Maastricht

stad, gemeente en hoofdstad van de Nederlandse provincie Limburg

Maastricht is de hoofdstad van Nederlands-Limburg. De stad heeft een geschiedenis die tot de Romeinse tijd teruggaat:

  • „Maar toen hij naar de stad Maastricht ging, werd hij getroffen door een matige koorts, waarop hij het lichaam verliet, en nadat hij was gewassen door de gelovigen, werd hij langs de openbare weg begraven.”
Informatie bij zusterprojecten:
artikel in Wikipedia
omschrijving in WikiWoordenboek
media bij Commons
nieuws in Wikinieuws
informatie in Wikivoyage
Informatie in externe bronnen:
TW pagina bij Twitter
FB pagina bij Facebook
  • Origineel in het Latijn:
    “Hic vero ad Treiectinsem urbem accedens, modica pulsatus febre, recessit a corpore, ablutusque a fidelibus, iuxta ipsum agerem publicum est sepultus.”
  • Bron: Gregorius van Tours (ca. 575): Decem libri historiarum / Historia Francorum, boek II, hoofdstuk 5
  • Aanhaling(en): o.a. Emile Ramakers (2016): De kleine Geschiedenis van Maastricht voor dummies, p. 31. BBNC uitgevers, Amersfoort. ISBN 9789045353135
  • Gregorius beschrijft hier het overlijden en de begrafenis van Sint-Servaas. Het betreft de oudste vermelding van Maastricht.
  • „De broeders brachten me ook een derde verslag uit het klooster van de belijder Sint-Servatius, aan de oever van de Maas gelegen in een plaats die tegenwoordig Maastricht genoemd wordt, ongeveer acht mijl verwijderd van het paleis te Aken, en talrijke inwoners tellend, vooral veel kooplieden [...].”
  • Origineel in het Latijn:
    “Tertium quoque libellum detulerunt mihi fratres de monasterio Sancti Servacii confessoris, quod situm est in ripa Mosae fluminis in vico qui hodieque Traiectus vocatur, et distat ab Aquense palatio octo circiter leugas estque habitantium et praecipue negotiatorum multitudine frequentissimus, etc.”
  • Bron: Einhard (ca. 830): Translatio et Miracula SS. Marcellini et Petri. In: Scriptores (in Folio) 15,1: Supplementa tomorum I-XII, pars III. Supplementum tomi XIII pars I, p. 261 (MGH). Hannover, 1887 (online tekst)
  • Aanhaling(en): o.a. Frans Theuws (2001): 'Maastricht as a centre of power in the early Middle Ages', p. 195. In: M. de Jong, F. Theuws, C. van Rijn, Topographies of power in the early Middle Ages. The transformation of the Roman world, volume 6. Brill, Leiden, Boston, Keulen (online tekst)
  • Einhard beschrijft de aankomst in Maastricht van de relieken van de heiligen Marcellinus en Petrus, en de talrijke wonderen die daarvan het gevolg waren.
  • „Triecht, · in eynen dall scoen ende liecht, · effen ende wael ghedaen, · daer twee water tsamen gaen, · eyn groot ende eyn cleyne, · claer, schoen ende reyne, · dats die Jeker ende die Mase.”
  • „Zoals het verhaal gaat, was er noch in Keulen, noch in Maastricht een schilder te vinden die kon weergeven hoe hij [Parzifal] op het paard zat.”
  • Origineel in het Middelhoogduits:
    “Als uns diu âventiure gieht, · von Kölne noch von Mâstrieht · kein schiltære entwürfe in baz · denn alser ûfem Orse saz.”
  • Bron: Wolfram von Eschenbach (ca. 1200-1210): Parzival, boek III, p. 158, vers 14-16 (online tekst)
  • Aanhaling(en): o.a. Fred Ahsmann (2017): Order and Confusion. The Twelfth-Century Choir of the St. Servatius Church in Maastricht, p. 33. Clavis Kunsthistorische Monografieën Deel XXIV. Clavis Stichting Middeleeuwse Kunst, Utrecht. ISBN 978-90-75616-13-2
  • Het citaat wordt soms aangehaald om de reputatie van de Maastrichtse (en Keulse) schilders uit de twaalfde eeuw te ondersteunen.
  • „Er is daar zoveel wijn van zoveel soorten, dat men zijn beurs er snel leegt, en er is daar vlees, zoveel als men maar zou willen, en wild, watervogels en veel soorten vis. Naar een betere plaats hoeft men niet te zoeken en bestaat niet op aarde.”
  • Origineel in het Oudfrans:
    “Qu'il i a bons vins a devise, · Et chars tex com l'en les devise. · Venoison, oisiax de rivière, · Et poisson de mainte manière: · Plus bel sejor n'estuet [j]a querre, · Et si n'a q'uit lieues de terre.”
  • Bron: Jean Renart (ca. 1200-1250): Le Roman de la Rose, p. 60, vers 1968-1973 (online tekst)
  • Aanhaling(en): o.a. E. den Hartog (2015): 'Kunst en cultuur van 800 tot in de vroege dertiende eeuw', p. 285. In: P. Tummers e.a. (red.): Limburg. Een geschiedenis. Deel 1. Tot 1500. Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap, Maastricht. ISBN 978-90-819602-2-9
