Bram van Velde: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
RomaineBot (overleg | bijdragen)
k →‎Citaten met bron: clean up met AWB
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 3:
wikipedia=Bram van Velde|
periode=1895-1985|
beschrijving=is een Nederlandse [[kunstenaar]] die vanaf 1915 respectievelijk in Duitsland, Majorca en in Frankrijk heeft gewoond en gewerkt. Hij ontwikkelde zich van een figuratief expressionistische schilder tot een abstracte schilder met een geheel eigen beeldtaal. Ten onrechte wordt hij vaak ingedeeld bij de 'Ecole de Paris', waar hij zelf veel kritiek op had, vanwege hun esthetische en weinig expressieve schilderbenadering}}
}}
 
=== Citaten met bron ===
 
* over van Gogh: Een man die brandt, een toorts. Zijn oprechtheid is absoluut. Zijn mooiste schilderij is het korenveld waar hij zich doodt. Daar bevinden we ons aan de grens van de schilderkunst. Verder kunnen we niet gaan.
* (1926) over heldere en onheldere kunst: ..Een deel van je werk voel je als klaar (helder, fh), ze geven je een gevoel van bevrijding of schoonheid en je erkent ze als noodwendige stoepen aan. Daarmee ben je dus in zekere zin klaar (af, fh). Met het andere deel (van het werk, fh) is dat laatste niet het geval. Doch daarin ligt de ontwikkeling verborgen en is dus het ware wezen der kunst.. ..is ook het hoge doel, het voorwaarts streven waar kunst vanzelf naartoe dringt. Het onklare (onheldere, fh) deel van je werk wil voorwaarts (stilstand is niet mogelijk, is geen leven geen kunst) en klaar wordt het wanneer door werken met kop en hart werkelijk de stap voorwaarts bereikt is..
** ''brief aan B. Kramers, 1926, uit Bram van Velde: een Hommage, Stedelijk Museum De Lakenhal Leiden, Stedelijk Museum Schiedam, Museum de Wieger, Deurne 1994, page 18''
 
 
* over van Gogh: Een man die brandt, een toorts. Zijn oprechtheid is absoluut. Zijn mooiste schilderij is het korenveld waar hij zich doodt. Daar bevinden we ons aan de grens van de schilderkunst. Verder kunnen we niet gaan.
** ''‘Je peins l’Impossibilité de peindre’, door M. Nuridsany, Le Figaro, 24-10-1989, pagina 35''
**Over van Gogh
 
* (1926) ..de kunst is er toch niet voor het persoonlijke genoegen van de één of ander, maar wil als kunst alles teruggeven wat in ons leeft.. ..Kunst wil alles teruggeven wat in ons leeft. Hoe omvattender de [[kunstenaar]] dus tegenover het leven staat om zo machtiger zal zijn werk spreken, en geeft een [[kunstwerk]] dus een maatstaf van de geestelijke omvang van zijn schepper.
 
* (1926) over zijn eerste jaren in Parijs: Parijs (1920-'26, fh) met zijn menigte van kunstrichtingen dringt onophoudelijk tot het diepste doordringen en herkennen van je innerlijkste wezen. Alleen zo is het mogelijk tot werk te komen wat de tijdspannen beheerst.
** ''brief aan E. H. Kramers, 25-10-1926''
 
* (1927) over de spontane kracht in zijn schilderen: Mijn werk is van mijn wil onafhankelijk, door een innerlijke kracht gedreven ontstaan mijn beste werken, met de wil is daar niets te maken. Het is juist die onmiddellijke spontaniteit van het doorleefde wat het verschil is tussen mijn werk en de meeste anderen, die met hun verstand [[kunstwerken]] maken.
 
* (1926) ..de kunst is er toch niet voor het persoonlijke genoegen van de één of ander, maar wil als kunst alles teruggeven wat in ons leeft.. ..Kunst wil alles teruggeven wat in ons leeft. Hoe omvattender de [[kunstenaar]] dus tegenover het leven staat om zo machtiger zal zijn werk spreken, en geeft een [[kunstwerk]] dus een maatstaf van de geestelijke omvang van zijn schepper.
** ''brief aan E. H. Kramers, 25-10-1926''
 
 
* (1927) over de spontane kracht in zijn schilderen: Mijn werk is van mijn wil onafhankelijk, door een innerlijke kracht gedreven ontstaan mijn beste werken, met de wil is daar niets te maken. Het is juist die onmiddellijke spontaniteit van het doorleefde wat het verschil is tussen mijn werk en de meeste anderen, die met hun verstand [[kunstwerken]] maken.
** ''brief aan E. H. Kramer, 14-11-1927''
 
* (1930) over het schilderen zonder denken: ..Ben ik aan het schilderen, door levendige spanningen gedreven, dan wil ik tot uitdrukking brengen wat er in me leeft. Is die spanning nu uitgewerkt, is dat leven wat in me was zichtbaar geworden, dan is er gebeurd wat er gebeuren moest. Steeds weer opnieuw beleef je een werk wat zo ontstaan is. Wat is er gebeurd? Moeilijk te zeggen. Want het was niet mijn verstand wat de [[leiding]] had maar de innerlijke wens die zijn innerlijk leven openbaarde.
 
