Karel Appel
Nederlands kunstschilder en dichter (1921–2006)
Karel Appel (Amsterdam, 25 april 1921 – Zürich, 3 mei 2006) was een Nederlandse expressieve kunstschilder en beeldhouwer, en een van de Nederlandse kopstukken van Cobra..
Citaten van Karel Appel - chronologisch
bewerken1945 - 1970
bewerken- „Moet je die vent zien [werken van Miro, in Parijs tentoongesteld in 1949], die heeft alles van mij gegapt. Laat ik hier een keer 'n doekje zien en dan maakt ie meteen alles na.”
- Bron: Theo Wolvecamp, opmerking van Karel Appel tegen Theo Wolvecamp, in Parijs 1949
- Aanhaling(en): Ed Wingen, in Wolvecamp, uitgeverij Van Spijk B.V. Venlo 1990, ISBN: 90 6216 215 0, p. 45
- Citaat van Karel Appel geeft aan dat hij al in 1949 regelmatig in Parijs de galeries afliep, om de hedendaagse kunst van toen te ontmoeten: Miro, Picasso, Kandinsky etc.
- „Dit zijn de ogen die ik alle een verschillende expressie heb gegeven, kijkt u maar.”
- Bron: Karel Appel, opmerking in 1949
- Aanhaling(en): Ed Wingen, De A van Cobra in woord en beeld, red. Ed Wingen; Jaski Art Gallery, uitgave van Unique International, p. 10; ISBN 72382
- Appel bedoelde in dit citaat de ogen van zijn werk 'Vragende kinderen' dat lange tijd in hotel The Grand pronkte, in Amsterdam. Hij zocht ze daar vaak op
- „Beste Theo [Wolvecamp] [..] Ik hoop dat je een atelier vind in Amsterdam. Op mijn atelier [in Amsterdam, want Karel had zich onlangs in Parijs gevestigd] zit nu Gerrit Benner, die er hard werkt en erg arm is, anders had jij het kunnen krijgen natuurlijk [..] je kan anders ook is aan Jaffé [werkzaam in Stedelijk Museum] vragen of die niet een hok weet [..] gelukkig dat je nog een rottige nasmaak van Parijs hebt [waar ze samen een tijdje waren], dan blijf je tenminste aan het werk anders zou je steeds maar vervallen in niets doen..”
- Bron: Karel Appel, in zijn brief uit Parijs, 1 juni 1954, aan zijn jonge kunstvriend Theo Wolvecamp
- Aanhaling(en): Ed Wingen, in Wolvecamp, uitgeverij Van Spijk B.V. Venlo 1990, ISBN 90 6216 215 0, p. 57
- Citaat van Karel Appel geeft zijn verbondenheid aan met kunstenaars en museummensen uit Amsterdam; Appel was net vertrokken naar Parijs
- „Ik ben benieuwd wat je [Theo Wolvecamp] maakt. Hier [in Parijs] is ook niet veel nieuws zelf werk ik hard door en zoek aldoor naar een ander atelier wat erg moeilijk is want het kost enorm duur [..] Ik hoop maar dat je door blijft werken. Het beste contact heb je altijd met je werk en een beetje met je kennissen [..] Dag, Karel.”
- Bron: Karel Appel, in zijn brief uit Parijs, 12 oktober 1954, aan zijn jonge kunstvriend Theo Wolvecamp
- Aanhaling(en): Ed Wingen, in Wolvecamp, uitgeverij Van Spijk B.V. Venlo 1990, ISBN 90 6216 215 0, p. 57
- Citaat van Karel Appel geeft zijn verbondenheid aan met kunstenaars en museummensen uit Amsterdam; Appel was net vertrokken naar Parijs
- „Ik rotzooi maar een beetje aan. Ik leg het er tegenwoordig flink dik op, ik smijt de verf er met kwasten en plamuurmessen en blote handen tegenaan, ik gooi d'r soms hele potten tegelijk op.”
