Ágota Kristóf

Hongaars-Zwitsers schrijfster, dichteres, toneelschrijfster (1935–2011)

Ágota Kristóf (30 oktober 1935 – 27 juli 2011) was een Hongaarse, in 1956 naar Zwitserland gevluchte en daar Franstalig geworden schrijfster, die met haar eerste roman "Le grand cahier" (1986) meteen bekend is geworden. Ze schreef verhalen met een autobiografische inslag. Haar oeuvre was klein, maar verscheen wel in meer dan veertig talen.

  • „Woorden die een gevoel aanduiden zijn heel vaag, het is beter het gebruik ervan te vermijden en zich te houden aan de beschrijving van de dingen, van de mensen en van zichzelf, dat wil zeggen aan de getrouwe beschrijving van de feiten.”
Informatie bij zusterprojecten:
artikel in Wikipedia
media bij Commons
Informatie in externe bronnen:
IMDb pagina in IMDb
KB pagina in KB-catalogus
Graven van Ágota Kristóf en van haar broer Attila.
Gedenkplaat voor Kristóf Ágota, winnares van de Kossuthprijs, aan de muur van het Kanizsai Dorottya Gimnázium in Szombathely, met een verwijzing naar haar eerste boek Het dikke schrift.
  • „Ik probeer ware geschiedenissen te schrijven, maar op een bepaald ogenblik wordt de geschiedenis onverdraaglijk, juist door de waarheid, en dan ben ik gedwongen er iets aan te veranderen. Ik zeg haar dat ik probeer mijn geschiedenis te vertellen maar dat ik het niet kan, ik heb er de moed niet voor, het doet me teveel pijn. Dus maak ik alles mooier en beschrijf ik de dingen niet zoals ze gebeurd zijn, maar zoals ik had gewild dat ze gebeurd waren.”
  • Origineel in het Frans:
    “J'essaie d'écrire des histoires vraies mais, à un moment donné, l'histoire devient insupportable par sa vérité même, alors je suis obligé de la changer. Je lui dis que j'essaie de raconter mon histoire, mais que je ne peux pas, je n'en ai pas le courage, elle me fait trop mal. Alors, j'embellis tout et je décris les choses non comme elles se sont passées, mais comme j'aurais voulu qu'elles se soient passées.”
  • Bron: (FR) Ágota Kristóf, Le Troisième Mensonge, 1991
    (NL) Ágota Kristóf, De derde leugen, p. 331 (in de trilogie Het dikke schrift ; Het bewijs ; De derde leugen, vert. Henne van der Kooy, 2001, Van Gennep, ISBN 90-5515-340-0).
  • Aanhaling(en): Hofstede, R. (2001), Broos bouwsel van waarheid en leugen, de Volkskrant, 3 augustus 2001;
    Moor, P. de (1992) Op een vreselijke manier waren we vrij; Agota Kristof over haar jeugd in Hongarije en de leugens van het schrijven NRC, 22 mei 1992;
    Verhofstadt, D. (2005), Wat zou mijn leven anders geweest zijn., de Groene Amsterdammer, 4 november 2005
  • De hoofdpersoon van het eerste deel van het verhaal, Claus, bevindt zich in de gevangenis, en vertelt aan zijn bezoekster, de verhuurster van de kamer waar hij woonde, wat voor verhalen hij schrijft.
  • Het citaat komt uit boekrecensies.
  • „Je kunt pas schrijver worden, als je helemaal niets bent.”