Bijbelse spreekwoorden en gezegden: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 12:
| opmerking = Het oog van de naald was destijds een nauw straatje in Jeruzalem.
| aangehaald = {{aut|Hans Vogel}}, [http://www.prorepublica.org/artikel.aspx?a=waarde_mevrouw&t=Waarde+mevrouw ''Adel verplicht''], brief aan [[Beatrix der Nederlanden|(toenmalig) koningin Beatrix]], ongedateerd.}}
 
* Aan de vruchten kent men de boom - Matteus 7:17-18
 
* Als een dief in de nacht - 1 Tessalonicenzen 5:2
 
* bij de pakken neerzitten - Genesis 49:14
 
* Bij hoog en laag zweren - Matteus 5:34-35
 
* Dat kan het daglicht niet verdragen - Johannes 3:20
 
* De hand in eigen boezem steken - Exodus 4:6
 
* De haren rijzen je te berge - Job 4:15
 
* De laatsten zullen de eersten zijn - Matteus 19:30, Matteus 20:16, Marcus 10:31 en Lucas 13:30
 
* De schellen vallen hem van de ogen - Handelingen 9:18
 
* De splinter in een anders oog zien, maar niet de balk in eigen oog - Matteus 7:3 en Lucas 6:41
** Aangehaald: [https://books.google.com/books?id=qubAwS8SPcMC&pg=PA152&dq=De+splinter+in+een+anders+oog+zien,+maar+niet+de+balk+in+eigen+oog&hl=en&sa=X&ei=VIThVPqrKszCggT4m4CYAg&ved=0CEsQ6AEwBg#v=onepage&q=De%20splinter%20in%20een%20anders%20oog%20zien%2C%20maar%20niet%20de%20balk%20in%20eigen%20oog&f=false]
 
* De zondebok zijn - Leviticus 16:21 en Hebreeën 10:4
 
* Die niet werkt zal niet eten - 2 Tessalonicenzen 3:10
 
* Die wind zaait zal storm oogsten - Hosea 8:7
 
* Die zichzelf verhoogt, zal vernederd worden - Matteus 23:12 en Lukas 18:14
 
* Een doorn in het oog - Numeri 33:55 en Jozua 23:13
 
* Een lust voor het oog - Genesis 3:6
 
* Een rib uit je lijf - Genesis 2:21-22
 
* Dat is een teken aan de wand - Daniël 5:5
 
* Eerst zien en dan geloven - Johannes 20:25
 
* Ere wie ere toekomt - Romeinen 13:7
 
* Dat is niets nieuws onder de zon - Prediker 1:8-9
 
* Er zit een addertje onder het gras - Genesis 3:1 en Matteus 12:34, Matteus 3:7
 
* Het kaf van het koren scheiden - Matteus 3:12 en Lucas 3:17
 
* Iemand de mond snoeren - 1 Petrus 2:15 en Romeinen 3:19
 
* Iemand op handen dragen - Psalm 91:12
 
* Zo oud als Methusalem - Genesis 5:27
 
* Beter een goede buur dan een verre vriend (Een vriend in de buurt is beter dan een broer ver weg.) - Spreuken 27:10
 
* Wie een kuil graaft voor een ander valt er zelf in (Die een kuil graaft, zal erin vallen) - Spreuken 26:27
 
* Hoogmoed komt voor de val (Hovaardigheid is vóór de verbreking, en hoogheid des geestes vóór de val) - Spreuken 16:18
 
* Honger maakt rauwe bonen zoet (Aan de hongerige ziel is alle bitter zoet) - Spreuken 27:7
 
* Geen zorgen voor de dag van morgen - Mattheüs 6:34
 
* Goed is het als broeders ook tesamen wonen. - Spreuken
 
* Geld wil altijd meer. - Spreuken