- Bron: Karel Appel in een interview met Vrij Nederland op 29 januari 1955, als aangegeven in Ewoud Sanders, Aanappelen, NRC, 5 mei 2006.
- Aanhaling(en): Simon Vinkenoog, Het verhaal van Karel Appel: een proeve van waarneming, A.W. Bruna, 1963;
en in CoBrA museum - moderne kunst, HotSpotHolland.nl;
en in De kunst van het aanrommelen, ManagementSite.
- „Het is al weer geruime tijd geleden dat u [Edy de Wilde] op mijn atelier was, voor een eventuele aankoop van een schilderij dat u uitzocht. Daarna heb ik niets meer van u vernomen. en ben erg benieuwd hoe het ermee staat. Gaarne een berichtje van u tegemoet ziend, teken ik..”
- Bron: Karel Appel, in zijn brief uit Parijs, 19 februari 1953, naar museumdirecteur Edy de Wilde,
- Aanhaling(en): onbekend
- Citaat van Karel Appel toont het gemak aan waarmee hij al in 1953 correspondeerde met museumdirecteuren, deels vanwege de bekendheid die hij toen al had verworven binnen museumkringen van Nederland
- „de nieuwe poëtische gedachte is de vrije uiting, zoals de hedendaagse wetenschap de vrije energie heeft gevonden, d.w.z. los van de aantrekkingskracht van de aarde.”
- Bron: Karel Appel, uitspraak in het naar zijn aanwijzingen samengestelde Museumjournaal, mei 1960
- Aanhaling(en): Erik Slagter, 'De kunst na de bevrijding: experimenten in woord en beeld', in Streven., jaargang 23, 1969-1970, p. 796
- Appel refereerde naar de Cobra-groep circa 1949, en het verlangen naar vrijheid wat door de aangesloten kunstenaars werd geuit in schilderkunst en poëzie
- „Ik schilder als een barbaar in deze barbaarse tijd.”
- Bron: De film "De werkelijkheid van Karel Appel" van Jan Vrijman, 1962
- Aanhaling(en): Ik schilder als een barbaar ', AD, 4 mei 2006
- Citaat van Karel Appel wordt vaak ten onrechte ingekort; de vermelding 'in een barbaarse tijd' duidt op de rol die Appel zichzelf als kunstenaar toekent in zijn eigen tijd
- „..wij mensen van nu zijn geperfectioneerde barbaren. We verfijnen en we cultiveren ons met allerlei details uit het verleden, en dat noemen we evolutie, maar daar heeft het niets mee te maken. Wel met perfectie, de atoombom is een geperfectioneerde stenen bijl, voorgekomen uit dezelfde oerangst. We proberen allemaal wat aan die perfectie bij te dragen, niet alleen met stenen bijlen of atoombommen, maar ook met religies, filosofieën, wetenschappen of kunst. Dat is het eeuwige verlangen van de menselijke holbewoner die hij nu nog steeds is. Als we door die perfectie heen kijken, zijn we allemaal nog barbaren. Als je dat beseft heb je een van de grootste gedachten van het hedendaagse leven.”
- Bron: Karel Appel, in interview 'De werkelijkheid van Karel Appel', Bezige Bij, 1962
- Aanhaling(en): Esther Schreuder, in haar blog 'Karel Appels 'Ik schilder als een barbaar in deze barbaarse tijd' uitleg', 19 januari 2016
- Citaat van Karel Appel over de barbaarse cultuur, ook in de moderne tijd
- „..de techniek van mijn schilderen is eigenlijk action-painting, en dat is dus geen monopolie van mij alleen. Ik schilder niet alleen met een kwast, maar ook bijvoorbeeld met mijn tubes, daar teken ik mee op het doek als met een krijtje op een bord. En met mijn paletmes, daar sla ik de vormen en de expressie mee in de materie. Ik heb je al eens gezegd dat ik niet schilder maar sla, maar dat moet je natuurlijk ook weer niet al te letterlijk nemen. Dat kan je trouwens allemaal op de film [gemaakt door Jan Vrijman] zien.”