* (1929) over een intense werkperiode: Ik zit in een grote werkperiode die me zo in beslag neemt dat er zo goed als niets van me overblijft. Ik ben nooit sterk geweest in theorieën en ik wordt het steeds minder. Mijn werk moet mij voldoening geven en dat is een kamp om leven en dood.. ..Verschillende doeken vol leven en schoonheid zijn weer ontstaan en geven mij de moed en vreugde om de weg te vervolgen. Ook zijn er verschillende doeken bij waar ik noch half in- zit, ontladingen in korte tijd die wel leven hebben maar geen gestalting.
** ''brief aan E. H. Kramer, 28-07-1929''
 
 
* (1930) over het schilderen zonder denken: ..Ben ik aan het schilderen, door levendige spanningen gedreven, dan wil ik tot uitdrukking brengen wat er in me leeft. Is die spanning nu uitgewerkt, is dat leven wat in me was zichtbaar geworden, dan is er gebeurd wat er gebeuren moest. Steeds weer opnieuw beleef je een werk wat zo ontstaan is. Wat is er gebeurd? Moeilijk te zeggen. Want het was niet mijn verstand wat de [[leiding]] had maar de innerlijke wens die zijn innerlijk leven openbaarde.
** ''brief aan H.P. Bremmer, 17-11-1930, Gemeentearchief Den Haag''
 
 
* (1930) over het niet-[[denken]: Leven en verstand staan voortdurend in conflict. Ik wil vreugde, zekerheid. Dat bereik ik niet door verstandelijke overwegingen, in tegendeel, deze voeren tot zekere vertwijfeling van de innerlijke mens. Niet wat hij denkt houdt de kunstenaar bezig, maar wat hij voelt.
** ''uit brief aan H.P. Bremmer, 17-11-1930, Gemeente-archief Den Haag''
 
 
* (1935) terugkijkend op zijn stillevens, geschilderd tijdens de jaren op Palma Majorca: ..Ik geloof dat er een zekere lijn door mijn werk loopt, die te vervolgen en in nieuw werk klaarder (helderder, fh) uitgesproken te vinden, (op dat die) het begrijpen ervan mogelijk maakt. In ieder geval kan dat bewijzen dat het Kunstprobleem geen dood kindje is. Kunst is leven geen [[theorie]]. Moed is de hoofdzaak.. ..U weet, de schilder leeft in verf.
** ''brief aan E.H. Kramer 30-12-1935''
 
 
* (1944/45) over zijn kommervolle jaren in Parijs tijdens de oorlog: De treurige jaren die nu achter ons liggen brachten mij en ontelbare anderen in een wanhopige toestand. Het is wel te danken aan de volle ernst waarmee ik mijn werk als kunstenaar al vele jaren vervolg en verdiep, dat ik niet ondergegaan ben.. ..Maar nu kunnen en moeten we weer opnieuw beginnen, want de kunst ofschoon niet eetbaar is even noodzakelijk als brood. De kunst is het gezicht van een tijdperk; heel mijn werk als schilder en al mijn energie als mens gaf ik aan dit mooi en groot probleem.. ..de intensiteit waarmee ik schilder is zo groot als mogelijk en put mij uit. Zo had ik geen kracht meer om mijn werk voort te zetten na herfst 1941. Ik was te zwak geworden om op te vangen wat ik door zou moeten geven maar zo noodzakelijk zijn deze ontladingen dat ik nog jaren daarop kon leven.. ..(ik wil geen schilderijen maken en verkopen maar de belangrijke spanningen van mijn leven verwerkelijken, vrij van alle berekening).
Regel 107 ⟶ 88:
 
{{DEFAULTSORT:Bram van Velde}}
[[Categorie:Nederlands kunstenaarpersoon]]
[[Categorie:SchilderKunstenaar]]
[[Categorie:Moderne kunst]]
[[Categorie:Abstracte kunst]]
 
[[en:Bram van Velde]]