Harry Potter (boekenreeks): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Copyrightschending, Kopie van http://harry123potter.websitemaker.nl
Regel 3:
*Voor de goed geordende geest is de dood tenslotte gewoon het volgende grote avontuur.
** uit Harry Potter en de Steen der Wijzen
 
==Harry Potter en de Steen der Wijzen==
'Wat is dat?' vroeg hij aan tante Petunia. ---. 'Je nieuwe schooluniform.' Harry keek nogmaals in de teil. 'O,' zei hij. 'Ik wist niet dat het zo nat moest zijn.' -- Tante Petunia en Harry Potter (blz. 27)
 
'O, steek je kop toch in de plee en trek door!', zei Hagrid. 'Harry - je bent een tovenaar.' -- Hagrid (blz. 40)
 
Hij wendde zich weer tot Harry.'Je zult merken dat sommige tovenaarsfamilies beter zijn dan andere, Potter. Je moet niet aanpappen met de verkeerde soort. Daar kan ik je bij helpen' -- Draco Malfidus (blz. 82)
 
Beste Harry, stond er in slordige hanenpoten,
Ik weet dat je vrijdagmiddag vrij heb, dus heb je zin om rond een uur of drie thee te komen drinken? Ik wil weten hoe je eerste week op school is geweest. Stuur een briefje terug met Hedwig. -- Hagrid (blz. 111)
 
'Potter, dit is Olivier Plank. Plank - ik heb een Zoeker voor je.' -- M. Anderling (blz. 112)
 
'Ik zeg toch niet niks als jij niet alsjeblieft zegt!' zei Foppe met zijn irritante, zangerige stem. 'Nou, goed dan - alsjeblieft.' 'NIKS! Ha ha! Ik zei toch dat ik niet niks zou zeggen als jij niet alsjeblieft zegt! Ha ha! Haaa! -- Foppe en Vilder (blz. 119)
 
Jij hebt geen letter op je trui,' zei George. 'Ze denkt zeker dat jij je eigen naam niet vergeet. Maar wij zijn heus niet stom, hoor - we weten best dat we Gred en Forge heten.' -- George Wemel (blz. 154)
 
'Wat ziet u als u in die spiegel kijkt?'
'Ik? Ik zie gewoon mezelf, met een paar dikke, wollen sokken in mijn hand.'
Harry gaapte hem aan.
'Kerstmis is weer voorbij en ik heb niet één paar gekregen. Iedereen geeft me altijd maar boeken.' -- Perkamentus (blz. 158-159)
 
Zachtjes, zodat de anderen het niet zouden horen, vertelde Harry over Sneeps plotselinge en sinistere verlangen om een Zwerkbalwedstrijd te fluiten.
'Speel dan niet,' zei Hermelien.
'Zeg dat je ziek bent,' zei Ron.
'Doe alsof je je been hebt gebroken,' suggereerde Hermelien.
'Breek je been echt,' zei Ron. -- Harry, Ron en Hermelien (blz. 161)
 
'BEN JE GEK GEWORDEN?' bulderde Ron. 'BEN JE EEN HEKS OF NIET?' -- Ron Wemel (blz. 205)
 
'Wat zich in de kerkers tussen jou en professor Krinkel heeft afgespeeld, is strikt geheim, vandaar dat de hele school op de hoogte is. Ik geloof dat twee van je vrienden, Fred en George Wemel, geprobeerd hebben je een wc-bril te sturen. Ze dachten waarschijnlijk dat dat je zou opbeuren, maar helaas leek het madame Plijster niet erg hygiënisch en daarom heeft ze hem in beslag genomen.' -- Perkamentus (blz. 218)
 
==Harry Potter en de Geheime Kamer==
'Er zit nog wat in de koekenpan, schattebout,' zei tante Petunia, met een liefdevolle blik op haar moddervette zoon. 'Je moet goed eten nu je thuis bent. Ik hoor niet veel goeds over het eten op school...' -- Tante Petunia (blz. 5)
 
