Julius Caesar: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
ChtitBot (overleg | bijdragen)
k robot Erbij: br:Julius Caesar
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 28:
**"Mensen geloven graag wat ze willen geloven."
 
| overzicht staatshoofden | historisch overzicht | Naar homepage
 
Julius Caesar
 
Klik hier voor een kaart van het Romeinse rijk (Romani Imperii imago, Antwerpen: Plantijn, 1579).
 
Gaius Julius Caesar, zoals hij voluit heet, wordt op 13 juli in het jaar 100 v. Chr. geboren te Rome als zoon van een vooraanstaande Romeinse familie. Caesar kreeg een goede opvoeding en studeerde bij Marcus Antonius Gnipho, een vooraanstaand professor die ook de leermeester was van Cicero. Caesar blinkt vooral uit door zijn aangeboren redenaarstalent dat hij bijschaaft op een in die tijd vooraanstaande school voor welsprekendheid (rhetorica) op het Griekse eiland Rhodos. In 84 v. Chr. trouwt hij met Cornelia (zij overlijdt in 67 v. Chr.).
 
In 91 v. Chr. breekt er een burgeroorlog uit in Rome. De familie van Caesar staat aan de kant van de rebellen onder leiding van Gaius Marius (een oom van Julius Caesar). Gaius Marius strijdt tegen Sulla, de leider van de senaatspartij. In 86 v. Chr. slaagt Gaius Marius er in om zichzelf tot consul te laten benoemen. Hij overlijdt echter enkele dagen daarna en vanaf dat moment is Caesar zijn leven niet meer zeker. Het overlijden van zijn vader, een jaar later, is ook niet bevorderlijk voor zijn veiligheid. Sulla eist van Caesar dat hij zich laat scheiden van zijn vrouw Cornelia als teken van zijn loyaliteit aan het regime van Sulla. Caesar weigert dit ondanks het feit dat hem verbanning of nog erger in het vooruitzicht was gesteld. Omdat Caesar op dat moment nog maar 18 jaar oud is, en omdat hij respect heeft voor Caesar's loyaliteit aan zijn bruid, besluit Sulla hem niet ter dood te brengen.
 
In de jaren van 81 tot 79 v. Chr. dient Caesar in de staf van Marcus Minucius Thermus die praetor was in Klein Azië. Hier doet hij zijn eerste militaire ervaringen op.Caesar verdiende daarbij een onderscheiding wegens moed (corona civica). In 75 v. Chr. valt hij tijdens een reis in handen van Siciliaanse zeerovers. De Griekse historicus Plutarchus schrijft hierover: de piraten eisen voor de vrijlating van Caesar een losprijs van 20 talenten. Deze lacht hen uit. Zegt dat ze niet weten wie ze voor zich hebben en raadt ze aan het losgeld naar 50 talenten te verhogen. Aldus geschiedt. Caesar stelt zich ook verder arrogant op en dreigt iedereen te zullen straffen na zijn vrijlating, maar dit wordt als een grap weggewuifd. Het geld wordt betaald en Caesar komt vrij. Meteen organiseert hij een strafexpeditie, neemt alle piraten gevangen en ziet er persoonlijk op toe dat de meeste van hen gekruisigd worden.
 
Na de dood van Sulla, in 73 v. Chr. keert Caesar terug naar Rome en begint een praktijk als advocaat maar blijft ook actief in de politiek. In 68 v. Chr. wordt hij benoemd tot tot "quaestor" in Andalusië (Spanje). Na zijn terugkeer uit Spanje wordt Caesar in 65 v. Chr. gekozen tot "aedile". In deze functie was hij verantwoordelijk voor "het brood en de spelen". Hij organiseert, deels uit zijn eigen vermogen, prachtige spelen die er ervoor zullen zorgen het gewone volk zijn naam onthoudt. Twee jaar later later weet Caesar (door het betalen van flinke omkoopsommen) het voor elkaar te krijgen dat hij wordt benoemd tot "pontifex maximus" (hogepriester) en "praetor" (magistraat in de rechtspraak). Vanwege zijn enorme populariteit onder het volk, beginnen zijn tegenstanders nu zenuwachtig te worden. Ze zetten een samenzwering tegen hem op waarbij hij ervan wordt beschuldigd als pontifex maximus betrokken te zijn geweest bij geheime ceremonies die de vrouwen in zijn huis hielden ter ere van de "goede godin". Caesar weet deze beschuldigingen te weerleggen, maar ziet zich genoodzaakt te scheiden van zijn vrouw Cornelia. Caesar was nu zo goed als failliet. De spelen, de omkoopsommen voor het ambt van pontifex maximus en de hele affaire rondom de "goede godin" hadden hem kapitalen gekost. Hij vindt echter Marcus Licinius Crassus, de rijkste man van Rome, bereid om zijn schulden (830 talents, 17,500 kg zilver) te betalen.
 
