{aut|Ferdinand Domela Nieuwenhuis}}, [http://www.marxists.org/nederlands/domela/1901/geschiedenis/index.htm ''De Geschiedenis van het Socialisme''], 1901.
| aangehaald = {{aut|Anno Zijlstra}}, [https://annozijlstra.wordpress.com/2012/03/08/ongelijkheid-betekent-willekeur-en-knechtschap/ Ongelijkheid betekent willekeur en knechtschap.]
| opmerking =
}}
 
{{Citaat|
| tekst =Het schijnt dat de mens zelden zichzelf kan zijn. Steeds moet hij leunen op iemand of iets, zodat hij, geestelijk gesproken, altijd op krukken loopt. Nauwelijks heeft hij de ene kruk weggeworpen of hij voelt behoefte aan een nieuwe en meent zonder krukken helemaal niet te kunnen lopen. Vandaar dat het doodsuur van een oud dogma geregeld het geboorte-uur werd van een nieuw dogma. En de anarchist, die hem toeroept: werpt toch uw krukken weg en staat op uw eigen benen, wordt beschouwd als een gek of een dweper. Het is zo gemakkelijk als een ander voor ons denkt en handelt. Aan de menselijke traagheid en gemakzucht is het toe te schrijven dat de kerk en de Staat zoveel macht over de mens uitoefenen. Het is de kerk die bepaalt wat men moet geloven, het is de Staat die ons voorschrijft wat men moet doen. En tussen beiden als tussen twee molenstenen wordt het vrije initiatief van de mens plat gedrukt.
| bron = {{aut|Ferdinand Domela Nieuwenhuis}}, [http://www.marxists.org/nederlands/domela/1901/geschiedenis/index.htm ''De Geschiedenis van het Socialisme''], 1901.
| aangehaald =
| opmerking =
}}
 
==Van Christen tot Anarchist==
{{Citaat|
| tekst =Overigens de ware [[vrijheid]] is verdraagzaamheid, is het verlenen van vrijheid aan anderen in de vaste overtuiging dat op den duur de vrijheid het meest zal winnen door de vrijheid.
| bron = {{aut|Ferdinand Domela Nieuwenhuis}}, [http://www.dbnl.org/tekst/dome001chri01_01/dome001chri01_01.pdf ''Van Christen tot Anarchist''], 1910.
| aangehaald = {{aut|A.L. Constandse}}, [http://www.tijdschrift-de-as.nl/documenten/de_AS_39-40.pdf "Ferdinand Domela Nieuwenhuis als opvoeder"; Tijdschrift de AS; dubbelnummer 39-40; mei/augustus 1979; p. 15.]
| opmerking =
| opmerking2 =
}}
 
{{Citaat|
| tekst =Vrome kinderen, goede leerlingen zijn dezulken, die hun les prompt kunnen opzeggen zonder iets te vragen of aan iets te twijfelen, die altijd alles geloven wat dominee leert, terwijl weetgierige, onderzoekende, nadenkende kinderen, die bewijs geven van een zelfstandig oordeel, meestentijds worden uitgemaakt voor wijsneuzen, voor kinderen die opgroeien voor galg en rad, en tegen wier omgang dan ook als gevaarlijk gewaarschuwd was. Zoo wordt men van jongsafaan afkerig gemaakt van den twijfel en de meerderheid, die het spoor der gewoonte en van de sleur volgt, kiest het gemak boven den doornige weg van nadenken en onderzoek.
| bron = {{aut|Ferdinand Domela Nieuwenhuis}}, [http://www.dbnl.org/tekst/dome001chri01_01/dome001chri01_01.pdf ''Van Christen tot Anarchist''], 1910.
| aangehaald =
| opmerking =
| opmerking2 =
}}
 
{{Citaat|
| tekst =Het partijleven oefent steeds een bedervende invloed uit, daar men de ogen sluit voor zoveel verkeerds in de partij om ze dubbel en dwars open te zetten voor de kleinste afwijkingen in andere partijen.
| bron = {{aut|Ferdinand Domela Nieuwenhuis}}, [http://www.dbnl.org/tekst/dome001chri01_01/dome001chri01_01.pdf ''Van Christen tot Anarchist''], 1910.
| aangehaald =
| opmerking =
| opmerking2 =
}}
 
==Handboek van den Vrijdenker==
{{Citaat|
| tekst =Denken doodt als het bij denken alleen blijft, de gedachte moet levend worden in het doen, het handelen.
| bron = {{aut|Ferdinand Domela Nieuwenhuis}}, [http://www.dbnl.org/tekst/dome001hand01_01/dome001hand01_01.pdf ''Handboek van den Vrijdenker''], 1922.
| aangehaald =
| opmerking =
| opmerking2 =
}}
 
{{Citaat|
| tekst =Bij de behandeling van een onderwerp is het een eerste voorwaarde, om te trachten alle misverstand te voorkomen, tenzij men diplomaat is, want het geheim van een diplomaat bestaat daarin, om de zaken zo voor te stellen dat er althans zo nodig misverstand uit kan ontspruiten.
| bron = {{aut|Ferdinand Domela Nieuwenhuis}}, [http://www.dbnl.org/tekst/dome001hand01_01/dome001hand01_01.pdf ''Handboek van den Vrijdenker''], 1922.
| aangehaald =
| opmerking =
| opmerking2 =
}}
 
{{wikipedia}}