Jakob Smits

Belgisch kunstschilder (1855–1928)

Jakob Smits (Rotterdam, 9 juli 1855 - Achterbos (Mol), België, 15 februari 1928) was een Nederlands-Vlaams kunstschilder.

Jakob Smits, Zelfportret, ets op papier
Informatie bij zusterprojecten:
artikel in Wikipedia
media bij Commons
Informatie in externe bronnen:
BP pagina in Biografisch portaal
DBNL pagina in DBNL
KB pagina in KB-catalogus
RKD pagina in RKD

Citaten van Jakob Smits - chronologisch

bewerken
  • „..de menschen hebben genoeg van gesmeer en inpressionisme, en van allerlei ander humbug, men wil eenvoudig en gevoeld [..] en gesmeer à la Mesdag gaat absoluut niet meer – dat kilometer geschilder heeft z’n tijd gehad..”
  • Bron: Jakob Smits, brief c. november 1894 uit Mol, België aan Richard Bisschop, Den Haag
  • Aanhaling(en): Anna Wagner Suze Robertson, red. Anna Wagner en Herbert Henkels; Haags Gemeentemuseum - Nijgh & van Ditmar, Den Haag 1984, p. 14; ISBN 90 20-36 77684
  • Smits zocht na 1888 naar een schilderstijl die afstand nam van de Haagse School; voorheen trok hij nog samen met Albert Neuhuys door Drenthe en de Kempen
  • „..je spreekt daar van je teekening naar je kindje. Ik ken dat!! Ik weet wat dat is! En juist van dat principe uit gaande heb ik geredeneerd [..] schilderen of liever uitdrukking van kunst moet niet zo schrikkelijk zwaar zijn [..] [ik zoek] naar een juist portret helder en diep van kleur, eenvoudig en zonder knoeien zonder waterplassen, eenvoudig in één woord..”
  • Bron: Jakob Smits, brief c. november 1894 uit Mol, België aan Richard Bisschop, Den Haag
  • Aanhaling(en): Anna Wagner Suze Robertson, red. Anna Wagner en Herbert Henkels; Haags Gemeentemuseum - Nijgh & van Ditmar, Den Haag 1984, p. 14; ISBN 90 20-36 77684
  • Citaat van Jakob Smits beschrijft aan zijn schildersvriend Richard Bisschop het doel van zijn schilderen uit die jaren, waarin de mens voor hem centraal stond
  • „..Maandag begint eigentlijk eerst het heuselijke gedonderjaag – ik oefen me in kattenpooten of leeuwenklauwen politiek zacht en hard. Iederéén wil op de allerbeste plaats hangen..”
  • Bron: Jakob Smits, brief 1909 uit Mol, België aan Richard Bisschop, Den Haag 1909
  • Aanhaling(en): Anna Wagner Suze Robertson, red. Anna Wagner en Herbert Henkels; Haags Gemeentemuseum - Nijgh & van Ditmar, Den Haag 1984, p. 22; ISBN 90 20-36 77684
  • Jakob was benoemd tot commissaris voor de tentoonstellingen in Antwerpen en bereidde in 1909 de Salon van Kunst en Heden voor; ook Suze Robertson had hij uitgenodigd om werk in te zenden
  • „'t Is wel interessant. Vergeet nu al wat ge op de akademie hebt geleerd en begin te werken. [..] Kunt ge blijven zitten? Wel, blijf zitten. Vergooi uw tijd niet met overal wat te gaan rondfladderen maar leer de dingen doorgronden, tracht door te dringen in het wezen en de ziel van alles wat rondom u is: de mensen, de dieren, de natuur: landschap, bomen, schuren, huizen, het leven.”
  • Bron: Dirk Baksteen, aangehaalde opmerking van Jakob Smits c. 1911, in een uitzending: 24 oktober 1963
  • Aanhaling(en): Joos Florquin, 'Dirk Baksteen Lijnwaadmarkt 15, Antwerpen', in Ten huize van ...3 Davidsfonds, Leuven / Orion - Desclée De Brouwer, Brugge, 1974 , p. 111
  • Deze woorden sprak Jakob Smits toen hij het eerste werk van de jonge schilder Dirk Baksteen zag, die later zijn leerling werd en op zijn atelier werkte
  • „Ik ben de gelukkigste man ter wereld wanneer ik me in mijn atelier door mijn arbeid geheel opgeslorpt voel [..] iedere dag geef ik me duidelijker rekenschap van wat ik nog tot stand moet brengen [..] Maar het is gedaan! Het drama is uitgespeeld!”
  • Bron: Jakob Smits, late brief, ongedateerd
  • Aanhaling(en): Paul Haesaerts, monografie Jacob Smits, voor het Ministerie van Openbaar Onderwijs; uitgeverij de Sikkel Antwerpen, 1948, p. 7
  • Jakob Smits schreef deze woorden vlak voor zijn dood, toen hij wist dat hij ernstig ziek was