  • In het verhaal is de hoofdpersoon, Guillaume de Dole, samen met koning Koenraad ("Corras") op weg naar een toernooi in Sint-Truiden, en besluiten ze hun reis te onderbreken en twee weken in Maastricht ("Tref sor Meuse" / Tricht aan de Maas) door te brengen.
  • „Nadat Emmeken die ringhen aen hadde ghelijc ghi gehoort hebt, so es si met haren oom uuter stadt van Rome gegaen, die welcke so langhe reysden dat si te Maestricht quamen, daer Emmeken inder bekeerder sonderssen cloostere nonne wert, tot welcken haer oom behulpich was.”
  • Bron: anoniem (ca. 1515): Mariken van Nieumeghen. In: Dirk Coigneau (red.), Mariken van Nieumeghen. Heruitgave 1996. Verloren, Hilversum. ISBN 9065500235 (online tekst)
  • Aanhaling(en): o.a. J. van den Boogard & S. Minis (1987) Het Generaalshuis (Maastrichts Silhouet #25), pp. 7-9. Stichting Historische Reeks Maastricht, Maastricht. ISBN 90-70356-38-4
  • Opmerking: Emmeken, of wel Mariken van Nieumeghen, kwam na een zondig leven tot inkeer en trad in het klooster bij de Wittevrouwen in Maastricht. Na jaren van boetedoening werd ze bevrijd van de ijzeren ringen die ze van de paus om haar armen en hals had gekregen.
  • „Als een Prins opgheseten · Met mijnes heyres cracht, · Van den tyran vermeten · Heb ick den slach verwacht, · Die, by Maestricht begraven, · Bevreesde mijn ghewelt; · Mijn ruyters sach men draven · Seer moedich door dat velt.”
  • Bron: Petrus Datheen? (ca. 1570): 'Wilhelmus', 11e couplet. In: anoniem (1576): Een nieu Guese liede boecxken
  • Aanhaling(en): o.a. Emile Ramakers (2016): De kleine Geschiedenis van Maastricht voor dummies, p. 62. BBNC uitgevers, Amersfoort. ISBN 9789045353135
  • Opmerking: Maastricht is de enige stad die genoemd wordt in het Wilhelmus. Beschreven wordt de eerste invasie van Willem van Oranje in het Maasland in 1568. De "tyran" is de hertog van Parma, die zich in de buurt van Maastricht verschanst ("begraven") had.
  • „Dan sla op uw’ Verlosser ’t bly gesicht, · En wijd hem de verdiende Stedekroon. · Vlecht Boschloof om de Pronckstar van Maestricht, · En hef hem hoogh in’t goud van Neerlands troon. · Dan ruim ’t uitheemsch gebroedsel veld en slot, · En Brabant kniel voor Hollands Wapengod.”
  • Bron: Joost van den Vondel (1632): 'Stedekroon van Frederick Henrick, Prince van Oranjen, &c. Syne Vorstel: Doorlucht: toegewijd op den grooten triomf van Maestricht en d’andere Steden en Schanssen'. Gelegenheidsgedicht uitgegeven door de boekhandelaar Gerrit Jansz. in de Doelenstraat te Amsterdam
  • Aanhaling(en): o.a. Freya Sierhuis (2015): The Literature of the Arminian Controversy: Religion, Politics and the Stage in the Dutch Republic, p. 246. Oxford University Press, Oxford
  • Opmerking: Dit lofdicht op Frederik Hendrik werd geschreven naar aanleiding van de inname van Maastricht in 1632. De laatste zin refereert aan het feit dat Maastricht (deels) een Brabantse stad was. In feite was het een Luiks-Brabants condominium.
  • „Ja, in Maastricht heerscht thans nood! Hier wonen duizenden menschen in armzalige krotten. [...] 1986 eenkamerwoningen. Weet gij welke afgrond van ellende onder dat koude officiëele cijfer verborgen ligt? [...] 1986. Dat ontzettende getal moest door de schamele vrouwen uit de St. Antoniusstraat in alle Maastrichtsche straten worden rondgeroepen.”
  • Bron: Henri Poels (1917): Rede van aalmoezenier dr. Poels in het Staargebouw ("Noodkistrede"). In: Limburger Koerier, Heerlen, 14 maart 1917 (online tekst op Delpher)
  • Aanhaling(en): o.a. A.J.F. Maenen (1959): Petrus Regout 1801-1878. Een bijdrage tot de sociaal-economische geschiedenis van Maastricht (proefschrift), p. 68. NV Centrale Drukkerij, Nijmegen
  • „Maastricht is weer één Groot Beminnen. · Over straten en bruggen bonst en gonst · weer de verchristelijkte bronst · en Carnaval voltrekt zich overal.”
  • Bron: Pierre Kemp (1956): 'Oude Brug Carnaval'. In: Maastricht en ik. Een polyptiek. Uitgeverij Veldeke, Maastricht
  • Aanhaling(en): o.a. Jaques Voets (1976): Zo zag ik Maas en Tricht, p. 150. Vroom & Dreesmann/Boekhandel Veldeke, Maastricht
  • „Naast Amsterdam is er geen stad die de allure van Maastricht kan evenaren, met dien verstande dat de stad van de Romeinen en van Sint Servaes zich al fier aan de horizon verhief toen Hollanders noch dobbelden onder de Wodanseik.”