Dirk hees zijn broek op, die van zijn dikke kont zakte.
'Waarom staar je naar die heg?' vroeg hij wantrouwig.
'Ik probeer te bedenken met welke spreuk ik hem in fik zou kunnen steken,' zei Harry.
Dirk deinsde meteen achteruit , met een paniekerige uitdrukking op zijn bolle gezicht.
'Je m-mag niet - Pa zei dat je niet m-mocht toveren - dan schopt hij je meteen op straat - en je kunt nergens anders heen - je hebt geen vrienden bij wie je kunt-'
'Simsalabim!'zei Harry fel. 'Hocus Pocus... abracadabra...'
'MAAAAA!' brulde Dirk, die over zijn eigen voeten struikelde terwijl hij terug holde naar huis. 'MAAAAA! Hij doet het weer!' -- Harry en Dirk (blz. 11)
 
'Je zoons zijn vannacht met die auto heen en weer naar Harry's huis gevlogen!'
Schreeuwde mevrouw Wemel.
'Echt?' zei meneer Wemel, 'en, deed hij het goed?' 'Ik - ik bedoel', hakkelde hij, toen hij de vuurschietende ogen van mevrouw Wemel zag, 'dat - dat was fout jongens-heel erg fout...' -- Arthur en Molly Wemel (blz. 33)
 
'Misschien is hij ziek!', zei Ron hoopvol.
'Of misschien is hij opgestapt om dat hij alweer geen leraar Verweer tegen de Zwarte Kunsten is geworden!', zei Harry.
'Of misschien is hij ontslagen!', zei Ron enthousiast, 'Tenslotte kan niemand hem luchten of zien-'
'Of misschien wil hij gewoon graag weten waarom jullie niet met de schooltrein gearriveerd zijn', zei een ijzige stem. -- Harry, Ron en Sneep (blz. 61)
 
Hij knipoogde tegen Harry. 'Als je 't mijn vraagt, zou zij geen nee zeggen tegen een foto met - '
'O, hou toch op,' zei Harry. Ron schaterde en besproeide de grond met slakken. -- Hagrid, Harry en Ron (blz. 90)
 
'o-jazeker,' zei Harry, die zag dat Henk graag wilde dat hij ja zou zeggen -- Harry Potter (blz. 94)
 
Smalhart gaf Harry een joviale klap op zijn schouder. 'Doe nou maar gewoon wat ik deed, Harry!'
'Wat, m'n toverstok laten vallen?' -- Harry en Smalhart (blz. 145)
 
'Professor,'hakkelde Harry,'uw vogel-ik kon het niet helpen-hij vloog opeens in brand-'
Tot Harry's verbazing glimlachte Perkamentus.
'Dat werd tijd,'zei hij'Hij zag er al dagen niet uit. Ik had pas nog tegen hem gezegd dat hij een beetje op moest schieten.' -- Harry en Perkamentus (blz. 155)
 
'O, maak toch dat je wegkomt, Percy,' zei Fred. 'Harry heeft haast.'
'Ja, hij gaat gauw een kopje thee drinken in de Geheime Kamer met zijn bloeddorstige dienaar,' grinnikte George. --Fred en George (blz. 157)
 
'Nou, je hebt er in elk geval niks aan,' zei Ron. Fluisterend voegde hij eraan toe: 'Vijftig punten als je het door Jenny's neus gooit.'
Maar Harry stak het boek in zijn zak. -- Ron (blz. 173)
 
'Professor Perkamentus', zei Ron snel, 'Ik ben bang dat er een ongelukje is gebeurd in de Geheime Kamer. Professor Smalhart-'
Ben ik Professor?', zei Smalhart lichtelijk verbaasd, 'Jeetje. Ik kan er vast geen hout van.' -- Ron en Smalhart (blz. 247)
 
''Hagrid, wat heb je die man in Zwijnskop vertelt?!'' Zei Harry.
''Gewoon hé, dat pluisje een prachtbeest was.''
''Ie kon goed luisteren, en ik heb-ie vertelt dat-ie gewoon een stukkie muziek moest spelen en je zo Pluisje in slaap kon krijgen.''Zei Hagrid.
*Hagrid fronst zijn wenkbrauwen*
''Dat had ik niet moeten zeggen hé.'' -- Harry en Hagrid (Filmquote)
 
