Anton Mauve

Nederlands kunstschilder (1838–1888)

Anton Mauve (Zaandam, 18 September 1838 – Laren, 5 februari 1888) was een Nederlandse kunstschilder, bekend van zijn schilderijen van 'schapen op de heide'.

Zelfportret door Anton Mauve, c. 1884
Informatie bij zusterprojecten:
artikel in Wikipedia
media bij Commons
Informatie in externe bronnen:
BP pagina in Biografisch portaal
DBNL pagina in DBNL
KB pagina in KB-catalogus
RKD pagina in RKD

Citaten van Anton Mauve - chronologisch

bewerken

Citaten voor 1880

bewerken
  • „Goddelijk heerlijk schoon dat Wolfhezerland met zijne beekje en dennen..”
  • „Wat mijn werk betreft zit ik aan enige kleine schilderijtjes [vast], een is mij besteld en die andere moet ik avonturen. Ik voel hoe langer hoe langs hoe meer dat ik zooveel studie te kort kom, als ik geld had schilderde ik in het eerste jaar geen schilderij en studeer ik [schetsen], maar enfin je moet eens door een zure appel heenbijten, het zal mij moeite genoeg kosten om te kunnen leven.”
  • Bron: Anton Mauve, in een brief aan Willem Maris (vanuit Oosterbeek, 1864), in Anton Mauve 1838 - 1888, exhibition catalog of Teylers Museum, Haarlem / Laren, Singermuseum, 2009, p. 133
  • Aanhaling(en): De Bodt en Plomp, exhibition catalog of Teylers Museum, Haarlem / Laren, Singer, 2009, p. 133
  • Citaat van Mauve illustreert de beknelling van opdrachten uitvoeren op bestelling en zijn behoefte aan 'studeren' = schetsen
  • „Waarde Vriend! Ik zit zoo als gij ziet nog altijd te Oosterbeek doch zal nu over 2 dagen vertrekken de laatste tijd heb ik aan twee kleine schilderijtjes besteed voor den Heer de Visser, ik heb ze onder een gelukkige atmosfeer geschilderd [..] ik zend ze jou omdat ze nat waren toen ik ze afzond en ik dat moeyelijk aan den Heer de Visser kon doen, wilt gij ze s.v.p. met een eivernisje bestrijken en vindt gij ze hier of daar eene slecht geziene greep, of ziet gij gemakkelijk kans er nog eene geestige zet in te doen, och kerel ik bid je doe het, want als ze hem niet bevielen en ik krijg geen duiten dan zit ik er leelijk mee in, ik heb ze hoog noodig..”
  • Bron: Anton Mauve, Brief van A. Mauve aan Willem Maris, 4 Nov. 1867, locatie RKD Archief, Den Haag
  • Aanhaling(en): onbekend
  • Citaat van Mauve illustreert goed de toenmalige handel met schilderijtjes, gezien vanuit de kunstenaar die zijn levensonderhoud moest verdienen met schilderen
  • „Ik maak tegenwoordig leelijke dingen, maar ik vind ze toch beter dan vroeger, meer uit me zelven, eenvoudig koeien met lucht en groenigheid.”
  • Bron: Anton Mauve, Brief van A. Mauve aan Willem Maris, 21 Jan. 1869, locatie RKD Archief, Den Haag
  • Aanhaling(en): H.L. Berckenhoff, Anton Mauve, Etsen van Ph. Zilcken, met fascimiles naar schilderijen, teekeningen en studies, Amsterdam 1890, (microfiche RKD-Archief Den Haag: Berckenhoff, 1890, p. 20
  • Citaat van Mauve geeft duidelijkheid over zijn verandering toen in te schilderen motieven
  • „..zoo iets waar droevigs [de atmosfeer bij Wolfheze ] heb ik nimmer gezien. Een diepbedroefde moeder over het verlies van haar eenige kind is er niets bij. Een breede streep of strook vóór u, welke naar de horizon toe langer hoe zwarter wordt, een geheimzinnig getik en gesis van regendroppels welke halverwege de heiplant aan elk takje en uitspreitseltje blijft hangen..”
  • Bron: Anton Mauve, Brief van A. Mauve aan Willem Maris, 1860's
  • Aanhaling(en): De Bodt en Plomp, in Anton Mauve, (tentoonstellingscatalogus van het Teylers Museum, Haarlem / Laren, Singer museum), ed. De Bodt en Plomp, 2009, p. 33
  • Citaat van Mauve drukt treffend zijn emotionele houding uit tegenover het landschap; hoe hij het onderging
  • „Toe kerel, laat je niet wachten, kom hier. Of heb je er geen behoefte aan eens te rollen in het welige gras? Wat zou ik graag eens helemaal koe wezen om zoo recht eens dat kinderlijke plezier te voelen, dat zoo'n beest heeft as het in de wei rondholt en met de staart in den hoogte allerlei malle sprongen doet..”
  • Bron: Anton Mauve, Brief van A. Mauve aan Willem Maris, 1860's
  • Aanhaling(en): onbekend
  • Citaat van Mauve drukt heel beeldend zijn identificatie met het vee uit, dat hij immers vaak weergaf in zijn schilderijen