- Bron: Karel Appel, in interview 'De werkelijkheid van Karel Appel', Bezige Bij 1962
- Aanhaling(en): Esther Schreuder, in haar blog 'Karel Appels 'Ik schilder als een barbaar in deze barbaarse tijd' uitleg', 19 januari 2016
- Citaat van Karel Appel vertelt over zijn schildertechniek van circa 1962
- „'Door een daad aan het daglicht getreden om zijn schoonheid te tonen'.”
- Bron: Karel Appel, titel van zijn schilderij uit 1963
- Aanhaling(en): Volkskrant, 'Realistische schilderscènes in de documentaire van Jan Vrijman', 12 juli, 2018
- Dit schilderij van Karel Appel uit 1963 speelde een centrale rol in de bekende documentaire die Jan Vrijman van hem maakte
1970 - 2006
bewerken- „Ik heb in de loop van de jaren geleerd hoe ik olieverf op doek moet brengen. Ik kan nu met verf alles doen wat ik wil. Maar het is nog steeds een strijd, nog steeds een gevecht. Op het ogenblik zit ik nog in de chaos. Maar het is nu eenmaal mijn aard om de chaos positief te maken. Dat is tegenwoordig de geest van onze tijd. We leven altijd in een verschrikkelijke chaos, en wie kan de chaos nog positief maken? Alleen de kunstenaar.”
- Bron: Karel Appel, (interview Monaco, 1986)
- Aanhaling(en): cultuurredactie, digibron, 8 mei 2006
- Citaat van Karel Appel over de rol van de kunstenaar in chaotische tijden
- „Ik ben geleidelijk [na de dood van zijn vrouw en muze] aan weer gaan schilderen, met moeite, met veel wit, het wit uit de hemel.”
- Bron: Karel Appel, in interview met Wim Kayzer, 2000
- Aanhaling(en): Stefan Kuiper en Axel van Leeuwen 'Karel Appel deed veel meer dan 'anrotzooien', 14 januari 2016
- Citaat van Karel Appel over de dood van zijn vrouw en muze Machteld, die in 1970 overleed. De schilder kon daarna een jaar niet schilderen, vertelde hij in 2000 aan programmamaker Wim Kayzer
- „Van Gogh heeft het geheim van het leven geraakt. En dat was bij Rembrandt ook zo [..] Het is het onuitsprekelijke. Als je naar een goed doek kijkt, dan houd je je bek. Elke theorie, elk verhaal, elke intellectuele benadering is overbodig.”
- Bron: Karel Appel, in interview met Wim Kayzer, 2000
- Aanhaling(en): Ron van Gelderen, in zijn blog 'Ik rotzooi maar een beetje an', 30 november 2008
- Citaat van Karel Appel waarin hij tv-maker Wim Kayzer in 2000 vertelde over zijn grote bewondering voor sommige vroegere schilders
- „Dat hoef je niet te begrijpen. Als je door een berglandschap loopt, met die grote bergtoppen, met sneeuw en gletsjers, dan begrijp je dat toch ook niet! [..] We zitten met kettingen geketend aan deze planeet. Daarboven is de eeuwige ruimte. Het leven en de kleur blijven, de rest is sterfelijk. Dat is het onbegrijpelijke. En daarom blijf ik doorschilderen. Om dat te leren begrijpen.”