'Harry Potter!' 'Wat een eer u te mogen ontmoeten, en mag ik vragen: wat is nu eigenlijk de functie van een rubbereendje?' -- Arthur Wemel (Filmquote)
 
Waarom zei hij nou volg de spinnen, waarom zei hij niet gewoon volg de vlindertjes! -- Ron Wemel (Filmquote)
 
==Harry Potter en de Gevangene van Azkaban==
Ze zweeg even en zei toen nuchter: 'Ik vind je er kerngezond uitzien, Potter, dus neem me niet kwalijk dat ik je vandaag gewoon huiswerk geef. Mocht je onverwacht doodgaan, dan hoef je het niet in te leveren.' -- Minerva Anderling (blz. 85)
 
'Heb - heb niemand z'n boek open kennen krijgen?' zei Hagrid, die nogal beteuterd keek.
Alle leerlingen schudden hun hoofd.
'Je mot ze aaien,' zei Hagrid, alsof dat zo klaar was als een klontje. -- Hagrid (blz. 87)
 
'Waar is Plank?' zei Harry, die besefte dat hij er niet bij was.
'Nog steeds onder de douche,' zei Fred. 'We denken dat hij zich probeert te verdrinken.' -- Harry en Fred (blz. 137)
 
'Zieners lopen liever niet met hun paranormale kennis te koop. Ik doe dikwijls net alsof ik niet helderziend ben, om anderen niet nerveus te maken.' -- Zwamdrift (blz. 173)
 
Professor Zwamdrift kwam ruisend langs.
'Wil iemand hulp bij het interpreteren van de schimmige voortekenen in de Bol?' murmelde ze boven het gerinkel van haar vele armbanden uit.
'Ik heb geen hulp nodig,' fluisterde Ron. 'Het is duidelijk wat dit betekent. We krijgen vannacht dikke mist.' -- Zwamdrift en Ron (blz. 224)
 
==Harry Potter en de Vuurbeker==
''Er staat nu een elektrische kachel,' legde Harry uit.
'Echt waar?' zei meneer Wemel opgewonden. 'Eklektrisch, zei je? Met een stekker? Lieve hemel, dat moet ik zien...' -- Harry en meneer Wemel (blz. 37)
 
'Jij daar,' blafte hij tegen Harry. 'Mee naar de woonkamer. Nu!'
Terwijl hij zich verbijsterd afvroeg wat hij nu weer misdaan had, stond Harry op en volgde oom Herman naar de andere kamer. Oom Herman deed de deur met eensklaps dicht.
'Dacht ik het niet? zei hij, terwijl hij met nijdige passen naar de haard liep, zich omdraaide en Harry aankeek alsof hij op het punt stond hem te arresteren. 'Dacht ik het niet?'
Harry had dolgraag: 'Waarschijnlijk niet, nee,' willen zeggen, maar het leek hem niet verstandig oom Hermans humeur zo vroeg op de ochtend al op de proef te stellen, vooral nu dat toch al zo te lijden had onder het strenge dieet. Hij koos daarom voor een uitdrukking van beleefde verbazing. -- Oom Herman (blz. 49)
 
'Nou, ik niet,' zei Percy schijnheilig. 'Ik moet er niet aan denken hoe m'n postbakje eruit zou zien als ik vijf dagen wegbleef van m'n werk.'
'Ja, wie weet zou iemand er dan weer drakenstront in doen, hè Percy?' zei Fred.
'Dat was een mestmonster uit Noorwegen!' zei Percy, die vuurrood werd. 'Het had helemaal niets persoonlijks!'
'Jawel,' fluisterde Fred tegen Harry, terwijl ze opstonden van tafel. 'Het kwam van ons.' -- Fred, Percy en Harry (blz. 53)
 
'Dat moet een GRAP zijn!' zei Fred Wemel luid.
De gespannen sfeer die sinds de binnenkomst van Dolleman had geheerst verdween op slag. Bijna iedereen lachte en Perkamentus grinnikte waarderend.
'Dat is géén grap, meneer Wemel,' zei hij. 'Hoewel ik, nu u het zegt, van de zomer wel een hele goeie hoorde over een trol, een feeks en een kabouter die aan de bar zitten en-'
Professor Anderling schraapte luid haar keel.
'Eh - maar misschien is dit niet echt het juiste moment... nee...' zei Perkamentus. -- Albus Perkamentus en Fred Wemel (blz. 145)
 
