J.C. Bloem
Nederlands dichter (1887-1966)
Jakobus Cornelis (Jacques) Bloem (Oudshoorn, 10 mei 1887 - Kalenberg, 10 augustus 1966) was een Nederlands dichter.
- „Niet te verzoenen is het leven.
Ten einde is dit wellicht nog 't meest:
Te kunnen zeggen het is even
Tussen twee stilten luid geweest.”
- Bron: J.C. Bloem, het gedicht Zondag, 1931.
- Aanhaling(en): Toon Horsten, Een genie, geen heilige, De Standaard, 24 augustus 2007.
- „Niet anders is de gang van ieder leven:
Men raakt aan 't eind van alle dingen los.”
- Bron: J.C. Bloem, Geluk, bundel Quiet though sad, A.A.M. Stols, 1946.
- Aanhaling(en): John van Galen in John Jansen van Galen stopt met ‘het Oog’, Het Parool, 29 januari 2015.
- „Toch ben ik vol verholen tederheden,
Gekneusde liefde, die geen uitweg vond.”
- Bron: J.C. Bloem, het gedicht Liefde
- Aanhaling(en): Frits Abrahams, Gekneusde liefde, NRC, 22 maart 2006.
- Deze dichtregels worden nu gezien als indicatie van Bloem's homosexualiteit.
- „Ik heb van 't leven vrijwel niets verwacht
't Geluk is nu eenmaal niet te achterhalen.”
- Bron: J.C. Bloem, het gedicht De nachtegalen
- Aanhaling(en): Onno Blom, Ondermijnd van dromen, Trouw, 13 september 2001.
- „Denkend aan de dood kan ik niet slapen,
En niet slapend denk ik aan de dood.”
- Bron: J.C. Bloem, het gedicht Insomnia
- Aanhaling(en): Onno Blom, Ondermijnd van dromen, Trouw, 13 september 2001.
- „Hiertoe had dan het leven mij gevoerd
Na veler zware dagen ommekomen,
Verteerd van daden, ondermijnd van dromen,
Dit land te aanschouwen, nauwelijks meer ontroerd.'”
- Bron: J.C. Bloem, het gedicht Het oude kerkje
- Aanhaling(en): Onno Blom, Ondermijnd van dromen, Trouw, 13 september 2001.
- „Zij zijn nu doden en zij wachten
Na onherstelbare dagen en nachten,
Wat aan de doden nog is gegeven:
Een onverzoenlijke eeuwigheid.'”
- Bron: J.C. Bloem, het gedicht Hun graven
- Aanhaling(en): Onno Blom, Ondermijnd van dromen, Trouw, 13 september 2001.
- „Voorbij, voorbij, o en
voorgoed voorbij.”
- Bron: J.C. Bloem, laatste regels van Herinnering in de bundel Verzamelde gedichten, 1981.
- Aanhaling(en): J.C. Bloem (1887-1966), Koninklijke Bibliotheek
- Op zijn grafsteen op het kerkhof van Paasloo
Over Bloem
bewerken- „Er is overigens geen enkele aanwijzing dat deze stap buiten de geijkte paden anders moet worden gezien dan als incidenteel.”
- Bron: A.L. Sötemann, Vier opstellen over J.C. Bloem, Athenaeum-Polak & Van Gennep, 1979, ISBN 9789025330552.
- Aanhaling(en): Frits Abrahams, Gekneusde liefde, NRC, 22 maart 2006.
- Over zijn arrestatie en proces i.v.m. betaalde homosexuele handelingen.
- „Hij had mij er zelfs een keer heen laten rijden om het (..) te laten zien, zoals iemand je zijn toekomstige huis zou tonen.”
- Bron: Clara Eggink in haar memoires Leven met J.C. Bloem, Athenaeum-Polak & Van Gennep, 1977, ISBN 978-9025330514.
- Aanhaling(en): Onno Blom, Ondermijnd van dromen, Trouw, 13 september 2001.
- Over het kerhof dat Bloem voor zichzelf had uitgekozen.