- Bron: Karel Appel, zijn opmerking, kort na de opening door Rudi Fuchs van zijn tentoonstelling in museum Bozar in Brussel, 2004
- Aanhaling(en): redacteur van Kunstbus, in 'Karel Appel', 26-04-2008
- Citaat van Appel is zijn reactie op kritiek, dat hij aan de onderkant van zijn meest recente werken op de expositie touwen of kettingen had bevestigd, waaraan kleine karretjes waren bevestigd
Citaten over Karel Appel - chronologisch
bewerken- „..je weet nu wat rood doet / rood loopt graag in het groene gras / je weet nu wat geel weet / dat de zon schijnt omdat niemand graag dood gaat / en van blauw: dat hemelsblauw zwart ziet /voor een kind dat niets krijgt”
- Bron: Lucebert, 'Je weet nu wat rood doet..' (volgens sommigen de laatste strofe uit zijn gedicht 'drift op zolder en vragende kinderen', opgedragen aan 'Vragende Kinderen' van Karel Appel, c. 1947
- Aanhaling(en): onbekend
- Citaat van Lucebert die in 1947 als dichter ook sterk betrokken was bij Cobra - Appel als schilder
- „..daar barsten hoofden uiteen en vechten woedende dieren / daar mikken mensen op vliegende vogels / gloeiende koppen drijven op de rode wind / en mensen minnen met vuur / tragische figuren krimpen ineen uit angst voor het atoom / grote dieren verslinden de kleine / we zien het monster zich oprichten / we horen een schreeuw”
- Bron: W. Sandberg, in 'Woord vooraf', in Hugo Claus. Karel Appel, schilder, Stedelijk Museum, Amsterdam, 1964
- Aanhaling(en): Erik Slagter, 'De kunst na de bevrijding: experimenten in woord en beeld', Streven, jaargang 23, 1969-1970, p. 800
- Deze regels dichtte museumdirecteur Sandberg over Appel, met gebruikmaking van de titels van zijn doeken
- „Appel is heel erg belangrijk voor mij geweest, omdat hij eigenlijk is hoe ik had willen zijn. Dat lef, die guts, die creativiteit. Die man is ongelooflijk.”
- Bron: Jan Vrijman, in een interview met Felix Rottenberg, 1990
- Aanhaling(en): Stefan Kuiper en Axel van Leeuwen, 'Karel Appel deed veel meer dan 'anrotzooien, De Volkskrant, 14 januari 2016
- Citaat van Jan Vrijman die in 1955 de befaamde vroege documentaire maakte over Karel Appel aan het werk, met de camera achter een gaatje van het doek
- „Onderweg zagen we op een perron in Duitsland bedelende kinderen wat op Karel Appel een diepe indruk maakte. Hij had toen al een opdracht om voor de kantine van het stadhuis [van Amsterdam] een wand-schildering te maken. Dat werd toen 'Vragende kinderen'.”
- Bron: Constant Nieuwenhuijs 1999, in een gesprek met Piet Calis
- Aanhaling(en): Piet Calis, in Het elektrisch bestaan. Schrijvers en tijdschriften tussen 1949 en 1951, (2001)
- Het citaat van Constant over Karel Appel slaat op hun reis naar de Cobra-leden in Denemarken, c. 1948-49 door Duitsland; enkele maanden later - maart 1949 - zou Appel zijn bekende wandschildering 'Vragende kinderen' voltooien.
- „Het interview met Karel Appel was prachtig, niet vanwege [Wim] Kayzer, maar Appel had het programma min of meer zelf vorm gegeven door een achttal schilderijen van hem te tonen en bij elk schilderij een eigen muziekstuk te laten horen. Kleurrijk, muzikaal en met weinig woorden. Ik zag een bevlogen, gevoelige en filosofische Appel, die ik nog niet kende [..] Op zowat elke vraag kreeg Kayzer te horen: 'Daar heb ik een gedicht over geschreven, lees het maar', of 'dat heb ik in dit schilderij verwerkt'.”