'Er staat je niet echt een leuke maand te wachten, hè?' zei ze sarcastisch terwijl Knikkebeen zich oprolde op haar schoot.
'Nou, een gewaarschuwd mens telt voor twee,' zei Ron geeuwend.
'Volgens mij verdrink je twee keer.' zei Hermelien.
'Oja?' zei Ron, die zijn voorspellingen bekeek. 'Dan zeg ik wel dat ik één keer vertrapt wordt door een losgebroken hippogrief.' -- Ron Wemel en Hermelien Griffel (blz. 173)
 
'Geweldig!' zei Harry. 'Vrijdag is Toverdranken onze laatste les! Dan heeft Sneep geen tijd om ons allemaal te vergiftigen!' -- Harry (blz. 181)
 
'Wat is dat?' zei Ron en hij wees op een grote terrine met een soort soep van vis en schelpdieren, die naast een enorme vleespastei stond. 'Bouillabaisse.' zei Hermelien. 'Gezondheid!' zei Ron. -- Hermelien en Ron (blz. 193)
 
'Madame Mallemour!' zei Fleur meteen en ze liep met grote passen naar haar schoolhoofd toe. 'Ies 'et waar dat diet kleine jochie ook meedoet?' -- Fleur Delacour (blz. 210)
 
'Harry, ik heb eens nagedacht - je weet toch wat je moet doen, he? Zodra we terug zijn in het kasteel?' 'Ja, Ron een schop voor z'n -' 'Sirius schrijven!' -- Harry en Hermelien (blz. 221)
 
'Laat Percy je niet horen,' zei Hermelien met een flauwe glimlach.
'Ja, nou, Percy zou nooit willen werken voor iemand met gevoel voor humor,' zei Ron, die nu aan een moorkop begon. 'Percy zou nog geen grap herkennen als die naakt voor hem ronddanste met Dobby's theemuts op.' -- Hermelien en Ron (blz. 291)
 
''Ik heb promotie gemaakt,' zei Percy, nog voor Harry hem iets kon vragen. Aan zijn toon te horen was het alsof hij tot Alleenheerser van het Universum was gekozen.' -- Percy Wemel (blz. 314)
 
'Nee!' zei Hermelien koppig. 'Ik wil weten hoe ze me met Viktor heeft horen praten! En ook hoe ze dat te weten is gekomen van Hagrids moeder!'
'Misschien met een elektronische monitor,' zei Harry.
'Een elektronische moni-tor?' zei Ron verbaasd. 'Wat is dat voor beest?' -- Harry, Ron en Hermelien (blz. 411)
 
Ron was gefascineerd, maar Hermelien viel hen in de rede. 'Zijn jullie nou echt nooit van plan om Een Beknopte Beschrijving van Zweinstein te lezen?'
'Waarom zouden we?' zei Ron. 'Jij kent het uit je hoofd, dus we kunnen het altijd aan jou vragen. -- Hermelien en Ron (blz. 411)
 
De deur van de Uilenvleugel vloog met een klap open. Fred en George stapten naar binnen, maar verstijfden toen ze Harry, Ron en Hermelien zagen.
'Wat doen jullie hier?' zeiden Ron en Fred tegelijkertijd.
'Een brief sturen,' zeiden Harry en George in koor.
'Wat, zo vroeg 's ochtends?' zeiden Hermelien en Fred. -- Ron, Fred, Harry, George en Hermelien (blz. 425)
 
==Harry Potter en de Orde van de Feniks==
 
'Alsof we geïnteresseerd zijn in hun ranzige privé-leven', snoof tante Petunia, die de scheiding gefascineerd had gevolgd in elk roddelblad dat ze maar in haar knokige handen kon krijgen. -- Tante Petunia (blz. 7)
 
‘Waarom had je je verstopt onder het raam?'
'Ja-ja,goed punt,Petunia!'Wat deed je onder ons raam,jongen?'
Ík luisterde naar het nieuws,'zei Harry.
'Luisterde naar het nieuws?Alweer?'
'Nou het is elke dag anders,'zei Harry. -- Petunia, Herman en Harry (blz. 8)
 
