Vergilius

Romeins dichter
(Doorverwezen vanaf Publius Vergilius Maro)
Dit lemma over Vergilius heeft een of meer problemen
    Van een of meer citaten ontbreken secundaire bronnen (die aantonen dat elk citaat inderdaad door anderen in het Nederlandse taalgebied wordt aangehaald).
    Dit lemma heeft nog wat opknapwerk nodig om in de afgesproken stijl van Wikiquote te worden gebracht.

Help mee deze problemen op te lossen. Indien deze problemen niet in redelijke tijd worden opgelost, worden de betreffende citaten naar Overleg:Vergilius verplaatst. Als echter alle citaten in dit lemma een of meer onopgeloste problemen hebben, zal het lemma uiteindelijk voor verwijdering worden voorgedragen op de Verwijderlijst. LET OP: Gelieve geen nieuwe incomplete citaten aan deze pagina toe te voegen. Deze kunnen zo nodig op Overleg:Vergilius worden toegevoegd, onder een hoofdje {{onvolledig}}.

Publius Vergilius Maro (70 v.C. - 19 v.C.) was een Romeins dichter.

  • Felix qui potuit rerum cognoscere causas
    • Gelukkig hij die in staat was de oorzaken der dingen te leren kennen
    • Georgica II,490
  • Forsan et haec olim meminisse juvabit.
    • Wellicht zal men ooit ook hieraan met plezier terugdenken.
    • Aeneis
  • "In utrumque paratus"
    • Op beide mogelijkheden voorbereid
    • Naar: Aeneis 2,62
  • Inventas vitam iuvat excoluisse per artes
    • Het is genoeglijk het leven verrijkt te hebben door kunstige vinding.
    • Vrij naar: Aeneis VI,663 (inventas aut qui vitam excoluere per artis); tekst op de achterzijde van de medailles van de Nobelprijzen voor natuur- en scheikunde, fysiologie of geneeskunde, en literatuur.
  • Omnia vincit Amor, et nos cedamus Amori.
    • Liefde overwint alles; laten ook wij ons overgeven aan de liefde.
    • Bucolica X, 69
  • Parcere subiectis et debellare superbos.
    • De onderworpenen sparen en de hoogmoedigen overwinnen.
    • Aeneis VI, 853
  • Quidquid erit, superanda omnis fortuna ferendo est.
    • Wat er ook zal gebeuren, ieder lot moet overwonnen worden door het te dragen.
    • Aeneis V, 710; opschrift op het stadhuis van Naarden
  • Quidquid id est, timeo Danaos et dona ferentis.
    • Wat het ook is, ik vrees de Grieken zelfs als ze geschenken brengen.
    • Aeneis, II, 49
  • Sed fugit interea, fugit irreparabile tempus.
    • Maar intussen gaat de tijd voorbij, onherroepelijk voorbij.
    • Georgica III, 284
  • Sunt lacrimae rerum et mentem mortalia tangunt
    • Er zijn tranen om tegenslagen en menselijk lijden raakt het hart
    • Aeneis I, 462
  • Tantae molis erat Romanam condere gentem.
    • Zo’n inspanning was het de Romeinse staat te stichten.
    • Aeneis, I, 33
  • Varium et mutabile semper femina.
    • De vrouw is altijd iets wisselvalligs en veranderlijks
    • Aeneis IV, 569-570
  • Aeneas, insignem pietate virum.
    • Aeneas, een man opvallend in plichtsbesef.
    • Aeneis, I.