Wetenschap: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
RomaineBot (overleg | bijdragen)
k →‎Langere citaten: clean up met AWB
RomaineBot (overleg | bijdragen)
k clean up met AWB
Regel 11:
** [[Jacob Bronowski]]
 
* Wetenschappelijke [[onderzoek]] is geen geïsoleerde bezigheid. Wetenschappelijke visies en [[idee]]ën worden ook beïnvloed door de context waarin gewerkt en geleefd wordt.
** Adri Dietvorst, 2001
 
Regel 32:
** [[Latijnse spreekwoorden|Latijns spreekwoord]]
 
* Ik zie de relaties tussen onderwijs en [[onderzoek]] als heel sterk.. zij vormen schering en inslag van hetzelfde weefsel.
** Ton de Leeuw, 2006
 
* Het wetenschappelijk [[onderzoek]] heeft de [[kunstenaar]] eveneens toegestaan een nieuwe realiteit vrij te maken. Waterplanten, oneindig kleine diertjes, een waterdruppel met onder de microscoop duizend keer vergrote microben worden nieuwe beeldende mogelijkheden, of ze maken een ontwikkeling mogelijk voor de decoratieve kunst.
** [[Fernand Léger]]
 
Regel 86:
**De ''psychologische''. “Wetenschap kan vanuit psychologisch gezichtspunt worden onderzocht door de aandacht te richten op het [[proces]] van wetenschappelijke [[begrip]]svorming....
**De ''economische''. Van een ‘wetenschapseconomie’, waarin het verschijnsel wetenschap door de bril van de econoom wordt bekeken, kan men nauwelijks spreken...
**De ''filosofische [[benadering]]'' van het verschijnsel wetenschap bestaat nu zowel uit een analyse als uit een waardering van dit verschijnsel, zowel in de zin van [[onderzoek]] als in de zin van [[theorie]]. In de wetenschapsfilosofische analyse wordt getracht de veronderstellingen van wetenschap als activiteit bloot te leggen en opheldering te krijgen over de weg waarlangs dat [[onderzoek]] verloopt, over de methodes dus en over de logica achter dat [[onderzoek]]. Tevens is de wetenschapsfilosofie erop uit om de vragen over structuur, status en waarheidspretentie van [[theorieën]] te beantwoorden. Bij de waardering gaat het om de vraag naar de rechtvaardiging centraal. Hoe kunnen de veronderstellingen, die methodes van [[onderzoek]] en die waarheidsaanspraken van [[theorieën]] worden gerechtvaardigd....
** [[Herman Koningsveld]] (1987). ''Het verschijnsel wetenschap: een inleiding tot de wetenschapsfilosofie'', Boom Amsterdam 11e druk 1987, p.9-13
 
*... Bij wetenschap gaat het om opzettelijk en doelgericht [[onderzoek]] en verwerving van kennis op een bepaald terrein of vakgebied (vakwetenschap). Deze vorm heeft sinds Plato en de middeleeuwen een geïnstitutionaliseerde vorm gekregen (academies, universiteiten, instituten, laboratoria). Kennis of wetenschap is hier steeds het resultaat van kritisch [[onderzoek]] dan wel controle van gegevens en bereikte resultaten. Dit gaat samen met het opstellen van hypothesen of onderstellingen en [[theorievorming]]... Over betekenis en functie van de [[theorievorming]] zijn nog steeds diepgaande discussies gaande, m.n. naar aanleiding van de aanval van K. R. Popper op de verificatietheorie, die nog steeds het meest aanvaarde en laatstelijk nog door R. Carnap empirisch gefundeerde [[theorie]], waartegenover Popper op scherpzinnige wijze telkens opnieuw z’n falsificatietheorie stelt.
:Hoewel het streven steeds gericht is op definitieve resultaten, blijkt desondanks wetenschap nooit een definitieve vorm of inhoud aan te nemen, maar steeds vatbaar te zijn voor verbreding, uitbreiding, verdieping, correctie, ja zelfs voor radicale keerpunten en revoluties. De wijze van [[onderzoek]] en de controle der resultaten als ook de vorm die aan de resultaten wordt gegeven (systematisch, innerlijk samenhangend geheel) dragen een methodisch karakter, zozeer dat wetenschap in de grond van de zaak sinds de Grieken als een kwestie van methoden (inductieve, deductieve en experimentele methode) wordt beschouwd en eventueel een theoretisch verantwoorde [[technieken]] (statistiek, test); maar ook van redenering en bewijsvorm.
:* [[Karel Kuypers]] (1977). ''Encyclopedie van de filosofie'', lemma: Wetenschapsleer, Elsevier Amsterdam 1977, p.718-719
 