We weten dat je iets in je schild voert,'zei tante Petunia.
'We zijn niet helemaal achterlijk,'zei oom Herman.'Nou dat is inderdaad nieuws,'zei Harry,die kwaad begon te worden. -- Petunia, Herman en Harry (blz. 9)
 
'En wie hebben jullie vanavond afgetuigd?' zei Harry en zijn grijns stierf weg. 'Weer een jochie van tien? Ik weet dat jullie twee dagen geleden Mark Evers te grazen hebben genomen...'
'Hij vroeg erom,' snauwde Dirk.
'Oja?'
'Hij was brutaal tegen me.'
'Meen je dat? Zei hij soms dat je een varken bent dat geleerd heeft om op zijn achterpoten te lopen? Want dat is niet brutaal, Dirk, dat is gewoon waar.' -- Dirk en Harry (blz. 14)
 
'Nooit daar je stok stoppen, jongen!' brulde Dolleman. 'Stel dat hij vlam vat? Zo zijn betere tovenaars dan jij een bil kwijtgeraakt!' -- Dwaaloog Dolleman (blz. 41)
 
Mevrouw Wemel slaakte net zo'n snerpende kreet als Hermelien.
'Ik kan het niet geloven! O Ron Wat fantastisch! Klassenoudste! Nu zijn al mijn kinderen dat geweest!'
'Wat zijn Fred En Ik dan? De buren? Zei George verontwaardigd, terwijl zijn moeder hem opzij duwde en haar armen om haar jongste zoon sloeg. -- Mevrouw Wemel, Fred Wemel (blz. 131)
 
'En in ons eerste jaar,' zei Marcel tegen de groep, 'heeft hij die Steen met Wijzers gered -'
'Steen der Wijzen!' siste Hermelien.
'Ja, die - uit de klauwen van jeweetwel,' vervolgde Marcel -- Marcel en Hermelien (blz. 168)
 
'Maar- waarom?' vroeg Harry verbijsterd. Hij wist dat Simons moeder heks was en kon niet begrijpen waarom ze plotseling zo Duffeling-achtig deed. -- Harry Potter (blz. 173)
 
'Neem een koekje, Potter'
'Neem een- wat? -- Minerva Anderling en Harry Potter (blz. 196)
 
'Ik hoorde stemmen,' zei ze.
'Ik praatte tegen Muil,' zei Hagrid resoluut.
'En die praatte terug?'
'Nou... zo zou je 't kennen zeggen,' zei Hagrid onbehaaglijk. 'Ik zeg wel 'ns dat Muil net een mens is -' -- Hagrid en Omber (blz. 340)
 
Ik ben het wapen niet, dacht Harry. Zijn hart sprong op van vreugde en opluchting en hij had direct zin om mee te zingen met Sirius, die op weg was naar de kamer van Scheurbek en uit volle borst 'O Hippogrief, o Hippogrief, ik heb uw mooie veren lief' galmde. -- Sirius (blz. 389)
 
'Alsjeblieft, Agnes,' zei de Heler opgewekt tegen de vrouw met de vacht en ze gaf haar een stapeltje kerstcadeaus. 'Kijk, je wordt niet vergeten en je zoon heeft een uil gestuurd om te laten weten dat hij vanavond op bezoek komt. Gezellig, he?'
Anges blafte luid. -- Heler en Agnes (blz. 396)
 
'Met mij gaat het prima, dankje!' zei Smalhart monter. Hij haalde een nogal verfrommelde pauwenveer uit zijn zak. 'En, hoeveel handtekeningen willen jullie? Ik kan nu letters aan elkaar schrijven, weet je!'
'Eh - even niks nodig, maar toch bedankt,' zei Ron. Hij keek met opgetrokken wenkbrauwen naar Harry, die vroeg: 'Professor, mag u wel op deze gang zijn? Moet u niet terug naar uw zaal?'
Smalharts glimlach stierf weg. Hij keek Harry aandachtig aan en zei toen: 'Kennen we elkaar niet?'
'Eh... ja,' zei Harry. 'U gaf les aan Zweinstein, weet u nog?'
'Les?' herhaalde Smalhart. Hij leek een beetje uit het veld geslagen.
'Ik? Werkelijk?'
Zijn glimlach keerde zo plotseling terug dat het bijna angstaanjagend was.
'Ik heb jullie vast alles geleerd wat ik wist! Nou, hoe zit het met die handtekeningen? Zullen we beginnen met een stuk of tien? Jullie kunnen ze aan jullie vriendjes geven, er is genoeg voor iedereen!' -- Harry, Ron en Smalhart (blz. 396)
 