Zijn talent in de krijgskunst manifesteert zich wanneer hij in 63 v. Chr. gouverneur van Andalusië wordt in de Romeinse provincie Spanje waar nogal wat onrust heerst. Het zal een voorproefje worden van de Gallische oorlog. Onder het mom van het herstellen van de orde, verovert en plundert Caesar diverse steden. Via een aanval langs de westkust krijgt hij bovendien de Gallische zilvermijnen in handen. Doordat zij royaal delen in de buitgemaakte rijkdommen en gronden toegewezen krijgen in de veroverde gebieden, maakt Caesar zich populair bij de Romeinse soldaten. Als een rijk man keert hij terug naar Rome waar hij zich nog meer wil bewijzen in de locale politiek. In 59 v. Chr. zijn er consulverkiezingen in Rome. Om sterk te staan stapt hij reeds in 60 v. Chr. in een zogenaamd triumviraat (driemanschap) met de beroemde generaal Pompeius en de steenrijke Crassus. Op die manier verzekert hij zich van een stevige militaire en financiële basis. Als gevolg hiervan wordt hij in 59 v.C. tot consul (= de hoogste Romeinse bestuursambtenaar) gekozen.
 
Traditiegetrouw gaan consuls na een jaar in Rome naar de provincie. Caesar werd in 58 v. Chr. proconsul in Gallia Cisalpina (Noord-Italië). Zijn opdracht is om heel Gallia te onderwerpen. Dit was noodzakelijk omdat de Romeinen bang waren dat anders de Germanen, die steeds verder naar het zuiden opdrongen, deze provincie zouden veroveren. In 57 v. Chr. slaagt hij hierin waarbij ook de Nederlandse gewesten werden veroverd. De Romeinse tijd brengt in de Lage Landen versnelde ontwikkeling: aanleg van wegen, legerplaatsen, villa's (grote boerderijen), met nederzettingen waaruit later onder meer Maastricht, Nijmegen en Utrecht ontstaan. Overigens blijft het nooit echt rustig in deze Romeinse provincie: nog tot ongeveer 50 v. Chr. komen de Gallische stammen steeds opnieuw in opstand. Zijn verslag van de campagne, onderweg geschreven in zijn draagstoel, is een klassiek meesterwerk (De Bello Gallico). De strijd van de galliërs tegen de Romeinen is ook het onderwerp van de hedendaagse strip Asterix waarin Caesar regelmatig optreedt als "gastacteur" (zij het in een iets minder succesvolle rol dan in het echte leven!).
 
In 55 v. Chr doet Caesar een poging tot een invasie van Engeland met twee legioenen en een honderdtal schepen. Hij gaat aan land, maar ontmoet hevige tegenstand. Diverse stormen teisteren de vloot, zodat de Romeinse cavalerie zich niet bij hem kan voegen. Na veel tegenslagen wordt de onderneming afgeblazen. Een tweede poging in het volgende jaar is meer succesvol. Caesar maakt verkenningstochten, komt tot waar nu Londen ligt, maar vertrekt weer, met familieleden van stamhoofden als gijzelaars in zijn gevolg. Pas onder keizer Claudius zullen de Romeinen terugkeren, nu om er enkele eeuwen te blijven.
 
Ondertussen is het politieke leven in Rome zeer woelig. Door de dood van Crassus (gesneuveld in Syrië) valt het Triumviraat uiteen en Pompeius die de populariteit van Caesar met een scheef oog bekijkt, loopt over naar de Senaat. Wanneer hij op 7 januari in het jaar 49 v. Chr. van de Romeinse senaat de opdracht krijgt zijn trouwe leger af te danken, besluit Caesar de wapens op te nemen tegen zijn politieke concurrenten. Hij keert vanuit Gallia met een elitelegioen (het tiende legioen) terug. Bij het oversteken van de noordelijke grensrivier met Italië, de Rubicon, spreekt Caesar de beroemde woorden "alea iacta est" uit (de teerling is geworpen), daarmee aangevend dat er geen weg terug meer was. Hij trekt rechtstreeks naar Rome, verjaagt er zijn tegenstanders en neemt de volledige politieke en militaire macht over. Dit is het begin van de Romeinse burgeroorlog (49-45 v. Chr.). De burgeroorlog zou vijf jaar duren, met veldslagen in Spanje, Afrika en Klein-Azië. Pompejus werd gedood in Egypte, waar Caesar Koningin Cleopatra ontmoette die hij als zijn maîtresse mee naar Rome terugnam. Na overwinningen in Azië stuurt Caesar de befaamde boodschap "Veni, vidi, vici" (ik kwam, zag en overwon) naar Rome.
 