Regel 120:
 
* "Wetenschap en technologie kennen een breed scala aan directe en indirecte opbrengsten. Vele daarvan worden pas na geruime tijd zichtbaar. De omvang, gebruikswaarde en effectiviteit van die resultaten zijn bovendien vaak niet of nauwelijks op systematische wijze te kwantificeren. Dit geldt echter niet voor tastbare kennisdragers in de vorm van publicaties zoals wetenschappelijke artikelen en octrooien. Deze omvangrijke bron van algemeen toegankelijke informatie biedt, via de zogeheten ‘bibliometrische’ methode, de mogelijkheid tot een internationaal vergelijkbare metingen van Nederlandse kennisproductie. Daarvoor wordt een tweetal typen internationale bibliografische informatiebronnen aangeboord:
:(1) internationale wetenschappelijke en technische tijdschriften waarin uitkomsten van kwalitatief hoogwaardig fundamenteel en toepassingsgericht wetenschappelijk [[onderzoek]] doorgaans worden gedocumenteerd
:(2) octrooien, waarmee commercieel en strategisch belangrijke technologische innovaties worden geregistreerd en beschermd".
:* Nederlands Observatorium van Wetenschap en Technologie Wetenschaps- en Technologie-Indicatoren (1998)
 
* Wetenschap is geordende kennis van de werkelijkheid. Haar ideaal is objectiviteit en algemeengeldigheid. Er is een voortdurend streven door om meningen en hypothesen door toetsing en tot wetenschap te verheffen. De gebieden der werkelijkheid geven aanleiding tot groepen van wetenschappen, die echter alle door het ideaal der objectiviteit worden bijeengehouden. De indeling in natuur- en cultuurwetenschappen is opgekomen met de cultuurwetenschappen zelf, die door de historisch-vergelijkende methode worden beheerst en nog geen twee eeuwen bestaan, terwijl natuurwetenschappen (vroeger kortweg 'sciences' of 'filosofie' geheten) een tweeduizendjarige verleden hebben...
: De systematisering der wetenschappen is in de vorige eeuw door Auguste Comte op positivistische en door Hegel op idealistische grondslag ondernomen. Comte ordent de wetenschappen naar opklimmende graad van ingewikkeldheid. De wiskunde voorop (het gebied van de meest algemene en eenvoudige [[ervaring]]) staat voorop, dan volgen astronomie, fysica, chemie, biologie,. De sociologie (die ook de geschiedwetenschap omvat) en door Comte als 'physique sociale' wordt omschreven - ze [[onderzoek]]tonderzoekt de wetten van structuur en dynamiek der samenleving - is de laagste en hoogste wetenschap. Alle wetenschap dient het leven: ‘savoir pour prévoir’. Bij Hegel wordt opgekolommen van de natuur tot de geest, waarin de idee tot zelfbewustzijn komt. Deze [[ordening]] is finalistisch: elke volgende faze is voorbereiding voor een volgende. De wetenschap dient hier niet het leven, maar is er voor haarzelf.
:*[[:w:Johannes Jacobus Poortman|J.J. Poortman]] (1950). "Lemma Wetenschap". In: ''Encyclopedisch Handboek van het moderne denken'', W. Banning (red) ea., Van Loghum Slaterus N.V. Arnhem, 3e druk 1950, p.812
 
Regel 153:
== Zie ook ==
* [[Kennis]]
* [[Onderzoek]]
* [[Wetenschapper]]