Citaten van Jakob Smits, ongedateerd

bewerken
  • „..als ik hier ronddwaal in die armzalige 'mastenbosschen' der [Belgische] Kempen.. ..gevoel ik mij grooter rijker en gelukkiger als H. W. Mesdag midden in zijn millioenen en zijn schilderijengalerij – die Scheveningen beschouwt als 'mien' Scheveningen om duiten en schilderijen? uit te slaan – ik neem die arme Mesdag bij den kop – niet om jou onaangenaam te zijn, maar als 'type' [..] Ik schilder hier naar mijn vrouw en kinderen..”
  • Bron: Jakob Smits, brief ongedateerd, Mol, België (c. 1897-1900), aan Richard en Suze Bisschop-Robertson in Den Haag
  • Aanhaling(en): Anna Wagner Suze Robertson, red. Anna Wagner en Herbert Henkels; Haags Gemeentemuseum - Nijgh & van Ditmar, Den Haag 1984, p. 16; ISBN 90 20-36 77684
  • Jakob Smits leefde met vrouw en kinderen in armoede in het gehucht Achterbos in de gemeente Mol, België
  • „[ik denk er niet aan] verkoopbaar goed te fabriceeren, trouwens in die kunst ben ik niet ver – Neuhuys heeft daar meer slag van, trouwens zijn vrouw zorgt daar wel voor dat hij binnen de grenzen van de moedertjes en pappotjes, en koffiepotjes blijft en zich niet schuldig maakt aan 'extravagante' en onverkoopbare kost die de Amerikaansche hersens niet kunnen bevatten”
  • Bron: Jakob Smits, brief aan Richard Bisschop, ongedateerd
  • Aanhaling(en): Anna Wagner Suze Robertson, red. Anna Wagner en Herbert Henkels; Haags Gemeentemuseum - Nijgh & van Ditmar, Den Haag 1984, p. 22; ISBN 90 20-36 77684
  • Van 1875 tot ver na 1900 waren het de jaren waarin de schilders van de Haagse School veel aftrek vonden bij Amerikaanse kopers
  • „..mijn eenvoudig werk, symbolisch, poëtisch en echt.”
  • Bron: Jakob Smits, ongedateerd
  • Aanhaling(en): Jakob Smits museum, 'Zijn Leven'
  • Kort citaat waarin Jakob Smits later in zijn leven kernachtig zijn eigen schilderen en etsen typeerde
  • „De hoogste kleur op een palet is wit. Om dat in overeenstemming te brengen met het normaal licht, heb ik gefilterd licht nodig.”
  • Bron: Dirk Baksteen, aangehaalde opmerking van Jakob Smits, in een uitzending: 24 oktober 1963
  • Aanhaling(en): Joos Florquin, 'Dirk Baksteen Lijnwaadmarkt 15, Antwerpen', in Ten huize van ...3 Davidsfonds, Leuven / Orion - Desclée De Brouwer, Brugge, 1974 , p. 113
  • Jakob Smits wilde met gebroken licht schilderen; hij plaatste daarom voor het venster een reeks planken en doeken die het licht schuin binnenlieten. In heel het atelier moest hetzelfde licht aanwezig was, wat dan ook de hele dag hetzelfde bleef
  • „Werk, werk, wroet, verdiep ieder experiment tot het einde toe, stel u nooit tevreden met het ongeveer, broddel, herbegin verknoei, wis uit, wees hatelijk en moeilijk voor u zelve. Ik ken de vrees, zij overvalt mij alle dagen..”
  • Bron: Jakob Smits, brief aan een schildersvriend, ongedateerd
  • Aanhaling(en): Paul Haesaerts, monografie Jacob Smits, voor het Ministerie van Openbaar Onderwijs; uitgeverij de Sikkel Antwerpen, 1948, p. 9
  • Resultaat van zijn werkwijze waren veel schilderijen die enorm dik en pasteus in de verf zaten, waar hij eindeloos aan doorgewerkt had

Citaten over Jakob Smits

bewerken
  • „[hij is] dronken van wellust bij het zien van deze immense hemel, dit vredige land, die ruwe, zwijgzame en sterke werkmensen.”
  • „Het hele werk van Jakob Smits is een gebed in kleuren en dat ethische bestanddeel, de liefde die de religieuze zin van het leven beseft, is daar een even noodzakelijk en organisch deel van zijn kunst als het licht in deze zichtbare wereld.”
  • Bron: August Vermeylen, academische rede, 6 oktober 1935; opgenomen in Jakob Smits, Walter Vanbeselaere, uitgeverij De Vroente, Kasterlee, 1975
  • Aanhaling(en): Fernand Bonneure, in 'de eenzame strijd van jakob smits', Ons Erfdeel, jaargang 19, 1976, p. 515
  • „In internationaal verband behoort hij tot de uiterst belangrijke generatie van de symbolisten, met naast hem als de voortreffelijkste vertegenwoordigers: Munch, Van Gogh, Ensor en Hodler - allen Noorderlingen! [..] Zijn oeuvre, glanzend en diepmenselijk, is een getuigenis dat blijvend zal aanspreken. Naar Smits' vaste overtuiging bestaat noch oude, noch actuele kunst: alle waarachtige kunst is jong, is van alle tijden.”
  • Bron: Walter Vanbeselaere, Jakob Smits, uitgeverij De Vroente, Kasterlee, 1975
  • Aanhaling(en): Fernand Bonneure, in 'de eenzame strijd van jakob smits', Ons Erfdeel, jaargang 19, 1976, p. 515
  • „Hij kon spreken over zijn werk, over de kunst, met een gloed, met een overtuiging, die onweerstaanbaar bleek. Hij had een opperste misprijzen voor al het mindere dat toen in de mode was. Hij vloekte het van zich af met de meest ruwe woorden. Hij leek soms wel een ongelikte kerel maar was eigenlijk de beminnelijkheid zelf en van een uitnemende gastvrijheid: een edelman vol distinktie, voorkomendheid en aandacht.”
  • Bron: Jozef Muls, Jacob Smits en De Kempen, Die Poorte, Antwerpen, 1937
  • Aanhaling(en): Fernand Bonneure, in 'de eenzame strijd van jakob smits', Ons Erfdeel, jaargang 19, 1976, p. 509
  • Jozef Muls is ook door Jakob Smits geportretteerd
bewerken

Galerij van werken - chronologisch

bewerken