Piet Mondriaan: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Mdd (overleg | bijdragen)
k Link(s)
Mdd (overleg | bijdragen)
Link(s)
Regel 34:
*'De abstracte beelding van verhouding nu, beeldt de oerverhouding in bepaaldheid door tweeheid van stand, welke rechthoekig op elkander is (horizontale en verticale balken, fh). Deze verhouding van stand is de meest evenwichtige, omdat daarin de verhouding van het uiterste eene en het uiterste andere in volkomen harmonie uitgedrukt is en alle andere verhoudingen inhoudt. Zien we deze twee uitersten als manifestatie van het innerlijke en het uiterlijke, zoo vinden we de Nieuwe Beelding niet als de ontkenning van het volle leven: dan zien we haar als de verzoening van de dualiteit van stof en geest.' (De Stijl, nr 1, oktober 1917)
 
*'Wordt de aandacht alleen op het universeele gericht, dan zal de afzonderlijkheid, het individueele, in de beelding verdwijnen - zooals de schilderkunst getoond heeft. (Pas) als het individueele niet meer in de weg staat, kan het universele zich eerst zuiver beelden. Dan eerst kan het universeel [[bewustzijn]] (intuïtie) - de oorsprong aller kunst - zich rechtstreeks uiten; een zuivere kunstuiting ontstaat.' (De Stijl, nr 1, oktober 1917)
 
*'Deze ontstaat echter niet vóór den tijd. Het tijdsbewustzijntijds[[bewustzijn]] bepaalt de kunstuiting; de kunstuiting weerspiegelt het tijdsbewustzijn. Alleen die kunstuiting is thans werkelijk levend, welke het huidig - het komend - tijdsbewustzijn tot uiting brengt.' (De Stijl, nr 1, oktober 1917)
 
*'Als in de juiste verwerking van de beeldingsmiddelen en de toepassing daarvan, de compositie, de enig zuiver beeldende uitdrukking van kunst gelegen is, moeten de beeldingsmiddelen volkomen in overeenstemming zijn met hetgeen zij te beelden hebben. Moeten zij rechtstreeks uitdrukking van het universeele zijn, zoo zullen zij niet anders dan universeel, d.i. abstract kunnen wezen.' (De Stijl, nr 1, oktober 1917)