Citaten na 1880

bewerken
  • „..ge zit te digt bij Uw model.”
  • Bron: Vincent van Gogh, Brief over Mauve van Vincent van Gogh aan zijn broer Theo, vanuit Etten, 23 december 1881
  • Aanhaling(en): onbekend
  • Citaat van Mauve, toen hij modeltekeningen van Vincent van Gogh bekeek en zijn commentaar gaf als de ervaren schilder; Van Gogh had zijn oudere neef om advies gevraagd en realiseerde zich hierna dat hij een groter atelier moest zoeken in Den Haag
  • „Hoe gaat het met je werk, maak vooral een goed eenvoudig [en] waar dingetje [..] ik geloof er een goed plaatsje voor te hebben. namelijk ik sprak den Heer Hendrik Mesdag over jou en hij drukte de wensch uit dat je hem iets goeds moet laten zien [voor eventuele aankoop]]..”
  • Bron: Anton Mauve, in een brief aan David de la Mar, 12 augustus 1881, locatie: RKD in Den Haag.
  • Aanhaling(en): onbekend
  • Citaat van A. Mauve aan voormalige leerling David de la Mar in 1866 illustreert Mauve als bemoedigend leraar en collega, zoals later ook bij zijn jongere neef Vincent van Gogh
  • „..hoe langer ik hier [Laren (Noord-Holland)] ben, hoe mooijer het voor mij wordt en nu ik een beetje meer op mijn gemak kom, kan ik er beter over oordelen [..] 't Is aandoenlijk mooi hier, van een fijnheid van lijnen en lieflijke poëzie straalt alles uit, binnenhuizen, wegen, akkers, prachtige heide en boschjes en de menschen is van het liefste soort dat te bedenken is [..] Wij maken doorgaans na den eten een loopje en wat ik geniet. Ik kan het niet zeggen maar ik zou hier altijd willen wonen.”
  • Bron: Anton Mauve, Brief van A. Mauve, Juni 1882, aan zijn vrouw Jet Carbentus; locatie RKD Archief, Den Haag
  • Aanhaling(en): onbekend
  • Citaat van Mauve beschrijft heel gedetailleerd waar hij naar keek als schilder; later ging hij dan ook in Laren wonen
  • „[tegen Vincent van Gogh] Praat me toch niet over Dupré [Franse Barbizonschilder ], praat me liever over die slootkant of zoo iets.”
  • Bron: Vincent van Gogh, brief aan broer Theo, 21 juli 1882, Van Gogh museum / Huygens ING
  • Aanhaling(en): Charles Moffett , 'Vincent van Gogh en de Haagse School', in De Haagse School.., red. Ronald de Leeuw, John Sillevis, Charles Dumas; Haags Gemeentemuseum/Dienst Verspreide Rijkscollecties, Den Haag, 1983, p 138
  • Van Gogh haalde vaak andere schilders aan, daar hij veel schilderijen intensief had bekeken tijdens zijn voorgaande werk bij kunsthandel kunsthandel, en vaak van Barbizon! Door het advies van Mauve besloot hij weer dagelijks te gaan tekenen, naar mensen en landschap
  • „onze Godin [van het schilderen] is soms zoo grillig, juist als je haar wil spreken, houd zij zich schuil en als je niet direct aan haar dacht, komt ze onophoudelijk hándjes geven en is zoo vriendelijk, enfin - wij zullen zien..”
  • Bron: Anton Mauve, Brief van A. Mauve, vanuit Den Haag, 28 Dec. 1884, aan Willem Witsen; locatie, Koninklijke Bibliotheek, Den Haag
  • Aanhaling(en): onbekend
  • Citaat van Mauve beschrijft de grillige rol van creativiteit en inspiratie tijdens het schilderen
  • „Ik ben weer verschrikkelijk aan de gang met 7 schilderijen te gelijk, ik heb nog heel wat te doen, voor ik naar Laren [Noord-Holland] kan gaan wonen..”
  • Bron: Anton Mauve, Brief van A. Mauve, vanuit Den Haag, mei? 1885, aan Willem Witsen; locatie, Koninklijke Bibliotheek, Den Haag
  • Aanhaling(en): onbekend
  • Citaat van Mauve beschrijft zijn werkwijze van aan meerdere schilderijen tegelijkertijd werken in zijn atelier; hij werkte daar op basis van zijn schetsen die hij buiten had gemaakt