'Goed... meneer,' zei Harry -- Harry Potter (blz. 411)
 
'DE MENSEN VAN HET MINISTERIE ZIJN MAFKETELS' of ZAK IN DE MEST, OMBER'. -- Posters van Fred en George (blz. 452)
 
'Ik ben je nóg een verklaring schuldig, Harry,' zei Perkamentus aarzelend. 'Je hebt je misschien afgevraagd waarom ik jou niet als klassenoudste heb gekozen. Ik moet toegeven... dat ik vond... dat je al genoeg verantwoordelijkheden had.'
Harry keek hem aan; een traan rolde over de wang van Perkamentus en drupte in zijn lange, zilvergrijze baard. -- Perkamentus (blz. 649)
 
'En lijk ik het type dat zich laat intimideren?' blafte oom Herman.
'Nou...' zei Dolleman. Hij duwde zijn bolhoed naar achteren zodat zijn sinister tollende magische oog zichtbaar werd. Oom Herman sprong vol afgrijzen achteruit en botste pijnlijk tegen een bagagekarretje. 'Ja, dat type lijk je me nou net, Duffeling.' -- Dolleman en Herman Duffeling (blz. 667)
 
'Dat jij nou toevallig de emotionele reikwijdte van een theelepeltje hebt, hoeft dat niet voor iedereen te gelden.' -- Hermelien
 
'Vrolijk kerstfeest Harry Potter, meneer!' -- Dobby
 
==Harry Potter en de Halfbloed Prins==
 
'Zullen we aannemen dat u me gevraagd heeft mee te gaan naar de woonkamer?' -- Perkamentus (blz. 39)
 
'Ja,' klonk de vermoeide stem van meneer Wemel. 'Maar dat zou ik ook zeggen als ik een Dooddoener was, schat. Stel je vraag!'
'Moet dat nou?'
'Molly!'
'Goed, goed... wat is je liefste wens?'
'Erachter komen hoe vliegtuigen in de lucht blijven.' -- Molly en Arthur Wemel (blz. 68)
 
´Oh,´ zei Ron teleurgesteld. ´We dachten -´ Hermelien wierp Ron een waarschuwende blik toe en Ron veranderde vliegensvlug zijn zin. ´- we dachten al zoiets.´ -- Ron en Hermelien (blz. 71)
 
'Zei ik niet dat we nonverbale spreuken zouden oefenen,Potter?'
'Ja,'zei Harry stijfjes.
'Ja meneer.'
'U hoeft me geen meneer te noemen, professor.' -- Harry en Sneep (blz. 137-138)
 
'U zei aan het eind van vorig schooljaar dat u me alles zou vertellen,' zei Harry. Het kostte hem moeite zijn stem niet beschuldigend te laten klinken. 'Professor,' voegde hij eraan toe.
'Klopt,' zei Perkamentus kalm. 'En ik héb je ook alles verteld wat ik weet. Van nu af aan laten we dat fundament van feiten achter ons en reizen we samen via de wazige wegen van het geheugen naar het ongebaande oerwoud van het naarstige nattevingerwerk.' -- Harry en Perkamentus (blz. 150)
 
'Wil iedereen die niet bij Griffoendor hoort onmiddellijk opkrassen,'brulde Harry. -- Harry (blz. 170)
 
'Sinds wanneer noem jij me 'meneer'?
En sinds wanneer noem jij me 'Potter' ? -- Harry en Hagrid (blz. 173)
 