- Bron: Karel Appel, in t.v-programma van Wim Kayzer 'Van de Schoonheid en de Troost', VPRO 2000
- Aanhaling(en): Karel Witteveen, in 'Wie legt Wim Kayzer eens op de sofa?', Volkskrant, 3 april 2000
- Citaat van Karel Appel dat zijn tegenzin uitdrukt in het moeten beschrijven in woorden van zijn eigen werk
- „Ik wil Appels karakter beschrijven, en ik zie een kunstenaar die zich ondanks het opzienbarende van zijn experiment, eerder behoedzaam ontwikkelt. Voor mij getuigt het van grote kwaliteit dat hij zijn kunst maakt met kennis van de oude meesters die hem zijn voorgegaan, maar het is enigszins in tegenspraak met de manifesten en de heroïsche uitspraken van zijn eerste periode [c. 1950] in de kringen van de Nederlandse Experimentelen en ook van CoBrA.”
- Bron: Rudi Fuchs, in 'Karel Appel – onderweg: reis van Rudi Fuchs langs de kunst der Lage Landen', website Codart, 12 oktober 2004
- Aanhaling(en): Luk Lambrecht, in catalogus 'Karel Appel. Onderweg', Codart, 2004
- Citaat van Rudi Fuchs, die met zijn tentoonstelling over Karel Appel te Brussel de kunstenaar een plek wilde geven binnen de Nederlandse schilderkunst
- „'Appel móest werken. Een aantal jaren geleden zocht ik hem op net nadat hij in het ziekenhuis had gelegen. Hij was erg zwak, maar hij was wel weer meteen aan het tekenen. Neem er maar een mee, zei hij. Maar, zei ik, volgens mij zijn ze nog helemaal niet af. Volgens mij heb je gelijk, zei hij.”
- Bron: Rudi Fuchs, na de dood van Karel Appel, 5 mei 2006
- Aanhaling(en): 'Appel leerde ons de moderne kunst', Volkskrant, 5 mei 2006
- Citaat van oud-museumdirecteur Rudi Fuchs, een goede vriend van Karel Appel die ook verschillende exposities van zijn werk heeft ingericht
- „Ik ben altijd een kalme jongen geweest, niet als Karel Appel die de verf op het doek smeet.”
- Bron: Ek van Zanten in Gooi- en Eemlander, 15 februari 2008
- Aanhaling(en): Tegenstanders op buitenbeeldinbeeld.nl, 2011.
- In een interview n.a.v. zijn 60-jarig jubileum als beeldhouwer,
- „We [Pierre Audi en Karel Appel] vonden een vorm die heel vrij was. We begonnen met een leeg toneel, Appel kwam met allerlei schetsen en ideeën en samen bedachten we langzamerhand: ja, dit moet een doek worden, dit een sculptuur, dit een rekwisiet. Noach is een komische opera met een tragische inhoud. Ook in de kleurige beelden van Appel schuilt, denk ik, iets van donkerte.”
- Bron: Pierre Audi, in 'Pierre Audi: Karel Appel en ik wilden iets lichts maken', in Vrij Nederland, 21 februari 2016
- Aanhaling(en): onbekend
- Citaat van Pierre Audi, voormalig artistiek directeur van De Nationale Opera (DNO), die Karel Appel in 1993 verzocht om decors te ontwerpen voor de opera 'Noah', gecomponeerd door Guus Janssen
Externe link
bewerken- 42 afbeeldingen van werken van Karel Appel, op Wikiart
Galerij van werken
bewerken-
'De Olifant', (origineel is uit 1950, de hier afgebeelde bronzen versie van 1989)
-
'Het Oerbeest', Karel Appel, olieverfschilderij uit 1951
-
Karel Appel kwam uit Parijs en bracht april 1955 een muurschildering aan op het expositiegebouw E55, te Rotterdam
-
foto van inrichten van tentoonstelling, in het Stedelijk Museum, Amsterdam, 1965
-
Glaswand in het Slotervaartziekenhuis te Amsterdam, ontworpen door Karel Appel in 1975
-
'Frog and Cat', beeld van Karel Appel in Naoshima, Japan, circa 1990
-
Karel Appel, 2005: 'Portret van Rudi Fuchs, schilderij met neonverlichting, 2005; Van Abbemuseum, Eindhoven