Citaten over Anton Mauve - chronologisch

bewerken
  • „Bij Mauve was ik een middag en een avond gedeeltelijk en zag veel moois op zijn atelier. Mijn eigen tekeningen interesseerden Mauve meer. [..] Hij heeft mij een heele partij van zijn studies laten zien, en ze mij uitgelegd geen schetsen van teekeningen, maar werkelijke studiebladen, schijnbaar onbetekenend. Hij wil mij aan het schilderen hebben”
  • Bron: Vincent van Gogh, brief, begin september 1881 (DBNL Van Gogh brieven, p. 256)
  • Aanhaling(en): Charles Moffett , 'Vincent van Gogh en de Haagse School', in De Haagse School.., red. Ronald de Leeuw, John Sillevis, Charles Dumas; Haags Gemeentemuseum/Dienst Verspreide Rijkscollecties, Den Haag, 1983, p 137
  • Dit was de eerste keer dat Vincent van Gogh de Haagse School-schilder Mauve (getrouwd met een nicht van Vincent) om raad vroeg. Mauve maakte dus veel losse studies, zonder een schets te zijn voor een te maken schilderij
  • „Gisteren heb ik nog een lesje gehad van Mauve over het teekenen van handen en gezichten, om die dun in de verf te houden. Mauve weet het zo goed..”
  • Bron: Vincent van Gogh, brief aan broer Theo, 22 januari 1882, Van Gogh museum / Huygens ING
  • Aanhaling(en): Charles Moffett , 'Vincent van Gogh en de Haagse School', in De Haagse School.., red. Ronald de Leeuw, John Sillevis, Charles Dumas; Haags Gemeentemuseum/Dienst Verspreide Rijkscollecties, Den Haag, 1983, p 138
  • Kort voor Kerstmis 1881 had Vincent nog een schilderkist met verf, penselen, etc.. van Mauve gekregen; juist Mauve was zo goed in het dunnen schilderen, gezien zijn eigen losse studietjes
  • „..de echte stille natuur [van] Laren, dat was het waarin hij geloofde frisch te kunnen leven [..] Zijn gezondheid ging weer veel beter. Of 't kwam dat 't werk beter vlotte of door de Larense luchten, ik weet het niet.”
  • Bron: Theophile de Bock, Brief van Theophile de Bock vanuit Den Haag, na 1883, aan N.L. Berckenhoff; locatie, RKD Archief, Den Haag
  • Aanhaling(en): onbekend
  • Citaat van Theophile de Bock beschrijft hoe Mauve na zijn verhuizing naar Laren opknapte en zijn depressies verminderden
  • „hij de eenigste die voor de natuur dat gevoeld wat ik zoo lang in mij omgedragen heb [..] die gewaarwoordingen van oneindige weelde van waarachtig geluk die een mensch doortintelen kan als hij iets moois ziet en dan hem tot in zijn ziel roert door de eigenaardige charme [..'] en Mauve was de eerste bij wien ik voor dat weerklank vond en die datzelfde onbeschrijfelijke genot kan maken op een mooie dag buiten en het is een prettig iets met iemand hier rond te loopen die even warm wordt voor een stukje hei en een paar boompjes als ik..”
  • Bron: Etha Fles, Brief van Etha Fles, vanuit Laren, 10 februari 1886, aan Jan Veth, Amsterdam; locatie, Mauve Archief in RKD, Den Haag
  • Aanhaling(en): onbekend
  • Citaat van schilderes Etha Fles beschrijft hoe Mauve de natuur als een groot geluk ervaart
  • „telkens - midden in een gesprek soms - stond hij stil, om met een enkelen trek iets dat hem buiten trof, op het papier te hechten: een boompje, een slootkantje, een wolkschaduw, de houding van een schaap of koe.”
  • Bron: Ph. Zilcken, voor 1890