'Een Onbreekbare Eed?' zei Ron stomverbaasd. 'Nee, dat geloof ik niet... weet je het zeker?'
'Heel zeker,' zei Harry. 'Wat houdt dat in?'
'Nou, een Onbreekbare Eed kun je niet verbreken...'
'Vreemd genoeg had ik dat zelf ook al bedacht.'' -- Ron en Harry (blz. 246)
 
'Maar jij bént normaal!' zei Harry fel. 'Je hebt alleen een - een probleempje -'
Lupos barstte in lachen uit. -- Harry Potter en Remus Lupos (blz. 253)
 
'Ik wil hier geen nacht blijven,' zei Harry boos. Hij ging overeind zitten en gooide de dekens van zich af. 'Ik wil Stoker te pakken krijgen en hem vermoorden!'
'Dat zouden we ook 'overmatige inspanning' kunnen noemen,' zei madame Plijster. -- Madame Plijster en Harry (blz. 313)
 
'Eh - nou - geesten zijn doorzichtig -' zei hij.
'Een meesterlijke uiteenzetting!' viel Sneep hem schamper in de rede. 'Je ziet wel dat bijna zes jaar magisch onderwijs niet voor niets geweest is, Potter. Geesten zijn doorzichtig.' -- Harry en Sneep (blz. 347)
 
'En Odo de held, die droeg men naar huis.
Daar werd hij ter aarde besteld,
Als tragische slotnoot stond op zijn steen,
Zijn naam achterstevoren gespeld.' -- Slakhoorn (blz. 368)
 
'Ik ben bang dat de knol - pardon, onze centaur - niets van cartomantie weet.' -- Zwamdrift (blz. 409)
 
'Ik ben zwak...'zei hij.
'Wees niet bang,' zei Harry, al was hij dat zelf wel omdat Perkamentus er zo uitgeput en bleek uitzag. 'Wees niet bang, ik zorg dat we thuiskomen... steunt u maar op mij...'
Harry legde de niet-gewonde arm van Perkamentus om zijn schouder, loodste het schoolhoofd mee rond het meer en droeg het grootste deel van zijn gewicht. -- Perkamentus en Harry (blz. 435)
 
==Harry Potter en de Relieken van de Dood==
 
'Of ik kan -? Natuurlijk kan ik autorijden, verdorie!' --Oom Herman (blz. 31)
 
'Als jullie denken dat ik zes mensen hun leven voor mij op het spel laat zetten-!'
'- want dat zou voor ons allemaal de eerste keer zijn,' zei Ron.
'Dit is anders, doen alsof jullie mij zijn -'
'Je moet niet denken dat we staan te trappelen, Harry,' zei Fred in alle ernst. 'Stel dat er iets misgaat? Dan zijn we misschien de rest van ons leven magere, brildragende sukkels.' -- Harry Potter, Fred en Ron Wemel (blz. 40)
 
'Hagrid!' schreeuwde Harry terwijl hij zich in doodsnood aan de motorfiets vastklampte. 'Hagrid - accio Hagrid!' -- Harry Potter (blz. 49)
 
'Bijna klaar,' herhaalde George. Hij deed zijn ogen open en keek zijn broer aan. 'Ik ben op één oor na gevild. Op één oor na, Fred. Snap je hem?'
Mevrouw Wemel snikte harder dan ooit, maar Freds bleke gezicht kreeg weer kleur.
'Zielig gewoon,' zei hij tegen George. 'Om te huilen! Heel de wijde wereld van de oorhumor ligt voor je open en dan ben jij tevreden met op één oor na gevild? -- Fred en George Wemel (blz. 59)
 
'Als ik ooit trouw, hoeft dit soort onzin niet voor mij,' zei Fred en hij trok aan de kraag van zijn eigen galagewaad. 'Jullie mogen gewoon dragen wat lekker zit en ik spreek de Vloek van de Totale Verstijving uit over ma tot alles weer voorbij is.' -- Fred Wemel (blz. 104)
 
'...en je haar is veel te lang, Ronald. Even dacht ik dat je Ginevra was. Merlijns baard, wat heeft Xenofilus Leeflang nou weer aan? Hij lijkt wel een omelet.' -- Tante Marga (blz. 107)
 
