J. Bernlef
Nederlands schrijver (1937–2012)
J. Bernlef (Sint Pancras, 14 januari 1937 – Amsterdam 29 oktober 2012) – pseudoniem voor Hendrik Jan Marsman – is een Nederlands schrijver, dichter en vertaler.
- „Als iemand in de traditionele Eskimo-cultuur overlijdt, gaat zijn naam na een poos over pasgeboren kinderen. Dat is een prachtige poëtische poging de doden levend te houden. Zo'n cultuur gaat uit van een circulair tijdssysteem, terwijl wij de tijd alleen lineair opvatten.”
- Bron: Interview in Vrij Nederland, 27 oktober 1974.
- Aanhaling(en): Bernlef overleden, Passendlezen.nl, 30 oktober 2012.
- „En plotseling kijk je jezelf in de rug
terwijl de weg onder je voeten begint te koken
het zijn niet langer je ogen
het is je lichaam dat ziet”
- Bron: J.Bernlef, Het gedicht Inzicht uit de bundel Niemand wint, 1992.
- Aanhaling(en): Beroemd door één roman, NRC, 30 oktober 2012.
- „Na Hersenschimmen ben ik me steeds meer gaan interesseren voor de werking van het brein, voor alles wat met neurologie te maken heeft. Ik vind dat het meest fascinerende wat er bestaat.”
- Bron: J. Bernlef, 'eclips' Mensen denken dat ik een morbide belangstelling heb voor ziekte en dood', Trouw, 11 maart 1993.
- Aanhaling(en): A. Bergsma, De taal van het elektrospel, Opbouwonline.nl, 7 mei 1993.
Schrijver Bernlef
- „Je bent ermee bezig omdat je dan de essentie van het menselijk bestaan het scherpst voor de lens krijgt.”
- Bernlef heeft het hier over verlies.
- „Eigenlijk gaat het maar om een handvol dingen in het leven, waaraan iedereen in de loop van honderden jaren zijn eigen draai heeft gegeven. Maar in wezen gaat het alleen om de liefde en de dood… De rest is franje.”
- Bron: Schrijver Bernlef, Volkskrant, 8 maart 2008.
- Aanhaling(en): Inleiding van het boek Verlies, Cornaldmaas.nl, ongedateerd.
- „Ach, wat blijft er van je over… Meestal twee regels, toegeschreven aan een ander. Mijn vrouw heeft net een correspondentie geordend die ik tussen 1960 en 2003 met een bekende kunstenaar heb gevoerd. Handig voor als iemand een biografie wil schrijven. Maar ja, wie wil nu een boek lezen over een man die bijna zijn hele leven aan een bureau heeft gezeten. Ik leef te veel in het heden om me te veel met het verleden bezig te houden. Ik ben nog niet toe aan de geleende tijd.”
- Bron: Interview met Bernlef, Literatuurplein.nl, 13 juni 2012.
- Aanhaling(en): Bernlef overleden, Passendlezen.nl, 30 oktober 2012.
- „Mijn boeken worden door sommigen met wantrouwen bekeken. Een Duitse uitgever wilde eens een boek van mij uitgeven. Hij zei: ‘Ik heb het gelezen, ik kon het niet wegleggen en toen ik het uit had, dacht ik: zo eenvoudig kan literatuur niet zijn.’ Die mensen zijn verpest doordat ze denken dat literatuur iets is met een hoge hoed op. [...] Mijn schrijven leeft van de suggestie, ik stip zaken aan, schrijf niet alles uit. Het is aan de lezer om invulling te geven. In Engeland en Scandinavië begrijpen ze die stijl meteen.”
- Bron: Interview met Bernlef, Literatuurplein.nl, 13 juni 2012.
- Aanhaling(en): Wit Geld, mappalibri.be, 2014.
- „Ik wil dat er in mijn werk iets ontstaat, het tweede verhaal. Je leest wat er staat, maar wat er staat roept iets anders op. Die geheimzinnigheid, daar zoek ik naar.”
- Bron: Teruglezen - Bernlef: 'Schrijven was een innerlijke drang', Volkskrant, 18 augustus 2012.
- Aanhaling(en): Een onschuldig meisje - Bernlef, Cobra.be, 27 januari 2015.
- „Het rare is, als je je hele leven geschreven hebt, dan wordt dat leven heel diffuus. (...) Door fictie te maken verdwijnen oorspronkelijke herinneringen en ervaringen. (...) Ik heb mijn leven verschreven.'”
- Bron: Bernlef: ‘Geef me een boek en ik maak het dunner’, NRC, 21 mei 2012.
- Aanhaling(en): Joost Zwagerman, Poëzie: langzame doving is het lot van elk gedicht, Volkskrant, 30 mei 2012.