  • Aanhaling(en): H.L. Berckenhoff, in Anton Mauve, Etsen van Ph. Zilcken, met fascimiles naar schilderijen, teekeningen en studies, Amsterdam 1890, (microfiche RKD-Archive Den Haag: Berckenhoff, 1890, p. 10)
  • Citaat van Ph. Zilcken beschrijft het voortdurende schetsen en noteren van Mauve
  • „..Het is wel mogelijk dat ik van die voortreffelijke Mauve een onbegrensde bewondering voor van Meissonier heb geërfd [..] Wat Mauve dikwijls herhaalde was ongeveer dit: als men in kleur wil schilderen, moet men ook de hoek van een schoorsteen kunnen schilderen of een interieur zoals Meissonier dat doet.”
  • Bron: Vincent van Gogh, brief aan kunstcriticus Albert Aurier, 9/10 februari 1890 vanuit Saint-Rémy-de-Provence, Van Gogh museum / Huygens ING
  • Aanhaling(en): Charles Moffett , 'Vincent van Gogh en de Haagse School', in De Haagse School.., red. Ronald de Leeuw, John Sillevis, Charles Dumas; Haags Gemeentemuseum/Dienst Verspreide Rijkscollecties, Den Haag, 1983, p. 139
  • Vincent reageerde op een positieve recensie van Aurier, maar liet daarbij ook blijken hoe zeer hij Mauve nog steeds waardeerde als zijn vroegere leraar, en haalde één van zijn opmerkingen aan
  • „Toen ik nu door het Gooi rondwandelde en overal mijn ogen liet gaan met herinneringen aan kleur van Mauve in mij of geheele schilderijen van hem voor mijn geest, voelde ik mij bitter teleurgesteld; d.w.z. het Gooi viel mij tegen; want het was lang zoo dichterlijk niet, lang zoo niet in teer smeltend atmospheer-waas ingewikkeld als Mauve het ons laat zien op zijn schilderijen.”
  • Bron: J. Winkler Prins, 'Schilders in het Gooi', in: Een pic-nic in proza, red. F. Buitenrust Hettema, Amsterdam, 1904 II, 648-664, aldaar 654
  • Aanhaling(en): Wessel Krul, Oorsprong, eenvoud en natuur - De bloeitijd van de kunstenaarskolonies, 1860-1910, Universiteit van Groningen, 2004
  • J. Winkler Prins maakte omstreeks 1900 een wandeling over de heide bij Laren; hij merkte daar dat de natuur voor Mauve niet meer dan een aanleiding was geweest, en dat hij de sfeer in zijn werk vervolgens geheel naar eigen hand zette
  • „Soms nam hij mij mee op zijn wandelingen, wanneer hij naar buiten ging om indrukken op te doen voor zijn schilderijen of aquarellen. Hij woonde toen aan het Alexandersveld in de rij huizen, die langs het exercitieveld staan, zoodat onbelemmerd, zuiver licht in zijn atelier viel. Dikwijls liepen we in het begin van de Boschjes, maar nog meer in de omstreken van de Laan van Meedervoort, zooals die toen waren. Nabij Bronovo was destijds een houten brug en verder tallooze moestuinen, gescheiden door slootjes, gezoomd met knotwilgen, waar tusschen de geestige, ouderwetsche "kippenbruggetjes", die aan etsen van Ostade deden denken, schilderachtig afstaken.”
  • Bron: Ph. Zilcken, Herinneringen van een Hollandschen Schilder der negentiende Eeuw 1877-1927 (Vijftig jaren Kunstgeschiedenis), 's Gravenhage, 1928
  • Aanhaling(en): RKD, [https://rkd.nl/nl/explore/excerpts/record?query=Alexandersveld&start=0 'Herinneringen van een Hollandschen Schilder der negentiende Eeuw 1877-1927', in Archief, Philip Zilcken
  • Zilcken beschrijft hier heel precies het gebied waar Mauve vanuit de stad Den Haag naar de groene omtrekken liep om daar zijn onderwerpen te vinden en inspiratie op te doen
bewerken

Galerij van werken

bewerken