'Nóg een Wemel? Jullie planten je ook werkelijk voort als tuinkabours! Is Harry Potter er niet? Ik hoopte juist dat ik hem nou eens zou ontmoeten. Ik dacht dat hij een vriend van je was, Ronals, of zat je gewoon weer op te scheppen? -- Tante Marga (blz. 107)
 
'Rita Pulpers? O, die vind ik geweldig! Ik lees haar stukjes altijd.' -- Tante Marga (blz. 115)
 
'Hou daar nou eindelijk eens mee op!' riep ze op de derde avond nadat Knijster was vertrokken, toen voor de zoveelste keer het licht uit de kamer werd weggezogen. 'Sorry, sorry,' zei Ron. Hij klikte met de Uitsteker liet het licht weer terugkeren. 'Ik weet zelf ook niet waarom ik het doe.' 'Kun je niks nuttiger verzinnen?' 'Zoals? Sprookjes lezen?' -- Ron en Hermelien (blz. 151)
 
'Nog eentje, Meester, als toetje?' -- Knijster (blz. 164)
 
'Ze bleef vlak voor hem staan, met haar mond een beetje open: Ron glimlachte flauwtjes, maar hoopvol en stak zijn armen half uit. Hermelien sprong op hem af en begon ieder plekje van zijn lichaam dat ze maar raken kon met haar vuisten te bewerken.' -- Ron Wemel en Hermelien Griffel (blz. 275-276)
 
'Gebruik je hersens eens een keertje, Ron!' -- Hermelien (blz. 276)
 
'Misschien is Jeweetwel in het buitenland en misschien ook niet. Feit blijft dat hij zich sneller kan verplaatsen dan Severus Sneep op de vlucht voor en fles shampoo, dus reken er alsjeblieft niet op dat hij lekker ver weg is als je van plan bent risico's te nemen.' -- Fred Wemel (blz. 320)
 
''De zilveren hinde!' zij hij opgewonden. 'Was die ook van u?' 'Waar heb jij het over?' vroeg Desiderius. 'Iemand stuurde ons een patronus in de vorm van een hinde!' 'Met jouw hersens zou je best een Dooddoener kunnen zijn, jongen. Ik heb toch net laten zien dat mijn Patronus een geit is?'' -- Ron Wemel en Desiderius Perkamentus (blz. 400)
 
'Tja, eten is een van de vijf uitzonderingen op Grondels Wet van de Elementaire Transfiguratie,' zei Ron en iedereen keek hem stomverbaasd aan. -- Ron Wemel (blz. 413)
 
Velen snakten naar adem of slaakten kreten van verbazing tien ze Alecto zagen liggen. Langzaam schuifelden ze naar haar toe, alsof ze een verscheurend dier was dat elk moment wakker kon worden en hun kon aanvliegen. Een dappere eerstejaars duwde met zijn grote teen tegen haar achterwerk.
'Volgens mij is ze dood!' zei hij opgetogen.
'Kijk,' fluisterde Loena terwijl de andere Ravenklauwen om Alecto heen gingen staan. 'Ze zijn blij!' -- Loena + eerstejaars van Ravenklauw (blz. 420)
 
'We zullen de school verdedigen tegen Hij Die Niet Genoemd Mag Worden terwijl jij opzoek gaat naar dat- voorwerp.'
'Is dat mogelijk?'
'Dat denk ik wel,' zei professor Anderling droogjes. 'Wij leraren kunnen behoorlijk goed toveren weet je.' -- Minerva Anderling (424)
 
''Ons schoolhoofd neemt een korte vakantie.' zei professor Anderling en ze wees op het Sneepvormige gat in het raam. -- Minerva Anderling (427)
 
''NIET MIJN DOCHTER, KRENG!' -- Molly Wemel (blz. 524)
 
We hebben ze in de pan gehakt en potter is van goud!
Stop vollie onder de zoden en zet het boterbier koud! -- Foppe (blz. 532)
 
'Onze Teddy! Teddy Lupos! En hij zoende onze Victoire! Onze nicht! Nou, ik vroeg wat hij aan het doen was-'
'Heb je ze gestoord?' vroeg Ginny. 'Je bent ook net Ron-'' -- James Potter (blz. 539)
 
Alles was goed. -- Verteller (blz. 541)
 
 
[[Categorie:Literatuur]]