Met de absolute macht in handen keert Caesar terug naar Rome. Hij gebruikte zijn macht om de vertegenwoordiging in de Senaat te vergroten en het Romeins staatsburgerschap uit te breiden tot de veroverde volkeren. Ook herzag hij de kalender. De Juliaanse kalender (zoals wij die nu nog kennen) bestond uit een cyclus van 1461 dagen, namelijk 3 jaren van 365 dagen en 1 jaar van 366. Het jaar bestond dus uit gemiddeld 365,25 dagen. Op deze manier wordt in de 128 jaar een extra dag teveel berekend. Het jaar begon op 1 maart. De schrikkeldag werd aan het einde van het jaar geplakt, zodat februari een extra dag kreeg. Caesar bepaalde dat het Romeinse jaar 708 AUC (= 46 v. Chr., het "jaar der verwarring" ) 455 dagen zou tellen. Ab Urbe Condita (AUC) was de jaartelling van de Romeinen. De naam betekent: "Jaar vanaf de stichting van de stad Rome". Door de aanpassing zou 1 januari weer samenvallen met het begin van de winter. Ter ere van de invoering van deze kalender werd de maand Quintilis veranderd in Julius (juli). Omdat keizer Augustus niet voor zijn voorganger wilde onderdoen, is later de naam van de maand Sextilis gewijzigd in Augustus. Daarbij werd het aantal dagen van die maand van 29 op 31 gebracht, net zoveel als Julius. Deze dagen werden van februari afgehaald.
 
Caesar ontpopt zich tegenover zijn onderdanen als een zeer gematigd en rechtvaardig staatsleider. Militair gezien blijft hij niet op zijn lauweren rusten: hij organiseert vanaf 48 v. Chr. tot ongeveer 45 v. Chr. nieuwe veldtochten in – achtereenvolgens - Spanje, Griekenland, Egypte, Azië en Afrika, voornamelijk met het oog op het definitief uitschakelen van zijn uit Rome gevluchte politieke tegenstanders. Na enige tijd laat Caesar zich tot dictator voor het leven benoemen en maakt zo van het Romeinse rijk feitelijk een monarchie. Dit zette kwaad bloed: Rome had in haar ontstaansperiode zeven koningen gehad en hun despotisme was nog altijd een schrikbeeld. Ter toelichting: in de Romeinse republiek was een dictator iets anders dan wat we daar tegenwoordig onder verstaan. In tijden van nood kon een veldheer door de senaat voor maximaal een half jaar met buitengewone volmachten aangesteld worden om het tij te keren. De dictator stond dan zelfs boven de consuls. Het betrof hier dus een officieel tijdelijk ambt. De dictator "voor het leven" was dan ook een staatkundige nieuwigheid. De leden van de senaatspartij waren het niet eens met deze reorganisatie van het staatsbestel. Zij wilden het republikeinse staatsbestel behouden en daarom beraamden zij een aanslag op het leven van Caesar.
 
Op de Idus (= de 15e) van maart in het jaar 44 v. Chr. wordt Julius Caesar op de trappen van het senaatsgebouw neergestoken. Volgens de overlevering was hem door een waarzegster onheil voorspeld voor deze dag. Een tiental samenzweerders, leden van de senaatspartij waaronder Brutus en Cassius, brengen hem met dolken om het leven. Vooral het verraad van zijn aangenomen zoon Brutus ontstelde Caesar: "et tu, Brute" (ook gij, Brutus) zouden Caesars laatste woorden geweest zijn. Het Nederlandse woord bruut is afkomstig van de naam Brutus. De moord werd in koelen bloede uitgevoerd en de senatoren kondigden zelf in de straten van Rome het nieuws aan over de dood van Caesar. De daders hebben overigens weinig profijt gehad van hun daad, geen van hen overleefde de burgeroorlog die volgde op de dood van Caesar.
 
Na de dood van Julius Caesar ontbrandde in Rome een machtsstrijd tussen Marcus Antonius (consul van Caesar), legeraanvoerder Lepidus en de toen 18-jarige Gaius Octavianus (die door Caesar testamentair was benoemd als zijn opvolger). Het pleit wordt gewonnen door Gaius Octavianus (de latere keizer Augustus). De aanslag op Julius Caesar heeft dus voor zijn politieke tegenstanders niets opgeleverd: Rome krijgt uiteindelijk toch een alleenheerser. Caesar wordt, ook nu nog, beschouwd als één van de grootste veldheren aller tijden. De titels "keizer" en "tsaar" zijn aan zijn naam ontleend hoewel hij zelf, in tegenstelling tot zijn opvolgers, nooit keizer is geweest. Van de keizersnede (sectio caesarea) wordt beweerd dat die zo genoemd wordt omdat Caesar ermee geboren zou zijn. Dit is echter onwaarschijnlijk aangezien de moeder van Caesar zijn geboorte overleefde.
 
Bronnen:
 
Wikipedia, de vrije encyclopedie
Caesar, by Jona Lendering
Histoportal
[[categorie:Romeins persoon|Caesar]]
[[categorie:Oudheid|Caesar]]